Verklaring homoseksualiteit is een vondst van de duivel

Het RD van 6 december 2018 maakte melding van een verklaring over homoseksualteit waarvan drs. Kees van der Ziel de initiatiefnemer is (klik hier). Hieronder volgt de tekst van de verklaring die is ondertekend door dr. P. de Vries (HHK), dr. B.J. Spruyt (HHK), prof. dr. G. Vleugels, Arjan Baan, Barend Bloem, ds. M. Ezinga (Ref. Baptisten), Dirk van Genderen, ds. S. Maliepaard (vGKN), drs. N.M. van Ommeren (PKN), drs. D. Plantinga, W. Riemens, ds. A. Reitsma (NGK). Een bont gezelschap dus.

Verklaring
De Christelijke kerken in Nederland zijn meer en meer bezig te buigen voor de gedachte dat homoseksualiteit ook binnen de kerken aanvaardbaar moet zijn. Deze gedachte gaat terug op omstreden conclusies vanuit de contexten van de Bijbelteksten die over homoseksualiteit gaan. Hiermee wordt de klem van overduidelijke Schriftwoorden ontweken, vaak onder druk van de assertieve homo-lobby. Wij maken ons zorgen over deze ontwikkeling.

Pastoraal gesproken bewijzen wij onze homoseksueel georiënteerde medemens geen dienst, wanneer we doen alsof de Bijbel ruimte biedt voor andere relaties dan het huwelijk tussen één man en één vrouw. Wij zijn alleen veilig in de kerk wanneer wij als zondaar (ongeacht onze seksuele gerichtheid) blijven luisteren naar de Schrift, samen met alle heiligen (Efeziers 3:18).

God onze Schepper wil dat wij Hem in onze relaties heiligen, in het geloof in de opstanding van het lichaam, zoals beleden in het Apostolicum. Ons lichaam is een tempel van de Heilige Geest, die ons roept om Gods naam te heiligen. Het heiligen van Gods naam en het respecteren van zijn wegen moet richtinggevend voor ons denken blijven. In Paulus’ woorden: we zijn geroepen tot een “levend, heilig en voor God welgevallig offer" – het “niet-ik-maar-Christus” blijft ons kompas.

Een duidelijke Bijbelse positiekeuze ten aanzien van homoseksualiteit en kerk is dus geboden. Omdat wij menen dat een theologie, die homoseksuele praxis accepteert, een gevaarlijke vorm is van de natuurlijke theologie, kwamen wij, ondergetekenden, tot onderstaande stellingen. De stem van de Belijdende Kerk zoals die klonk in de zogeheten Barmer Thesen, in verzet tegen de natuurlijke theologie, mag ons tot voorbeeld zijn!

De stellingen

  1. Met het oog op de toekomst van de Kerk belijden wij het Evangelie van Jezus Christus, dat spreekt over de gelovige mens als een nieuwe schepping en over een samengroeien met zijn kruisdood en opstanding, waardoor God ons roept en kracht geeft tot navolging (Rom. 6:4). Deze levensvernieuwing blijft hoop en routekaart voor onze door God bedoelde levensoriëntatie, zowel voor hetero- als homoseksuelen. Als nieuwe schepping in Hem (2 Kor. 5:17) verwerpen wij elke levensstijl die daarmee strijdt, in het geloof dat in de wandel met deze Heer door Zijn Geest, ons levensvernieuwing en kracht tot kruis dragen beloofd wordt.
  2. Wij geloven en omarmen het leven door en het kruis dragen met Christus als de sleutel voor alle pastoraat. Dit belijden gaat in tegen een theologie die volledige levensvervulling in het hier en nu najaagt. Daarom verdienen homoseksuele broeders en zusters die in onthouding leven alle liefde, steun en respect.
  3. Juist op ethisch gebied houden wij vast aan de rechtvaardiging van de goddeloze (die wij van nature zijn) en aan de roeping tot levensvernieuwing, door de Heilige Geest. Dit is een weg van geloof, zoals Thomas werd voorgehouden (Joh. 20:28-29), ook al zien of ervaren wij daarvan soms nog weinig.
  4. Wij verwerpen homohaat en elke vorm van discriminatie van homoseksuele personen in het maatschappelijke leven. Hen die horen of toetreden tot onze geloofsgemeenschap houden wij de weg van Christus voor.
  5. Wij belijden dat, in gemeenschap met Christus, het beeld van God in de mens wordt hersteld, als man en vrouw. Christus vergadert zich Zijn bruidsgemeente, die uiteindelijk "zonder vlek of rimpel" zal zijn, ook al worstelen wij nog met de gebrokenheid van de oude mens. Wij verwerpen daarom elk streven dat de koningsheerschappij van God door Jezus Christus wil vieren los van de bereidheid tot kruis dragen. Wij verwerpen eveneens de opvatting die meent dat de Bijbel ruimte of zegen zou bieden aan alternatieve samenlevingsvormen, die tegen de oorspronkelijke scheppingsorde met betrekking tot het huwelijk ingaan.

