De rationele GAvdB-wedergeboorte is geen wonder, maar de ware wedergeboorte wel

Onlangs (2 maart 2018) stond er weer eens een artikel in het RD van de hand van dominee G.A. van den Brink (HHK Kralingseveer). Het artikel kunt u lezen via (klik hier). Zijn weerwoord luidt: Is wedergeboorte een wonder? Deze verlichte HHK-dominee heeft weer eens een onderwerp gevonden (of aangereikt gekregen van het RD) om over te schrijven. In dit geval gaat het dus over de wedergeboorte en de vraag of dit als een wonder moet worden beschouwd? Gijsbertus Voetius wordt aangevoerd ter onderbouwing van zijn betoog dat de wedergeboorte niet als een wonder moet worden gezien. Je vraagt je af wat de nut en noodzaak is van dit soort artikelen?

Bij de JA-stelling citeert hij wel de Dordtse Leerregels (DL II/IV, artikel 12) over de wedergeboorte maar zegt tevens: "Ook in dat licht valt er veel voor te zeggen om de wedergeboorte als een wonder te omschrijven." Er valt veel voor te zeggen, maar niet alles voor te zeggen. Dat merken we vervolgens bij de NEE-stelling. Ik heb de Van Dale er ook eens op nageslagen welke beschrijving ze aan een wonder toekent? Die luidt volgens de Van Dale als volgt: Door of met hulp van God verrichte handeling die de natuurkrachten te boven gaat. Met een beroep op de Van Dale zouden we dus ook kunnen zeggen dat dit geldt voor de schepping, voor de onderhouding van de schepping, voor de wedergeboorte, voor de heilsfeiten, voor de genezingen door de Heere Jezus en de apostelen, voor de opwekkingen uit de doden, enz... Echter, de Van Dale is niet onze norm, maar Gods Woord zelf.

Voetius schijnt een beschrijving van wonderen te hebben gegeven volgens deze HHK-dominee: "Wonderen zijn uitzonderlijke zichtbare tekenen om de waarheid van Gods woorden te onderstrepen." Ik weet niet of het citaat klopt, dat ga ik ook niet onderzoeken, maar laten we eens aannemen van wel. In Johannes 1:1-3 begint het met de volgende woorden: "In den beginne was het Woord, en het Woord was bij God, en het Woord was God. Dit was in den beginne bij God. Alle dingen zijn door Hetzelve gemaakt, en zonder Hetzelve is geen ding gemaakt, dat gemaakt is." God de Vader heeft met en door de Zoon de wereld geschapen, zo schrijven de kanttekeningen bij vers 3. Het Woord is Christus Zelf. De schepping van hemel en aarde kunnen we lezen in Genesis 1, waar in vers 3 de volgende woorden staan opgetekend: "En God zeide: Daar zij licht, en daar werd licht." Dit is dus het woord van God dat gesproken wordt (daar zij licht), en dat wordt vervolgens onderstreept met een uitzonderlijk zichtbaar gebeuren want er staat vervolgens "en daar werd licht". Dus de schepping van hemel en aarde voldoet aan het criterium van Voetius, al hebben we dat criterium helemaal niet nodig natuurlijk. Hij zou kunnen tegenwerpen dat het voor ons niet zichtbaar was, want we waren er niet bij. Dat doet er echter helemaal niet toe. Gods woorden zijn daden. De schepping is dus een wonder Gods!

Dan de herschepping. Dat is een nog groter wonder dan de schepping van hemel en aarde. Waarom? Wel, omdat dit het bloed gekost heeft van de Zoon van God! Zonder bloedstorting geen vergeving. Zonder bloedstorting geen herschepping van de gevallen mens in Adam. Dat is dus het wonderlijkste wonder, om met de woorden van wijlen ds. Joh. van der Poel te spreken. De HHK-dominee heeft echter geen verstand van God en goddelijke zaken. HHK-dominee Van den Brink schrijft dat de wedergeboorte geen teken is dat gegeven wordt om Gods woorden te onderstrepen. Hier komt de verstandstheoloog weer bovendrijven. Wat leert Gods Woord? De HEERE spreekt en het is er, Hij gebiedt en het staat er (Ps. 33:9). En, Dé doden zullen horen de stem van de Zoon van God, en die ze gehoord hebben, zullen leven (Joh. 5:25). Op het spreken van God tot de ziel volgt de levendmaking (rechtvaardigverklaring, ofwel wedergeboorte in engere zin) met als vrucht de geloofsvereniging met Christus en het aannemen van Hem en Zijn weldaden. Lees ook het kostelijke artikel 'Zondag 23' uit de Heidelberger Catechismus. Christus is het begin van de schepping en ook het begin van de herschepping! HIJ spreekt levend midden in de verlorenheid van je bestaan, als alles een afgesneden zaak is geworden. De opwekking van Lazarus uit het graf is ook een beeld van de wedergeboorte. Ook hier wordt de waarheid van Gods woord onderstreept met een zichtbaar teken, want als Christus de woorden spreekt "Lazarus, kom uit!", dan komt hij uit! Dus de wedergeboorte is wel degelijk een wonder. De wedergeboorte is ook vruchtbaar omdat Christus Zijn Kerk de vruchten schenkt die van eeuwigheid zijn voorbereid (wedergeboorte in ruimere zin).

