Rechtvaardiging
Toch nog overeenstemming tussen Luther en de paus?
Zonder twijfel was het een belangrijke gebeurtenis toen de vertegenwoordigers
van de Lutherse wereldfederatie van kerken (Lutheran World Federation) en de
rooms-katholieke kerk, op 31 oktober 1999 in Augsburg (let op de datum) het
document ondertekenden waarin beide kerken zeiden tot overeenstemming te zijn
gekomen betreffende de leer van de rechtvaardiging van de zondaar voor God.
Men zei, dat vanaf dat moment de wederzijdse beschuldigingen aangaande de leer
van de rechtvaardiging op historische, theologische en bijbelse gronden waren
weggenomen. De leer van de rechtvaardiging van de goddeloze, waarvan Luther had
gezegd dat daarmee de Kerk staat of valt, was geen struikelblok meer. Was Rome
tot een zuiverder inzicht gekomen?
Laten we de zaak nader overwegen. Ten eerste vragen wij: Hoe is het mogelijk dat
men tot overeenstemming kwam? Ten tweede: Hoe moeten wij hierop reageren als
Kerk van de reformatie in Nederland, en wereldwijd?
1. Hoe men tot overeenstemming kwam
De eerste vraag kunnen we beantwoorden op grond van het getuigenis van de bovengenoemde
kerken zelf. Men zegt: 'Onze kerken zijn tot nieuwe inzichten gekomen (...). Deze
inzichten vragen om de verdelende zaken en beschuldigingen opnieuw te onderzoeken
en ze te bezien in een nieuw licht.'De volgende dialoog heeft de mogelijkheid
teweeggebracht om een 'wederzijdse overeenstemming te benadrukken aangaande onze
rechtvaardigmaking door middel van Gods genade door het geloof in Christus'.
Dus de leer van de rechtvaardiging is niet langer een punt van scheiding.
Maar hoe is men dan tot overeenstemming gekomen? Onder de titel 'Rechtvaardiging
als vergeving der zonden en rechtvaardigmaking' lezen wij in het gezamenlijke
stuk in een belangrijke paragraaf: (4.2,22)
'Wij belijden samen dat God door genade de zonden vergeeft en de mens bevrijdt
van de slaafse macht der zonden en de gave van het nieuwe leven in Christus meedeelt.
Wanneer mensen door het geloof gaan delen in Christus rekent God hun de zonden niet
langer meer toe en werkt in hen door de Heilige Geest actieve liefde.'
Wat hier opgemerkt dient te worden, is dat deze wederzijdse belijdenis menselijke
vernieuwing, door middel van mededeling, insluit bij de rechtvaardiging door het geloof.
De rechtvaardiging is dan niet meer alleen een extra nos (buiten ons in Christus Jezus)
door het geloof, maar ook een intra nos (in ons door de Heilige Geest). De geschonken
gerechtigheid is dan niet meer alleen een toegerekende gerechtigheid, maar ook een
rechtvaardigmaking in ons en van ons. Wij worden dan wezenlijk rechtvaardigen in
onszelf! Dus dan worden we niet alleen als een goddeloze voor rechtvaardig gehouden,
maar zijn we ook wezenlijk rechtvaardig. Dus niet langer zoals de Bijbel leert in
Romeinen 4:5: 'Doch degene die niet werkt, maar gelooft in Hem, Die de goddeloze
rechtvaardigt, wordt zijn geloof gerekend tot rechtvaardigheid.' De overeenstemming
belijdt het aloude roomse standpunt betreffende de rechtvaardiging. We moeten echter
de rechtvaardiging altijd verstaan vanuit een juridische context. De rechtvaardiging
voor God kan niet vragen om enige zwakke, zogenaamde inwendige kwaliteiten van de zondaar;
die zijn er immers niet voor God. Ze vraagt een volkomen volharden in de wet van God, altijd en
geheel. Ze vraagt een blijven in het boek der wet om dat te doen. Dit doen van de wet
wordt voorzien door Christus als onze plaatsvervanger. Daarom kan onze rechtvaardiging
door het geloof alleen zien op de gerechtigheid van Christus buiten onszelf in Christus
(extra nos in Christo). Alleen Zijn volkomen gehoorzaamheid aan de wet door leven
(actieve gehoorzaamheid) en door lijden en sterven (passieve gehoorzaamheid) kan de
Borggerechtigheid zijn voor de kerke Gods en dat kan alleen ontvangen worden door het geloof.