COMMENTAAR
Men spreekt in de trant van 'wij maken ons zorgen over deze ontwikkeling'. Gods knechten zijn echter geroepen om 'Alzo zegt de HEERE' te spreken! Ze vinden dat de Christelijke kerken in Nederland meer en meer buigen voor de gedachte dat homoseksualiteit ook binnen de kerken aanvaardbaar moet zijn. Men gaat voorbij aan het feit dat dit allang het geval is. Denk aan de PKN die een sodomitische kerkorde heeft waar mensen van gelijk geslacht met elkaar kunnen trouwen en (in)gezegend worden door homoseksuele/lesbische voorgangers. Men spreekt in deze verklaring over homoseksuele broeders en zusters en geeft daarmee aan dat men zelf homoseksualiteit aanvaardbaar heeft gemaakt in de kerken. Deze verklaring is dus zelf een voorbeeld van acceptatie ervan omdat ze het homo zijn niet onder de zonde besluit maar alleen homo-relaties. Homoseksualiteit bestond niet in het paradijs dus is het duidelijk dat alles wat met homoseksualiteit te maken heeft onder de zonde moet worden besloten.

In de tweede alinea wordt terecht gezegd dat de Bijbel geen ruimte biedt aan andere relaties dan het huwelijk tussen één man en één vrouw. In dezelfde alinea stelt men echter tegelijk dat een zondaar, ongeacht zijn seksuele gerichtheid, samen met alle heiligen naar de Schrift moeten luisteren. Dat Gods Woord alleen gezag heeft is helder, maar hier wordt er wel een bijzondere draai aan gegeven. De brief die de apostel Paulus aan de gelovige Efeziërs richtte geldt ook volgens de opsteller/ondertekenaars van deze verklaring voor gelovigen met een homoseksuele gerichtheid, hetgeen in flagrante tegenspraak is met de Heilige Schrift! Er wordt alleen over relaties gesproken maar niet over het feit dat homo zijn ook zonde is. Alle zonde is ongerechtigheid, dus ook het homo zijn, en van God vervloekt. We hebben het al in vele artikelen geschreven en het is ons niet verdrietig het nog eens te herhalen. Gods Wet oordeelt over gedachten, woorden en werken. Gods gebod is zeer wijd. Zelfs het aanzien van een vrouw om te begeren is al zonde en wordt door de Heere Jezus al voor de daad van overspel gehouden (Mattheüs 5:28, Romeinen 7:7). Deze verklaring beperkt dus de reikwijdte van Gods Wet. Men spreekt over seksuele gerichtheid, maar Gods Woord leert dat niet. Ieder mens is gericht op de zonde omdat we in Adam gevallen zijn vanwege opstand tegen God, en ten gevolge daarvan zonde zijn geworden en daarom zonde doen.

