Bart Jan Spruyt:Protestant en katholiek hebben elkaar nodig

Het RD van 27 februari 2012 bezorgde ons weer een 'prachtig' verslag van een bijeenkomst getiteld "de Avonden aan de Aa" waarbij Bart Jan Spuyt memoreerde over ds. J.T. Doornenbal, en waarbij een gesprek ontsproot met de rooms-katholieke kardinaal Simonis en de rooms-katholieke bisschop Hurkmans.

COMMENTAAR
Op welke stellingen trakteerde Spruyt ons zoal? We noemen er zeven:

  1. De christelijke kerk krijgt in toenemende mate te maken met agressie van een seculiere meerderheid die niet meer wil tolereren wat vroeger wel gebeurde. Het grote front in deze tijd ligt tussen het orthodoxe christendom en de seculiere wereld. Protestanten en katholieken moeten in deze strijd schouder aan schouder staan.
  2. Er is meer wat ons bindt dan wat ons scheidt, volgens Spruyt.
  3. Kardinaal Simonis: "Er is een nieuwe evangelisering nodig, maar het lijkt dat de religieuze zin is afgestompt. Wees zo goed al het mogelijke te doen opdat protestanten en katholieken samen werken aan evangelisering."
  4. Spruyt beloofde zijn best te doen als publicist.
  5. Over ds. Doornenbal zei Spruyt: "De predikant was gefascineerd door de grandeur van de rooms-katholieke kerk en geloofde in de gemeenschap der heiligen met hen die ontslapen waren. Hij bezocht wel eens een rooms-katholieke dienst en had een zwak voor kloosters. Als hij zich depressief voelde, sprak een non hem wel eens moed in. Doornenbal was getroffen door de autobiografie van de Franse non Thérèse de Lisieux. Hij bezocht haar graf, noemde haar rijk begenadigd en zei dat er zegen over de aarde was gekomen door haar liefdedaden."
  6. Ds. Doornenbal geloofde niet in het organiseren van de eenheid. Hij zei dat we moeten wachten tot God het wil.
  7. Spruyt betoogde dat de leer van de ruil van zonde en gerechtigheid in de protestantse theologie nadrukkelijker aanwezig is dan in de rooms-katholieke traditie.
Hieronder volgen zeven commentaren op bovengenoemde stellingen:

  1. Spruyt zegt dat de strijd gaat tussen protestanten en katholieken (hij had beter rooms-katholieken kunnen zeggen, want er is één katholieke Kerk. Dat zijn echter wel de ware Christgelovigen.) enerzijds en de seculiere minderheid anderzijds. Dat is echter een misvatting. Het gaat om een andere strijd zoals verwoordt in Genesis 3:15: "En Ik (de HEERE God) zal vijandschap zetten tussen u en tussen deze vrouw, en tussen uw zaad en tussen haar Zaad; Datzelve zal u de kop vermorzelen, en gij zult Het de verzenen vermorzelen". Groen van Prinsterer sprak van de strijd tussen ongeloof en geloof. Spruyt schetst dus een valse voorstelling van zaken. Een ware protestant (die duur gekocht is door het bloed van Jezus Christus, toegepast aan de ziel) kan nooit en te nimmer zij aan zij met rooms-katholieken een door hem genoemde strijd voeren tegen de seculiere meerderheid! Het kunnen staan tegen de listige omleidingen van de duivel kan alleen als de wapenrusting Gods is aangedaan (Efeze 6:10-11). Dat kan dus alleen door het ware volk Gods geschieden, die in Christus zijn ingelijfd door de geschonken wijsheid, rechtvaardigheid, heiligmaking en volkomen verlossing van Jezus Christus (1 Korinthe 1:30).
