De zondagswet van 1953: het kwade wordt nu goed geheten

Op 15 oktober 1953 werd de nieuwe Zondagswet aangenomen in de Tweede Kamer. Het was het jaar waarbij in Februari nog vele mensen waren omgekomen door het wassende water, een sprake Gods. Zijn de slagen des Heeren gevoeld en is dat merkbaar geweest bij de totstandkoming van de Zondagswet in 1953? Hoe werd in die tijd tegen de Zondagswet van 1953 aangekeken door bijvoorbeeld de SGP-vertegenwoordigers in de Tweede Kamer? Onlangs stond in het RD een artikel van ds. C.J. Meeuse (klik hier) die opriep om te protesteren en te bidden tegen het intrekken van de Zondagswet uit 1953. Riepen de SGP-vertegenwoordigers destijds dan op om voor aanneming van deze Zondagswet te bidden? Laten we eens teruggaan in de geschiedenis.

In 1975 stond er een artikel in het RD 'De zondagswet toen en nu' die over de totstandkoming van de Zondagswet in 1953 handelde (klik hier). Hierin wordt ds. P. Zandt geciteerd bij de behandeling van dit wetsvoorstel in de Tweede Kamer. Ds. Zandt veroordeelde het voorstel scherp. Naar zijn mening was het „een totale verloochening van hetgeen God in Zijn gebod betreffende de heiliging van en de rust op zondag eist". Van de heiliging van Gods dag was volgens hem in het wetsontwerp niets terechtgekomen. „Het is wel heel bedroevend dat menselijk inzicht boven Gods gebod gesteld is en zo de enige juiste grondslag totaal verwaarloosd is", zei de SGP-er.

Er is tegenwoordig een christendom dat niet meer de absolute eis van Gods Woord en Wet hanteert, maar 'meer en minder' als uitgangspunt heeft net als de Partij Voor de Vrijheid. Men meent zich de vrijheid te kunnen veroorloven om af te doen en toe te doen aan het Woord van God. Ook de Nederlandse Vereniging tot bevordering van de Zondagsrust en de Zondagsheiliging voert een bedenkelijk pleidooi, net als ds. Meeuse. In haar nieuwsbrief nummer 13 van Mei 2016 schrijft de stichting: "Wat gaat dit nu in de praktijk betekenen? De Zondagswet 1953 bepaalde nog dat er vóór 13.00uur op zondag geen activiteiten mochten ontplooid worden. Voor activiteiten daarna kon dan het gemeentebestuur toestemming geven. Nu wordt het zo dat die beperking van vóór 13.00 uur vervalt en er dus voor een gemeente volledig vrijheid gegeven wordt alle activiteiten de gehele zondag toe te staan. Was de Zondagswet van 1953 al bezwaarlijk voor hen die Gods Woord als richtsnoer hebben (immers ook vanaf 13.00 uur is het niet toegestaan wereldse activiteiten te ontplooien op zondag), het werkte nog enigszins remmend. Daarom vinden wij het van het grootste belang dat deze Wet in stand gehouden wordt. Het wijst enerzijds naar het verleden hoe er in ons land tegen de zondag werd aangekeken; anderzijds is het van het grootste belang dat het bijzondere karakter van de zondag in stand blijft. Daarover gaat het juist in de Zondagswet. Er zal in de praktijk een algehele gelijkschakeling komen van de zondag met de overige zes werkdagen. Terecht kopte een bekend dagblad "Afschaffing Zondagswet in alle gevallen verslechtering".