In de derde alinea wordt verwezen naar Romeinen 12:1, al staat deze verwijzing er niet bij. Wat staat daar? IK bid u dan, broeders, door de ontfermingen Gods, dat gij uw lichamen stelt tot een levende, heilige en Gode welbehaaglijke offerande, welke is uw redelijke godsdienst. Tegen wie zegt de apostel dit? Tegen de degenen die in Christus zijn, dus de ware broeders en zusters), het volk van God. Kunnen homoseksuelen die zeggen Christen te zijn hier ook onder worden gerekend? Als we werkelijk naar de Schrift luisteren dan moeten we zeggen dat dit niet mogelijk is. De apostel Paulus spreekt duidelijk in 1 Korinthe 6 over de zonde van homoseksualiteit (het bij mannen liggen wordt dat genoemd) en betreffende de bekeerden zegt hij: "En dit waart gij sommigen; maar gij zijt afgewassen, maar gij zijt geheiligd, maar gij zijt gerechtvaardigd in de Naam van de Heere Jezus en door de Geest van onze God (1 Korinthe 6:11)". Dus een tot God bekeerde homoseksueel zal zich geen homoseksueel meer noemen en is ook geen Christen met een homoseksuele gerichtheid. De homoseksuelen die door God tot God bekeerd zijn zullen dus aangeven geen homoseksueel meer te zijn. Dat is wat de apostel leert in 1 Korinthe 6:11. Dan geldt dit vanzelf ook voor een homoseksueel die volgens de verklaring in onthouding leven. Men spreekt over respecteren van Zijn wegen, terwijl respecteren kan zonder er innerlijk mee verbonden te zijn. Men heeft het verder over 'richtinggevend voor ons denken' en over 'Christus als kompas', maar daarvan blijkt dus niets in deze verklaring, zodat deze verklaring niet anders is dan gefilosofeer van degenen die onder de Wet zijn en niet onder de genade. Als het leven je Christus geworden is dan is de zonde je de dood geworden, dus ook homoseksualiteit. Je gruwt dan ook van dit woord, maar dat doen de promotors van deze verklaring in het geheel niet want ze spreken over homoseksuele broeders en zusters.

In de vierde alinea heeft men het over een duidelijke positiekeuze ten aanzien van homoseksualiteit en kerk (kleine letter). Die positiekeuze is mij wel duidelijk maar Bijbels is het niet. De ware Kerk kan niet meer in de zonde leven en zal op grond van Gods Woord leren dat Christen en homoseksueel zijn (gerichtheid is een verzinsel om onderscheid te kunnen maken met degenen die ook relaties aangaan, terwijl dat onderscheid er niet is) onverenigbaar is. De Barmer Thesen wordt aangehaald als voorbeeld van verzet tegen de natuurlijke theologie. Met 'natuurlijke theologie' bedoelt men dan een wijsgerige godsleer of filosofische theologie. Welnu, hetgeen deze verklaring over homoseksualiteit stelt is niets anders dan wijsgerig en filosofisch want het komt uit de mens op en niet uit het Woord van God. Waarom komt het uit de mens op? Omdat men homoseksuelen in twee groepen opdeelt: mensen met een homoseksuele gerichtheid en mensen die daarnaast ook nog een homoseksuele relatie zijn aangegaan. De eerste groep kan men onder de ware gelovige scharen en de tweede groep (misschien) niet omdat ze God niet heiligen in hun relatie. Dit onderscheid te maken is ingegeven door de duivel en niet gebaseerd op de leer van de Schrift.

Dan willen we nu de stellingen nalopen.

Stelling 1. Dit is pure wijsgerige en filosofische theologie. Men spreekt over de gelovige mens die samengroeit met de kruisdood en opstanding van Jezus Christus. Het woord 'samengroeien' vind ik niet terug in Romeinen 6:4, wel over een der zonde gestorven zijn (vers 2), in Zijn dood gedoopt zijn (vers 3) en met Hem begraven zijn door de doop in de dood (vers 4). Hier is sprake van een radicale afsnijding zoals de apostel Paulus ook leert in Romeinen 7:9, want als het gebod komt dan wordt de zonde weder levend en dan sterft de oude mens (ik ben gestorven zegt de apostel), en wordt ze opgewekt met Christus in een nieuw, godzalig leven (de nieuwe mens). God geeft de zogenaamde samengroeiende gelovige geen kracht tot navolging van Christus omdat dit soort gelovigen niet de ware gelovigen zijn. Trouwens, voor Gods volk geldt dat het vlees zich der Wet Gods niet onderwerpt, want het kan ook niet (Romeinen 8:7). Dat wil dus niet zeggen dat de homoseksuele gerichtheid onder vlees geschaard moet worden in het leven der genade, want het zeggen een homoseksuele gerichtheid te hebben is leven in de zonde hetgeen de onbegenadigden doen. De apostel schrijft verder in 1 Korinthe 1:30 dat Christus ons geworden is wijsheid van God, en rechtvaardigheid en heiligmaking en verlossing. Het is dus Christus door Zijn Geest die alles werkt tot Zijn eer en niet de mens die wat hoedaningheden krijgt toebedeeld om Hem na te volgen. Ze leren dus dat je oude mens kunt zijn met een homoseksuele gerichtheid en ook een nieuwe mens in Christus. Met andere woorden een homo-christen.