  2. Spruyt zegt, net als Simonis, dat er meer is wat ons bindt dan wat ons scheidt. Als dat waar zou zijn, dan is de Reformatie een werk van de duivel. Laat ik eens een citaat van Johannes Calvijn in zijn commentaar op Psalm 133 voorhouden. Wat zegt Calvijn, de dienstknecht van Jezus Christus?: "Indien het mocht gebeuren dat God in Zijn goedheid geeft dat de papisten van hun afval (leest u het goed! AFVAL) teruggebracht worden tot een godvruchtige eensgezindheid, dan kunnen wij deze bewoordingen (hij wijst dan op de eenheid in geloof en broederlijke liefde) gebruiken om er God voor te danken; en intussen behoren wij met hartelijke liefde al diegenen te ontvangen, die zich nederig en vreedzaam Gode onderwerpen". Even verder zegt Calvijn: "Daarom kunnen wij de oneerlijkheid van de Papisten gemakkelijk bewijzen, als zij ons laaghartig beschuldigen van scheurmakerij en het zaaien van verdeeldheid, alsof wij niet genoegzaam aangetoond hadden, dat wij niets liever zoeken of begeren dan dat zij zich met ons verenigen in de waarheid Gods". Tot slot nog een laatste citaat van Calvijn uit het genoemde commentaar: "Laten wij ons dan beijveren om zo veel wij vermogen plaats te geven aan broederlijke eensgezindheid, opdat de zegen Gods onder ons wone. Laat ons ook beide armen uitstrekken en hen omhelzen, die in gevoelen van ons verschillen, mits zij niet weigeren terug te keren tot de eenheid des geloofs. En indien sommigen, weerstrevend zijn en de verzenen tegen de prikkels slaan, zo moeten wij hen laten gaan, want, gelijk gezegd is: wij hebben geen broederschap dan met de kinderen Gods".
    Al deze citaten van Calvijn zijn terug te leiden op Gods Woord, zoals in 2 Korinthe 6:14 waar staat: "Trekt niet een ander juk aan met de ongelovigen; want wat mededeel heeft de gerechtigheid met de ongerechtigheid, en wat gemeenschap heeft het licht met de duisternis?". De paus en zijn dienaren (bisschoppen, kardinalen) zijn grote loochenaars van de Heere Jezus Christus en Zijn volbrachte, volkomen, Middelaars-arbeid. De Bijbelse leer is door hen verkracht, Maria wordt aangebeden en de aflaten worden rijkelijk gestrooid en de mispriesters offeren alsof er geen Offer heeft plaatsgevonden. Niet voor niets wordt de mis door onze vaderen een vervloekte afgoderij genoemd. Nu, waar afgoderij plaats vindt, daar kan ook geen gemeenschap worden beoefend! Allen die dat wel kunnen hebben geen deel aan Christus en Zijn weldaden.
  3. Kardinaal Simonis wil dat protestanten en rooms-katholieken samen evangeliseren. Dat is net zo onmogelijk als dat Simon de Tovenaar samen met de apostel Petrus zou evangeliseren. De apostel Petrus zegt tegen deze tovenaar, en dat zou hij ook tegen de paus en zijn handlangers zeggen: "Uw geld zij met u ten verderve, omdat gij gemeend hebt dat de gave Gods door geld (lees aflaat) verkregen wordt (Handelingen 8:20)". Alleen valse christenen kunnen samen met de mispriesters 'evangeliseren'.
  4. Spruyt knikt als een knipmes en belooft om hier een bijdrage aan te leveren in woord en geschrift. Waar Elsevier al niet goed voor is. Als ik goed geinformeerd ben dan behoorde Spruyt tot de Gereformeerde Gemeenten in Nederland, en is hij inmiddels overgestapt naar de Hersteld Hervormde Kerk. Dit soort spruyten dient echter wel de wacht aangezegd te worden door de kerkenraad.
  5. Spruyt haalt ds. Doornenbal aan en dat deze dominee wel eens een roomse kerkdienst bezocht. Dat zijn de woorden van Spruyt die ik niet kan verifieren. Daarvoor ken ik Doornenbal en zijn geschriften te weinig. Het blijft echter onmogelijk dat een kind Gods zich vrijwillig onder de roomse eucharistie neerzet. Je kunt gefascineerd zijn door de grandeur (grootsheid, pracht en praal) van de roomse kerk, maar dan laat je je wel betoveren door de duivel. We zullen het maar niet hebben over de methoden die de roomse kerk heeft gehanteerd om de sint-pieter in Rome te bouwen.