De HHK-dominee citeert Voetius en zegt dat wonderen in zijn optiek per definitie bovennatuurlijk en uitzonderlijk van aard zijn. Welnu, wat leert de Heere Jezus aangaande de wedergeboorte in het gesprek met Nicodemus? Voorwaar, voorwaar zeg Ik u, tenzij dat iemand wederom geboren wordt, hij kan het Koninkrijk Gods niet zien (Joh. 3:3). Wat staat er eigenlijk? Iemand moet van Boven geboren worden, door de Heilige Geest. Dat is met recht bovennatuurlijk wat het gaat onze menselijke natuur te boven! De wedergeboorte is ook uitzonderlijk, want hier geldt "één uit een stad en twee uit een geslacht", Jer. 3:14. Tegelijk is het een schare die niemand tellen kan. Dus de wedergeboorte is met recht een bovennatuurlijk en uitzonderlijk!

Als de wedergeboorte geen wonder is, wat is dan de vleeswording van de Heere Jezus Christus? Is dat ook geen wonder? Omdat HIJ de Man van smarten is geworden, Die door lijden naar heerlijkheid is gegaan, kan dé goddeloze nog gerechtvaardigd worden (wederom geboren worden), en maakt Hij als Man Zijn Kerk vruchtbaar. De engelen getuigden van de blijdschap toen ze aankondigden dat de Zoon van God op aarde geboren was en er is blijdschap in de hemel over de bekering van een zondaar. Dies loven de hemelen Uw wonderen, o HEERE; ook is Uw getrouwheid in de gemeente der heiligen (Ps. 89:6). Bij de geboorte van Jezus Christus (uitzonderlijk zichtbaar teken) is de waarheid van Gods woord onderstreept, zoals al in de moederbelofte vervat (Gen. 3:15). Zijn Naam is wonderlijk (Jes. 9:5) en de kanttekeningen schrijven erbij: Christus is wonderlijk, zowel ten aanzien van Zijn Persoon, dewijl Hij God en Mens is in één Persoon, als ten aanzien van Zijn wonderlijke werken en daden.

Dan de onderhouding van Gods schepping. Dat is geen wonder? Wat lezen we in Job 37 waar het gaat over Gods grote werken zoals de onderhouding van Zijn schepping? Lees maar mee in vers 14: "Neem dit, o Job, ter ore; sta en aanmerk de wonderen Gods." Volgens de HHK-dominee is Zijn voorzienigheid en onderhouding van de schepping dus geen wonder.

HHK-dominee Van den Brink leert dat wedergeboorte nodig is om iemand in staat te stellen tot daden van geloof en bekering, maar is geen zichtbaar teken van Gods Woord, wat de genezing van de blindgeborene (Joh. 9) wel was. Bij de blindgeborene zie je toch ook niet hoe inwendig de blindheid wordt weggenomen? Het komt openbaar dat hij zijn gezicht weer terug krijgt. Christus spreekt en het geschiedt! Zo is het ook met de wedergeboorte. Bij deze HHK-dominee komt uiteindelijkde aap uit de mouw, en kraamt hij alleen maar ongeloofstaal uit. Hij leert dus dat een mens in staat wordt gesteld/geacht om te geloven en zich te bekeren. Dus er worden geen goddelozen (bij de inleving) meer gerechtvaardigd maar mensen met een hebbelijkheid in de ziel (habitus) die vervolgens overgaan tot de daad van het geloof (actus). Dat is gewoon de embryoleer van Comrie, die de Gereformeerde Gemeenten zich hebben toegeëigend. Niet zo vreemd dus omdat deze HHK-dominee uit de GG afkomstig is. Als je de beslissing bij de mens stelt die in staat gesteld wordt om iets te doen dan is inderdaad het wonder eruit en dan heeft de HHK-dominee volkomen gelijk. Dat zijn echter geen waarachtige bekeringen maar betoveringen van de satan. De paus lacht zich krom bij deze bekeringen die HHK-dominee Van den Brink bewerkt. De avondmaalstafels zitten vol met deze 'in staat gestelde' mensen, die niet weten van en Mebifoseth gestalte die aan de tafel gedragen werd. Het is allemaal zo Arminiaans als wat, maar dat wisten we al bij deze HHK-dominee.