Degenen die dat bedenken zijn dus zwanger van de wijsbegeerte of filosofie. Verder heeft men het over levensvernieuwing als hoop en routekaart voor onze door God bedoelde levensoriëntatie. Hoe bedenken ze zulke uitspraken? Pure filosofie, deze routekaart naar schijnvrede. Christus Zelf is echter onze Hoop (Kol. 1:27, 1 Tim. 1:1). Levensvernieuwing en kracht tot kruisdragen wordt niet beloofd maar door Woord en Geest gewerkt in Gods ware volk. Ze bedoelen met al die vage uitspraken dat homo-zijn een kruis is wat wordt door de Heere is opgelegd, ofwel een doorn in het vlees, zoals bij de apostel Paulus (2 Kor. 12:7). Die doorn in het vlees is echter niet te vereenzelvigen met een homoseksuele gerichtheid, wat zonde is, of welke andere zonde dan ook. 2 Korinthe 5:17 spreekt over een nieuw schepsel in Christus: het oude is voorbij gegaan, zie, het is alles nieuw geworden. Het oude is echter bij deze verklaring niet voorbij gegaan want men spreekt over homoseksuele broeders en zusters in de tweede stelling.

Stelling 2. Homoseksuele broeders en zusters bestaan niet in Gods Woord en zijn ook geen ware gelovigen. Er zijn ook geen pedofiele broeders en zusters. Degenen die van Christus zijn worden Christenen genoemd en dat zijn de ware broeders en zusters die God tot hun Vader hebben, Christus tot hun Hoofd en die geleid worden door Gods Geest. Al die toevoegingen aan broeders en zusters, om ze te kerstenen als ware broeders en zusters, zijn van de duivel. Indien dezulken zich niet bekeren van hun homo-zijn dienen ze onder de Bijbelse tucht gesteld te worden zoals de apostel in 1 Korinthe 5 ons leert.

Stelling 3. Ze houden vast aan de rechtvaardiging van de goddeloze zeggen zij, maar dat betekent dus in hun geval de rechtvaardiging van de goddeloosheid. Als je werkelijk kennis hebt aan de rechtvaardiging van de goddeloze dan is de goddeloosheid (allereerst van jezelf) een gruwel voor God geworden. Dat is een volk wat in de weg van een welgevallen krijgen aan de straf van hun ongerechtigheid is vrijgesproken van zonde, schuld en straf (rein verklaard) en is ingelijfd in Christus door het geschonken geloof en wandelt door de liefde Gods (Leviticus 26:41-42, Johannes 15:3, Efeze 2:8). Bij dat volk is de hand op de mond gegaan, maar tegenwoordig spreken ze de zonde vrijuit (Jesaja 3:9) met hun coming-outs in kerkelijk Nederland. De genoemde homoseksuele broeders en zusters hebben volgens de verklaring een weg van geloof te gaan zoals Thomas werd voorgehouden door de Heere Jezus. Thomas zou echter gruwen van deze goddeloze theologie en al degenen die dit prediken verdoemen, want Thomas was een gunstgenoot des HEEREN die de verheffingen Godes in zijn keel had geschonken gekregen, en een tweesnijdend zwaard in zijn hand (Psalm 149:5-6). Dat zijn de zachtmoedigen die het aardrijk zullen beërven (Psalm 149:4, Mattheüs 5:5). De duivelen geloven dat God een enig God is en zij sidderen (Jak. 2:19), maar de opstellers van deze homokerstenende verklaring sidderen in het geheel niet.

Stelling 4. Ook weer zo'n filosofische en wijsgerige stelling. Ze verwerpen homohaat en elke vorm van discriminatie van homoseksuele personen, waarbij ze barmhartiger willen zijn dan God. Ze passen namelijk de Bijbelse tucht niet toe op homoseksuelen binnen de kerkelijke gemeente, maar plakken ze het etiket celibataire broeders en zusters op, nodigen ze ten Avondmaal (om dat te ontheiligen) en geven ze een plak als voorganger/ambtsdrager. We zien deze van God vervloekte praktijk massaal in kerkelijk Nederland. Als ze werkelijk de leer van Christus voorhouden betreffende homoseksualiteit dan zou je een Bijbels geluid horen. Dat ontbreekt echter, want men kerstent het homo-zijn en beperkt Gods Wet alleen tot homoseksuele relaties. Het haten van medemensen (wie dan ook) is ongeoorloofd maar de gevolgtrekking die men doet met deze verklaring is tevens ongeoorloofd, ja zelfs goddeloos.