We zijn dus ruim 60 jaar verder en dan houdt men nu een pleidooi voor handhaving van een Zondagswet die haaks staat op Gods Woord, zoals ds. P. Zandt destijds ook al aangaf. Of heeft ds. Zandt zich vergist? Nee, hij heeft zich niet vergist. Die Zondagswet uit 1953 kan Gods goedkeuring niet wegdragen, dus dan hoeft voor deze wet niet gebeden te worden en hoeft er ook niet geprotesteerd te worden tegen intrekking ervan. De huidige SGP, en het erop stemmende christendom, is de mening toegedaan dat minder koopzondagen beter is dan meer koopzondagen, dat openbare vermakelijkheden op zondag vóór 13:00 slechter is dan na 13:00, dat minder abortussen beter is dan meer abortussen, dat prostitutie onder de 21 jaar erger is dan boven de 21 jaar. En zo kunnen we nog wel doorgaan. Het is exact ook wat de aangehaalde stichting leert met de uitspraak dat de Zondagswet uit 1953 nog enigszins remmend werkt. Alsof de Heere zit te wachten op remmende werkingen van een wet die door ongeloof tot stand is gekomen?! Dit soort wetten zijn niet anders dan getier in de oren van de Heere, zoals de profeet Amos zegt over de kerkelijke brandoffers en spijsoffers in die dagen. Dat geldt ook van het getier van dominees om voor goddeloze wetten te bidden en te protesteren tegen afschaffing ervan. In hun waanwijsheid menen ze allemaal nog Gode een dienst te doen ook. De huidige Zondagswet heeft trouwens zoveel mazen dat elke burgemeester ermee kan doen wat hij wil.

De profeet Zacharia heeft door Gods Geest getuigt in het begin van zijn profetie: "IN de achtste maand, in het tweede jaar van Daríus, geschiedde het woord des HEEREN tot Zacharía, den zoon van Beréchja, den zoon van Iddo, den profeet, zeggende: De HEERE is zeer vertoornd geweest tegen uw vaders. Daarom, zeg tot hen: Alzo zegt de HEERE der heirscharen: Keert weder tot Mij, spreekt de HEERE der heirscharen, zo zal Ik weder tot ulieden keren, zegt de HEERE der heirscharen. Weest niet als uw vaders, tot dewelke de vorige profeten riepen, zeggende: Alzo zegt de HEERE der heirscharen: Bekeert u toch van uw boze wegen en uw boze handelingen. Maar zij hoorden niet, en zij luisterden niet naar Mij, spreekt de HEERE. Uw vaders, waar zijn die? En de profeten, zullen zij in eeuwigheid leven? Nochtans, Mijn woorden en Mijn inzettingen, die Ik Mijn knechten, den profeten, geboden had, hebben zij uw vaders niet getroffen? zodat zij wederkerende zeiden: Gelijk als de HEERE der heirscharen gedacht heeft ons te doen naar onze wegen en naar onze handelingen, alzo heeft Hij met ons gedaan."

Buiten de Man tussen de mirten, waar de profeet Zacharia verder over spreekt, is geen leven maar een eeuwig zielsverderf. Dat geldt voor regering en onderdanen, voor dominees en kerkvolk, ja voor elk mens. De apostel Paulus schrijft in zijn zendbrief aan Timotheüs wel de woorden: "IK vermaan dan vóór alle dingen, dat gedaan worden smekingen, gebeden, voorbiddingen, dankzeggingen voor alle mensen, Voor koningen en allen die in hoogheid zijn, opdat wij een gerust en stil leven leiden mogen in alle godzaligheid en eerbaarheid. (1 Tim. 2:1-2)", maar dat betekent natuurlijk absoluut niet dat dan tegelijkertijd gebeden moet worden om goddeloze wetten te handhaven zoals bij het pleidooi van ds. C.J. Meeuse. Waar haalt die man dat vandaan? In elk geval niet uit Gods Woord. De apostel Paulus leert dat in elk geval niet. Wat zegt de profeet Jesaja? "Wee dengenen die het kwade goed heten en het goede kwaad, die duisternis tot licht stellen en het licht tot duisternis, die het bittere tot zoet stellen en het zoete tot bitterheid (Jes. 5:20)." De Zondagswet uit 1953 is kwaad en dat wordt 63 jaar na dato goed (of remmend) geheten! Land, land, land, hoort des HEEREN Woord.

M.G. van der Hoeven

Ga naar home pagina "Het gekrookte riet"