De statuten van de VBOK vermelden o.a.:
Doel (art. 4 van de Statuten) De vereniging stelt zich ten doel te bevorderen, dat het leven van de nog niet geboren mens wordt beschermd vanaf de conceptie.
Middelen (art. 5 van de Statuten) De vereniging tracht dit doel te bereiken door: a. het bieden van hulp aan hen die door een zwangerschap in de problemen zijn geraakt; b. het geven van voorlichting over het ontstaan, de groei, de ontwikkeling en de beschermwaardigheid van de mens vanaf de conceptie; c. het uitdragen van de overtuiging, dat er vanaf de conceptie sprake is van een mens-in-ontwikkeling die beschermwaardig is.
Als je artikel 4 en 5 leest dan staat dit op gespannen voet met de uitspraak van Van Veelen: ""Als je bij ons in de spreekkamer luistert, zul je merken dat de maatschappelijk werker op geen enkel moment zegt: Maar besef wel dat dit een ongeboren kind is dat je niet moet aborteren. We vragen wel: Heb je bedacht wat dit betekent voor je? En daarin wordt dus absoluut niet gestuurd."
Of het nu met abortus is (dit zijn puur nazi-praktijken, de Christen-Unie roept wel op om diegenen die de holocaust ontkennen strafrechtelijk te vervolgen, maar abortus-artsen mogen vrij rondlopen en zijn volgens de VBOK geen criminelen), of met het onderwijs (Dhr. Büdgen van het Wartburg College wil het atheïstische SP-kamerlid Van Dijk vooral aantonen dat ze meedoen aan integratie door uitwisselingsprogramma's met islamitische scholen te overwegen, zie RD van 31 oktober 2009), het hele Refodom ademt niets maar dan ook niets van de vreze des Heeren uit. Continue wil men in het gevlij blijven komen bij de godloochenaars. Beseft men nog wat Groen van Prinster zei: "Het is een strijd tussen geloof en ongeloof." De ware Godsdienst probeert niet bij de wereld in het gevlij te komen. Nee, hiervan geldt door genade wat staat opgetekend in Psalm 149:6 "De verheffingen Godes zullen in hun keel zijn; en een tweesnijdend zwaard in hun hand." Het is alles de dood in de pot onder de huidige christenheid in ons land. Al neemt met Jezus op de lippen en roemt men in Gods Woord.