Stelling 5. Ze spreken over worstelen met de gebrokenheid van de oude mens. Gods volk is echter geen oude mens meer maar een nieuw mens in Christus die wil wat God wil want de Heilige Geest zondigt niet, al bevindt ze tegelijk vleselijk te zijn, verkocht onder de zonde, zoals we in Romeinen 7 kunnen lezen. De nieuwe mens torst het lijk van de oude mens met zich mee totdat ze hiervan definitief verlost zijn bij hun opname in heerlijkheid (Psalm 73:24). Ze kunnen na hun bekering echter niet meer in de zonde leven omdat ze onder de genade zijn en niet onder de Wet. Zich een Christen noemen met een homoseksuele gerichtheid (met of zonder relatie) bestaat niet met de genade. Als God een hoer bekeert dan is ze geen hoer meer, als God een pedofiel bekeert dan is hij geen pedofiel meer, als God een homo bekeert dan is hij geen homo meer, als God een belastingontduiker bekeert dan is hij geen belastingontduiker meer, als God een kaartspeler bekeert dan is hij geen kaartspeler meer. Enz... enz.... En de bevinding dan? Ach lezer, volstrekt goddeloos, de grootste der zondaren. Alles wat we meer zijn is teveel. Ze zullen zich schamen over hun eertijds (Romeinen 6:21). Dat is een waarachtig kenmerk van ware genade. Het worstelen met de gebrokenheid van de oude mens is echter niet anders dan worstelen onder de Wet, omdat men nog niet door de Wet der Wet gestorven is (Gal. 2:19) en nog niet door de enge poort is gegaan die tot het leven leidt (Mattheüs 7:13) en die poort is Christus.

Wat verder in het geheel niet naar voren komt is dat homoseksualteit een onnatuurlijke zonde is, en dat de Heere de Zijnen bewaart voor onnatuurlijke zonden zoals homofilie, incest, pedofilie, en zelfmoord en ook bewaart voor de zonde tegen de Heilige Geest. Verder worden de teksten uit de Bijbel over homoseksualiteit beperkt tot relaties (praxis) terwijl de Heere Jezus al bij heteroseksuele zonden zegt dat het aanzien van een vrouw om te begeren al de daad (praxis) van overspel is. Dus zeggen homo te zijn of een homoseksuele gerichtheid te hebben is ook al de homoseksuele daad (praxis). Die notie ontbreekt ook geheel in deze verklaring en bij de theologen die deze verklaring hebben ondertekend. Daarnaast leren ze dat God een half werk doet in de bekering en de oude mens niet wordt gedood maar samengroeit met Zijn kruisdood en opstanding. Ze leren dus dat je tegelijk oude mens en nieuwe mens kunt zijn, terwijl Gods Woord deze leer nergens leert. Deze verklaring helpt dus homoseksuelen helemaal niet want ze worden door deze zogenaamde pastorale theologen de handen opgelegd, terwijl Gods Woord leert dat dezulken de Wet scherp gepredikt moet worden met als doel dat de oude mens gedood wordt. Zulke verlorenen waar het leven uit is worden door God in Christus levend gesproken (Ezechiël 16:6). Dat geldt dus voor elke zondaar van nature die de Heere naar Zijn welbehagen komt gelukzalig te maken op aarde (Psalm 41:2-3).

Men preekt dus geen Wet en Evangelie, maar wetticisme met een EHBO-evangelie. Deze verklaring dienen we dus op grond van Gods Woord geheel te verwerpen als zijnde totaal indruisend tegen de leer van Christus. De wijze koning Salomo schreef: "Alleenlijk zie, dit heb ik gevonden, dat God den mens recht gemaakt heeft, maar zij hebben vele vonden gezocht (Prediker 7:29)". Eén van die vonden (te weten boze, erge, kwade vonden of listen zoals de kanttekeningen hierbij schrijven) is deze verklaring. Degenen die de leer, die in deze verklaring wordt geleerd, uitdragen dienen zich te bekeren van deze zonde, en zo niet dan dienen ze onder de tucht gezet te worden, naar het bevel van Christus.

M.G. van der Hoeven

Ga naar home pagina "Het gekrookte riet"