De lagen van ds. P. de Vries (HHK)

Op 11 juni 2014 stond er een artikel in het RD van de hand van dr. P. de Vries met als thema 'Geloofsgoed kent verschillende lagen'. Om het Evangelie in een veranderende samenleving door te geven, is het goed om onderscheid te maken tussen culturele tradities en Bijbelse beginselen, stelt dr. P. de Vries. We zullen van dit lagenstelsel eens bezien of ze Bijbelse papieren heeft? De tekst van het artikel staat hieronder en is voorzien van commentaar.

Geloofsgoed
Dominee: Niemand zal ontkennen dat zich in Nederland op zowel maatschappelijk als kerkelijk terrein, allerlei veranderingen voltrekken. Hoe moet te midden waarvan het Evangelie worden bewaard en doorgegeven?

MGvdH: Een mens bewaart niets, daar zorgt de Heere Zelf voor. Als de apostel Paulus tot zijn geestelijke zoon Timotheüs schrijft om het pand te bewaren, dan voegt hij er gelijk aan toe om een afkeer te hebben van het ongoddelijk ijdel roepen en van de tegenstellingen der valselijk genaamde wetenschap (1 Tim. 6:20). De Heere gebruikt dus wel godzalige knechten als middeltjes in Zijn hand.

Dominee: Ongeacht hoe mensen denken, mag en moet worden verkondigd dat een mens sinds de zondeval vervreemd is van God en dat er de eeuwen door alleen maar toegang tot God is door Jezus Christus. Wie werkelijk een christen is, is dat dankzij het ingrijpen van God in zijn of haar leven. Een wonder dat de Bijbel wedergeboorte noemt. Het gaat er allereerst om dat ook de mens Hem als de Drie-enige God van volkomen zaligheid leert belijden.

MGvdH: Het gaat er allereerst om dat God aan Zijn eer komt!

Dominee: Meer dan eens wordt gesteld dat veranderingen in de cultuur vragen om een heroverweging van de afwijzende houding ten opzichte van samenwonen, homoseksualiteit en dergelijke ethische kwesties, omdat deze gekoppeld zijn aan een bepaalde manier van Bijbelgebruik. Het gaat hier om de fundamentele vraag of je de Bijbel als stem van God ziet en de menselijke factor niet wordt verzelfstandigd ten opzichte van de Goddelijke inspiratie.

MGvdH: De Godsopenbaring is geen inspiratiebron maar norm!

Dominee: Voor wie zo naar de stem van God luistert, zijn veranderingen in de samenleving geen aanleiding de boodschap bij te stellen. Ik wijs er nog op dat met betrekking tot de genoemde zaken, de christelijke kerk bij haar intrede in de antieke samenleving van de eerste eeuw na Christus, juist op deze zaken met de toenmalige cultuur botste en zich niet heeft aangepast. Wie door de heilige doop in de Kerk wenste te worden opgenomen, werd nadrukkelijk gevraagd de wereld te verzaken.

MGvdH: Wat is dit voor een arminiaanse praat? Men wordt geen lidmaat van de Kerk met een hoofdletter door te wensen opgenomen te worden door middel van de Heilige Doop, maar door de rechtvaardiging van de goddeloze en de toegerekende gerechtigheid van de Heere Jezus Christus, door het geloof ontvangen. Het sacrament van de Heilige Doop is een teken en zegel daarvan.

Dominee: Hoe moeten gemeenteleden worden toegerust bij de veranderingen in kerk en samenleving? Laat duidelijk zijn dat er in ons geloofsgoed, en zeker in de wijze waarop wij het kerkelijke leven gestalte geven, een gelaagdheid is. Ik onderscheid in het geloofsgoed drie lagen.

MGvdH: Hij spreekt over "ons" geloofsgoed, maar dat is in dit geval niet het Bijbels geloofsgoed. Wat de Bijbel leert is het einde van alle tegenspraak, ten spijt van het lagenstelsel van ds. De Vries. We gaan het eens bezien.

Gewicht
Dominee: Bovenaan staan de Bijbel als Gods stem. De Drie-enige God als God van volkomen zaligheid, de boodschap van verzoening door het bloed van Jezus Christus, de Middelaar Die God en mens is, de rechtvaardiging door het geloof en levensheiliging.