  6. Ds. Doornenbal geloofde niet in het organiseren van de eenheid. Hij zei dat we moeten wachten tot God het wil. Deze uitspraak kan ik van harte bijvallen, al moet ik erbij aantekenen dat het geen eenheid buiten Gods waarheid om kan zijn. Wat uit de mens is, is uit de aarde aards, en zal geen dagenraad hebben. Spruyt kan dus beter deze geciteerde uitspraak ter harte nemen, dan al zijn pauselijke pen op te nemen en de onderlinge eenheid te gaan aanprijzen. Wat zegt de wijs gemaakte Salomo in Spreuken 1:11-14: "Indien zij zeggen: Ga met ons, laat ons loeren op bloed, ons versteken tegen den onschuldige, zonder oorzaak; Laat ons hen levend verslinden, als het graf; ja, geheel en al, gelijk die in den kuil nederdalen; Alle kostelijk goed zullen wij vinden, onze huizen zullen wij met roof vullen; Gij zult uw lot midden onder ons werpen; wij zullen allen één buidel hebben".
    Kijk dat is nu de roomse leer ten voeten uit. De mensen willens en wetens bedriegen (loeren op bloed, levend verslinden) voor de eeuwigheid door ze te laten geloven dat het wel goed komt als je in de valse kerkleer gelooft, en na het sterven is het altijd nog mogelijk om met geld het vagevuur te ontlopen. Met al dat geldt zullen we één buidel hebben en onze huizen (lees kathedralen) zullen we met roof vullen. Voor dit soort valse godsdienst (waarvan Spruyt vindt dat er meer is dat bindt dan wat scheidt) wil Spruyt het op een akkoordje gooien. Het is om van te gruwen, net als van die dominee hegger (voormalig misdienaar) die de paus zijn broeder in Christus noemt. Eerst een boek schrijven "Moeder, ik klaag u aan" en na enkele decennia weer als een hond tot zijn uitbraaksel terugkeren, en de anti-christ zijn broeder in Christus noemen.
  7. Tot slot een laatste gruwelijke uitspraak van Spruyt: "De leer van de ruil van zonde en gerechtigheid is in de protestantse theologie nadrukkelijker aanwezig dan in de rooms-katholieke traditie". Spruyt weet niet waar hij het over heeft en raaskalt maar wat met zijn verstand. Hij leert dat zowel in de protestantse theologie als in de rooms-katholieke theologie de leer van Christus wordt geleerd. Alleen bij de protestanten is die leer nadrukkelijker aanwezig en bij de roomsen minder nadrukkelijk. Wat hij dan echter onder protestant verstaat is niet meer dan een rooms protestantisme. Rome leert dat Maria medeverlosseres is. Rome leert dat de goede werken in het stuk van de rechtvaardigmaking voor God meedoen. Rome leert geen zekerheid des geloofs. Rome loochent de drie-enige God en het werk Gods. Ze loochenen de Vader Die gezegd heeft dat Hij een welbehagen heeft in Zijn geliefde Zoon en dat de Zijnen Hem moeten horen, in tegenstelling tot de roomse kerk die leert om de kerk te horen en het volbrachte Middelaarswerk te loochenen, éénmaal aan het kruis geschied, door in de mis te geloven. Ze loochenen de Zoon die dé Middelaar Gods en der mensen is en die dé enige Zaligmaker der wereld is en die geen plaatsbekleder op aarde heeft of duldt. Rome loochent de Heilige Geest door Zijn werk onnodig te achten want de Heilige Geest getuigt het ons ook zegt de apostel Paulus in Hebreeën 10:14-15: "Want met één offerande heeft Hij in eeuwigheid volmaakt degenen die geheiligd worden. En de Heilige Geest getuigt het ons ook."
    Tot slot, als we de leer van verzoening door voldoening (Ik voor u daar gij anders de eeuwige dood had moeten sterven) niet als een bevindelijke waarheid hebben leren kennen, dan weten we nergens van, en dan filosoferen we maar wat, zoals heden ten dage massaal gebeurd, net als bij het Spruytenartikel in het RD.
GELOOFT DIE RD ARTIKELEN NIET DIE WEL EEN GEDAANTE VAN GODZALIGHEID HEBBEN MAAR DIE DE KRACHT DERZELVE VERLOOCHEND HEBBEN. HEB OOK EEN AFKEER VAN DEZEN!