Dan komen we bij de conclusie die deze dominee trekt als we bij DUS zijn aanbeland. De HHK-dominee zet de geboorte van een kind, de vrijheid van godsdienst, de rechtvaardiging door het geloof (hij bedoelt dit echter on-Bijbels in de orde geloof-rechtvaardiging), en een voldoende voor je repetitie allemaal in één rij en noemt het zaken om je over te verwonderen. Waar leert Gods Woord dat er vrijheid van godsdienst is? Heeft een mens dan de vrijheid om de afgoden te dienen? Hoe komt hij aan deze politieke SGP-taal? Hoe komt deze HHK-dominee erbij dat je je mag verwonderen over de vrijheid van godsdienst? Dan had Gideon de bossen niet hoeven omhakken, had Elia niet naar de Karmel hoeven gaan, en had Paulus zijn vervloeking in Galaten 1 niet hoeven uitspreken, want ze hadden zich moeten verwonderen over de vrijheid van godsdienst. Het is puur goddeloos wat deze HHK-dominee leert. Een goed cijfer voor je repetitie stelt hij gelijk aan de levendmaking met Christus. De levendmaking is echter voor nieten en nullen die niets anders verdienen dan hel. Dat is niet goed, maar volkomen slecht, goddeloos, een nul. Het is DUS allemaal de taal van een godsdienstig verlicht mens, die weer eens dacht een artikeltje te moeten schrijven om zich in de schijnwerpers te plaatsen van Reformatorisch/Protestants Nederland. Je hoeft volgens deze HHK-dominee geen wonder te hebben meegemaakt om je toch elke dag te kunnen verwonderen. Ik zal u zeggen dat als je het wonderlijkste wonder niet kent dat je je dan ook nergens over verwondert in de Bijbelse zin van het woord! De verwondering waar de HHK-dominee van spreekt eindigt echter in de buitenste duisternis waar geen herschepping meer plaats zal kunnen vinden.

Beste lezers, ik moet u ernstig waarschuwen voor deze HHK-dominee en zijn arminiaanse leer van de 'in staat gestelde mens'. God werkt zonder ons in ons, zo schrijven dezelfde Dordste Leerregels tevens, en dat staat haaks op zijn leer van de 'in staat gestelde mens', want dé doden (die niets meer kunnen) worden levend gesproken. Dat zijn goddelozen die nergens meer toe in staat zijn (behalve om God van Zijn eer te beroven en alleen maar te zondigen). Het is een daad Gods waar de mens geheel buiten valt! Het gevaarlijke van de leer van dit soort dominees is dat ze enerzijds een waarheid aanhalen (het overkomt je, het gebeurt, zonder dat je er aan hebt kunnen bijdragen) en tegelijk leren ze het tegenovergestelde met de mens die in staat gesteld wordt tot daden van geloof en bekering. Hij zal het wel weer in alle toonaarden ontkennen maar de feiten liggen er.

We sluiten af. Ik voelde eerst een ontzaglijke weerzin om te reageren, maar mijn hart werd heet in mijn binnenste (Ps. 39:4) om hiertegen te getuigen. Dit soort valsheid wordt gewoon in het RD afgedrukt en deze verlichte HHK-icoon krijgt weer eens een podium om zijn adderenvergift uit te spuwen. Wat Voetius wel of niet geschreven heeft vind ik totaal niet interessant, want de Schrift is het einde van alle tegenspraak en niet een boek van Voetius. Voetius wordt door de HHK-dominee ingevoerd om zijn valse wedergeboorteleer uit te dragen. De HHK laat ook deze dominee gewoon zijn gang gaan en wast haar handen in onschuld. Dit soort dominees, en nog veel meer, worden allemaal ingewijd door HHK-dominee en HHK-docent homiletiek (predikkunde) R. van Kooten, die de HNHK voor een 'schotel linzenmoes' heeft verkocht aan de PKN, bang dat hij was voor de PKN-inquisitie. Het wijwater van Van Kooten wordt nog steeds rijkelijk uitgegoten binnen de HHK. Het RD kan zich verder wel druk maken over een geïntroduceerde 'Week van de schepping', maar door dit soort valse leringen prominent een plek te geven in de krant is al dat gezwam over rentmeesterschap maar een lege huls. Ze doen overigens niets anders dan achter de klimaatpaus Al Gore aan te huppelen met zijn gezwam over de opwarming van de aarde. Het is één grote aflaathandel (geld voor het behoud van de aarde).

Zijn Naam zal zijn tot in eeuwigheid; zolang als er de zon is, zal Zijn Naam van kind tot kind voortgeplant worden (wedergeboorte!); en zij zullen in Hem gezegend worden; alle heidenen zullen Hem welgelukzalig roemen. Geloofd zij de HEERE God, de God Israëls, Die alleen wonderen doet (Ps. 72:17-18). Zowel de schepping en onderhouding als de herschepping en onderhouding. AMEN!

M.G. van der Hoeven

Ga naar home pagina "Het gekrookte riet"