'Trou moet blijcken' volgens Peter Schalk (SGP)

In het Religieuze Dagblad schreef de fractievoorzitter van de SGP in de Eerste Kamer der Staten-Generaal, de heer Peter Schalk, een artikel getiteld "Residentiepauzedienst (Peter Schalk): Trou moet blijcken". In de Waalse kerk in Den Haag wordt iedere derde dinsdag van de maand een residentiepauzedienst gehouden. Een predikant spreekt een meditatie uit, waarna een politicus van een van de christelijke partijen een toespraak houdt. Dit keer was het de beurt aan Peter Schalk om een toespraak te houden. Hij gaat in dit artikel in op het afleggen van de eed.

De grondwet in Nederland is sinds de invoering regelmatig gewijzigd. Algemene godsdienstvrijheid (zowel van geweten als openbare uitoefening) is opgenomen in de grondwet (artikel 6), en ook het gelijkheidsbeginsel met alle rechten voor hetero, homo, transgender etc.. in artikel 1 van de grondwet. De algemene wet gelijke behandeling heeft artikel 1 verder uitgewerkt. Men ziet in dit artikel zonde niet meer als zonde. Dat geldt ook voor de godsdienstvrijheid, want Gods Woord leert geen godsdienstvrijheid. Niemand heeft het recht om de afgoden te dienen. Prediker 12:13 dient het uitgangspunt te zijn voor de grondwet. De heer Schalk heb ik de vraag gesteld hoe hij dan de eed op de grondwet kan afleggen en daarbij de hulp van God kan inroepen bij zaken die tegen Gods Woord indruisen?

De heer Schalk schrijft mij dat hij in deze bijdrage met als titel 'Trou moet blijcken' heeft geprobeerd duidelijk te maken op welke wijze een christen politicus betrouwbaar en geloofwaardig mag functioneren. Hierbij refereerde hij aan de eed die hij in 2015 mocht afleggen. Hij acht het een voorrecht om de eed af te mogen leggen, liever dan het schrale "dat verklaar en beloof ik" waarbij je aangeeft het zelf te moeten doen. Met de eed mag ik in afhankelijkheid de hulp van God inroepen, zo schrijft hij. Dat geeft een grote verantwoordelijkheid. Maar het is ook een groot goed dat de grondwet de ruimte en gelegenheid biedt om te trachten het beleid in Bijbelse zin bij te sturen en om een appèl op dit Woord te doen tegenover de overheid. Dit alles vraagt om trouw te zijn, niet alleen ten opzichte van de koning, het Statuut en de Grondwet, maar bovenal aan de Koning der koningen. Tot zover de reactie van de heer Schalk.

Dit soort reacties zijn altijd het bekende refrein waarbij ze om de gestelde vraag heendraaien en een heel ander antwoord geven. Natuurlijk is er verschil tussen de Bijbelse eed en de belofte. Alleen maakt het wel uit waar we de eed op afleggen. In dit geval gaat het om een grondwet die algehele vrijheid van godsdienst voorstaat. Je mag moskeeën bouwen, hindoe tempels, satans kerken etc... Een christen kan nooit de eed afleggen op een grondwet die indruist tegen het Woord van God. Godsdienstvrijheid is namelijk niet Bijbels. Dan had de profeet Elia ook niet naar de Karmel hoeven gaan. Met de eed wordt Gods hulp ingeroepen om deze grondwet te gehoorzamen. Ik begrijp wel waarom SGP-ers tegenwoordig niet meer pleiten voor het verbod op moskeeën, satanskerken, hindoetempels etc... Je krijgt dan van die constructies zoals in het Islammanifest van de SGP waar o.a. staat: "De overheid gaat bij uitstek over de inrichting van de publieke ruimte. Daarom stelt de overheid letterlijk paal en perk. Dat Nederland de vrijheid van godsdienst erkent, betekent niet dat de uitingen van alle godsdiensten op straat hetzelfde behandeld moeten worden. Het zou bijvoorbeeld ontsierend zijn om naast de Tweede Kamer een hoge minaret te plaatsen. Het binnen de perken houden van islamitische uitingen in de publieke ruimte doet recht aan onze cultuurhistorische traditie, het vermijden van onnodige gevoelens van onbehagen en het garanderen van open communicatie tussen burgers. Er is genoeg islam in het Midden-Oosten, dat hoeven we in het Westen niet nog eens dunnetjes over te doen."

Een hoge minaret naast de Tweede Kamer is dan alleen maar ontsierend. Het binnen de perken houden van islamitische uitingen is nog geen verbod (al zijn er uitingen die je niet hoeft te verbieden zoals eerbaar geklede vrouwen, want daar kunnen christenen en anderen ook nog wel wat van leren). Het is wel frappant dat sinds de SGP de godsdienstvrijheid heeft omarmd (zowel van geweten als in de publieke ruimte) men geen verbod wil van afgodstempels. De heer Schalk haalde in zijn bijdrage artikel 36 aan van het Statuut van het Koninkrijk waar staat: "Nederland, Aruba, Curaçao en Sint Maarten verlenen elkander hulp en bijstand." Hij had beter artikel 36 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis kunnen aanhalen waar het gaat over het ambt van de overheid die tot taak heeft om afgoderij en valse godsdienst te weren en uit te roeien. Het gaat hierbij niet om het uitroeien van mensen, maar om de eer van God te bevorderen in de samenleving. Dan kun je nooit instemmen met godsdienstvrijheid en daar de eed op afleggen. Dat is echt verzoeken van de HEERE God, hetgeen wordt verboden in Deut. 6:16.

Politiek bedrijven door eerst de eed op de goddeloze grondwet af te leggen is niet waar een christen toe geroepen is. Men wil allemaal een beetje het beleid bijsturen, zoals de heer Schalk zelf aangaf. Minder koopzondagen, minder abortussen, minder prostitutiebezoek door een hogere leeftijdsgrens voor prostitutie, minder oproepen vanaf de minaret. Allemaal minder, minder, minder. Het is echter allemaal het bestrijden van de zonde met de zonde. De apostel Paulus spreekt in Romeinen 3:8 over deze handelswijze met de woorden: "Laat ons het kwade doen, opdat het goede daaruit kome." Hij laat erop volgen: "Welker verdoemenis rechtvaardig is." Gods wet is absoluut en neemt geen genoegen met minder, minder, minder. De SGP doet niet anders dan het gebod Gods teniet met hun politiek bedrijven en ze menen nog Gode een dienst te doen ook. 'Trou moet blijcken' volgens Peter Schalk (SGP), maar dat kan echter nooit ten koste van de ere Gods. Ze maken bij de SGP echt een dodelijke vergissing die ze eeuwig zullen bewenen.

Wat dan wel te doen als deelnemen aan het politieke bedrijf niet meer mogelijk is en de kerken er het zwijgen toe doen?

Een krachtig gebed van een rechtvaardige vermag veel. Het gebed voor de overheid in de binnenkamer. Geve de Heere dat te beoefenen, gewerkt door Zijn Geest. Wordt dit nog wel werkelijk geloofd binnen de christenheid in Nederland?

M.G. van der Hoeven

Ga naar home pagina "Het gekrookte riet"