Het gaat dus om het zich als goddeloze mogen bevinden in Christus: Hij is onze gerechtigheid.
Het rechtsgeding over de wereld blijft en het schavot is niet naar beneden gehaald, maar hem
die schuldig bevonden is (de goddeloze), is rechtvaardig verklaard en is bekleed met
het bruiloftskleed van de Onschuldige. Namelijk met het bruiloftskleed van het Lam, Dat Zich
naar het schavot begeven heeft om de vreselijke dood aan het kruis te sterven als de schuldig
verklaarde Plaatsvervanger. Dus vanuit een bijbels, gereformeerd beginsel is de rechtvaardiging
exclusief gefundeerd in een toegerekende gerechtigheid door middel van een verklaring,
een oordeel van Godswege, een verklaring van de vergeving der zonden, in de rechtzaal Gods.
In gemeenschap met de eerste Adam zijn we goddeloos, zo verklaart de Heere, maar in gemeenschap
met de tweede Adam rechtvaardig. Op dit woord Gods steunt de ziel van Zijn uitverkorene
met een naakt geloof, als niets hebbende, en toch alles bezittende, als goddeloze en toch
rechtvaardig en heilig in Christus: simul iustus et peccator (zowel rechtvaardige
als zondaar, Luther). Zie ook 1 Korinthe 1:30.
Door de mededeling van een inwendige rechtvaardigheid toe te voegen aan de toerekening der
rechtvaardigheid Gods, zijn de lutheranen ontrouw geworden aan de Bijbel en de leer van de
reformatie aangaande de rechtvaardiging door het geloof in Christus alleen. Het is een
verlaten en verloochenen van de leer waarmee de Kerk staat of valt. De luthersen in haar
Lutherse Wereld Federatie zijn in het verleidende bed van de hoerende antichrist gestapt.
Ze hebben hun geboorterecht verkocht voor een schotel linzenmoes. Ze hebben niet langer het
recht zich protestants, laat staan gereformeerd, te noemen.
2. Reactie van de kerk van de reformatie
De tweede vraag was: Wat moeten de hervormde c.q. gereformeerde kerken doen? We moeten echter
eerst vragen: Wat hebben ze hier te lande gedaan? U kunt het vinden op de website van de
Lutheran World Federation. De Protestantse Kerk in Nederland is lid
van deze organisatie met ongeveer 2,5 miljoen leden. En is dus medeverantwoordelijk.
Ze is medeplichtig aan de verloochening van het volbrachte werk van Christus en daarom
van Hem Zelf. Het is dus onmogelijk lid te zijn of te blijven van zo'n kerk (PKN) die pretendeert
een dochter van de reformatie te zijn, maar in wezen haar geboorterecht heeft verkocht en
de theologische posities der reformatie heeft ontkracht en teniet gemaakt. Alleen de
gereformeerden hebben recht op iedere kansel in de PKN, dat recht is het recht van
Christus dat wij billijk eren. O, onze moeder, hoe zijt ge zo overspelig geworden?
Het smart ons zeer, ziende op ons land en volk, maar nog meer om die gezegende Heere
Wiens Naam is 'de Heere onze gerechtigheid'.
Vriezenveen, ds. K. Veldman
Dit artikel is overgenomen uit het Kerkblad van de Hersteld Hervormde Kerk, jaargang 3 -
nummer 17 - 23 maart 2007.