Ds. Rentier (E&M) in gesprek met islamiet Joram van Klaveren (ex-PVV)

In het RD van 23 februari 2019 staat een artikel (klik hier) over een gesprek wat ds. Cees Rentier (directeur Evangelie en Moslims) heeft gehad met islamiet Joram van Klaveren (ex-PVV politicus).

Een aantal dingen vallen mij op, en die heb ik ook ds. Rentier voorgelegd, echter zonder reactie te hebben gekregen, hetgeen kenmerkend is voor de huidige godgeleerdheid.

Als Joram van Klaveren de Bijbel onbetrouwbaar acht door Handelingen 9:7 tegen Handelingen 22:9 uit te spelen, door te stellen dat in Handelingen 9 omstanders wél een stem horen maar in Handelingen 22 juist niet, dan komt ds. Rentier met een reactie dat de Bijbel geen blok steen is wat uit de hemel is neergedaald. Ds. Rentier vergeet dat de Bijbel Gods Woord is, waarvan geldt dat al de Schrift van God is ingegeven (2 Tim. 3:16). De kanttekeningen schrijven hierbij als toelichting:

Gr. van God ingeblazen, dat is, door ingeven van den Heiligen Geest, Die een Geest der waarheid is en de schrijvers van deze Schriften in alle waarheid geleid heeft, dat zij niet hebben kunnen dwalen. Zie Joh. 16:13. 2 Petr. 1:20, 21.

Kortom, er staan geen fouten in de grondtalen van de Bijbel! Wel kan er een verkeerde vertaling worden gemaakt van de grondtaal.

Als het gaat om de bovengenoemde Bijbelteksten dan is de tegenwerping van Van Klaveren eenvoudig te weerleggen.

In Handelingen 9:7 staat ‘horende wel de stem’. In het Grieks staat er voor stem phOnEs (1K) (phOnEs), wat geluid betekent. Dus er staat ‘horende wel het geluid van de stem’. In Handelingen 22:9 staat ‘maar de stem Desgenen Die tot mij sprak, hoorden zij niet’. In het Grieks staat er voor stem phOnEn (1K) (phOnEn), wat ‘stem’ betekent.

Met andere woorden degenen die met Saulus van Tarzen op de weg waren hoorden wel het geluid van de stem, maar de stem zelf hoorden ze niet, want die hoorde Saulus van Tarzen alleen. Bekering is namelijk een persoonlijke zaak tussen God en je ziel.

Van Klaveren zegt over zijn jeugd: "Toen ik een jaar of zestien was, had ik het gevoel door Christus een relatie met God te hebben." Nu zegt Van Klaveren dat Jezus wel historisch is maar ontkent hij dat Jezus de Zoon van God is en Zijn leven gaf tot een rantsoen voor velen. Op Van Klaveren is Hebr. 6:4-6 van toepassing. Dezulken kunnen nooit en te nimmer vernieuwd worden tot bekering, want dat is de Zoon van God wederom kruisigen en openlijk te schande maken. Ds. Rentier gaat hieraan voorbij en nodigt iedereen (dus ook Joram van Klaveren) uit om tot God te komen en zich te verlaten op het offer van Jezus.

Want het is onmogelijk, degenen die eens verlicht geweest zijn en de hemelse gave gesmaakt hebben en des Heiligen Geestes deelachtig geworden zijn, en gesmaakt hebben het goede woord Gods en de krachten der toekomende eeuw, en afvallig worden, die, zeg ik, wederom te vernieuwen tot bekering, als welke zichzelven den Zone Gods wederom kruisigen en openlijk te schande maken, Hebr. 6:4-6.

De kanttekeningen schrijven bij dit gedeelte:

Hemelse gave: Dat is, het geloof, hetwelk hier gezegd wordt dat zij gesmaakt hebben, niet omdat zij hetzelve in zijn rechte wezen ooit zouden ontvangen hebben, maar omdat zij een klein beginsel en gelijkenis of schijn daarvan gevoeld hebben, gelijk het woord smaken ook tegen innemen gesteld wordt, Matth. 27:34, welk smaken Christus in de gelijkenis van den zaaier, Matth. 13:20, 21, noemt een ontvangen des Woords met blijdschap, hetwelk nochtans geen wortel, dat is, geen recht vertrouwen op Christus heeft, en geen behoorlijke vruchten in volstandigheid geeft, dewijl het op steenachtige aarde, dat is, in een hart dat niet behoorlijk voor God is vernederd noch bereid, gevallen is. En dat dit hier ook de mening is, blijkt uit het volgende zevende vers en elders, waar dezen vergeleken worden met aarde die den regen niet indrinkt, en derhalve in plaats van goed kruid doornen en distelen voortbrengt.

Afvallig: of vervallen, waardoor niet allerlei zonden worden verstaan, waarin de ware gelovigen ook somwijlen vervallen, gelijk David, Petrus, enz., die daarna tot bekering komen; maar een geheel vervallen of afval van de christelijke religie, en die moedwilliglijk geschiedt, gelijk Hebr. 10:26 wordt uitgedrukt, en met lastering derzelve, tegen de getuigenis des Heiligen Geestes in hun gemoed, gevoegd is; gelijk Christus betuigt Matth. 12:31.

Die: Dit ziet op het voorgaande woord onmogelijk, vers 4. Het is dan onmogelijk die wederom te vernieuwen; welke onmogelijkheid niet alleen van de leraren te verstaan is, die tevergeefs zouden arbeiden om die te vernieuwen of tot bekering te brengen, maar ook ten aanzien van Gods waarheid zelve, Die eens dit rechtvaardig oordeel tegen hen heeft geveld, en niet veranderlijk is, en Zich niet laat bespotten, Gal. 6:7; ja, ook ten aanzien van Christus' verdienste, die dezen moedwilliglijk verzaken en verwerpen, gelijk volgt. Waarom ook Hebr. 10:26 gezegd wordt dat er geen offerande voor de zonde van zodanigen meer overig is.

Wederom: Dit woordje wederom ziet op den staat waaruit zij vervallen zijn, welke staat een beginsel was van de vernieuwing, zo zij daarin gebleven en behoorlijk voortgegaan waren, tot welken stand zij zelfs niet kunnen wedergebracht worden. Anderen nemen deze woorden wederom vernieuwen eenvoudiglijk voor vernieuwd worden, gelijk het Griekse woord palin, dat is, wederom, door een oneigenlijke wijze van spreken pleonasme genoemd, dikmaals overschiet; zie een voorbeeld Joh. 4:54; 13:12. Hand. 18:21, en alleen daarbij gevoegd wordt om de zaak krachtiger te betuigen.

Als: In deze woorden wordt nog een reden gegeven waarom zulke afvalligen niet kunnen vernieuwd worden tot bekering, namelijk omdat zij Christus, Dien de Vader tot een Verzoening voor onze zonden heeft gegeven, zichzelven, dat is, zoveel in hen is, gelijk de Joden en heidenen tevoren aan Christus uiterlijk eens gedaan hadden, nieuwen smaad aandoen, en tegen hun gemoed tentoonstellen, of te schande maken voor al de wereld, en tot hun verderf, hetwelk God niet wil ongewroken laten; gelijk dit Griekse woord paradeigmatizein ook betekent, Matth. 1:19, voor welk woord Mark. 3:29 het woord blasphemein gebruikt wordt.

M.G. van der Hoeven

Ga naar home pagina "Het gekrookte riet"