MGvdH: Bedoeld wordt Mens met een hoofdletter, want Hij was Mens zonder zonde. De rechtvaardiging is op grond van de dood van Christus omdat Hij voor de Zijnen gestorven is als zij nog zondaars waren (Rom. 5:8-10). De gerechtigheid van Christus wordt ze toegerekend en geschonken en door het geschonken geloof aangenomen (Joh. 5:25, Rom. 4:6). Er wordt dus een goddeloze gerechtvaardigd en vervolgens leeft de gelovige uit het geloof (Rom. 1:17) . Er wordt gesproken over levensheiliging maar ik hoop wel dat hij bedoelt zoals het in 1 Kor. 1:30 staat, dat Christus ons geworden is wijsheid van God, en rechtvaardigheid, en heiligmaking en verlossing. Dus geen proces van levensheiliging waarbij een mens als hij 10.000 jaar oud zou worden bijna zondeloos is geworden.

Dominee: De zondag als nieuwtestamentische rustdag is een heel groot goed, maar toch van een ander gewicht.

MGvdH: Waarom van een ander gewicht? Wie geeft het recht om dit te stellen? Bij de ontheiliging van de sabbat door de Joden stak de Heere een vuur in haar poorten aan, dat de paleizen van Jeruzalem zal verteren, en niet worden afgeblust (Jer. 17:27). De door de Heere Jezus Christus vervulde sabbat, de dag der opstanding uit de doden, en de eerste dag van de week, is voor Gods Kerk niet van ondergeschikt gewicht. Hoe komt hij erbij?

Dominee: Wel acht ik het een grote bedreiging voor het geestelijke en kerkelijke leven als deze zienswijze op de zondag verdwijnt en een verrijking waar hij ingang vindt.

MGvdH: Ik lees bij ds. De Vries niets over de verbinding van de opstanding van Christus uit de doden met de rustdag, ofwel de vervulde sabbat. Er wordt alleen gesproken over bedreiging of verrijking.

Dominee: Laten wij ook in de wereldkerk de zondagsheiliging uitleggen en voorleven.

MGvdH: De wereldkerk is niet hetzelfde als de Kerk van Christus. De Kerk leeft uit Christus en de kracht Zijner opstanding. Dat hoeft niet uitgelegd en voorgeleefd te worden, want Christus is daartoe genoegzaam door de werking van Zijn Geest.

Dominee: De tweede laag bevat die waarheden waarvan de erkenning van groot belang is voor het welzijn van de kerk en voor een gezond geestelijk leven. Alleen kan niet worden gezegd dat afwijking ervan onverenigbaar is met het toebehoren aan Christus.

MGvdH: Dat zullen we eens bezien. We zakken af naar de tweede verdieping.

Dominee: Zelf ben ik een zeer warm voorstander van de overtuiging dat de heilige doop aan kinderen van christenouders behoort te worden bediend. De kern van de heilige doop is niet dat er een stempel op ons geloof wordt gezet, maar dat wij het teken en zegel ontvangen van opname in de heilige katholieke Kerk. Toch reken ik de visie op de heilige doop niet tot de eerste laag, maar tot de tweede. Daar staat hij dan wel helemaal bovenaan. De evidentie voor de kinderdoop is niet van dezelfde kracht als die dat het geloof een genadegift van God is.

MGvdH: Het gaat er helemaal niet om wat ds. De Vries vindt met zijn "ik reken de visie op de heilige doop niet tot de eerste laag". Gods Woord is het einde van alle tegenspraak, en er is maar één hermeneutiek (uitleg van de Heilige Schrift), dat is die van de Heilige Geest. De Heilige Geest houdt er echt geen twee visies op na. U komt de belofte toe en uw kinderen, enz. (Hand. 2:39). De Heilige Doop is een teken en zegel van de afwassing van de zonden, net zoals dit gold bij de besnijdenis van de jongetjes onder het Oude Testament. Dit bloedig teken is echter vervangen door het water teken onder het Nieuwe Testament (Kol. 2:11). De Heilige Doop is ook een belofte waarin de Zijnen vermaand en verzekerd worden dat de enige offerande van Christus aan het kruis geschied, de Zijnen ten goede komt. In Handelingen 2:39 worden ook de kinderen genoemd, en wie durft die dan uit te sluiten van de genade! Weet u wat Calvijn vond van de wederdopers? Krankzinnige geesten. Men leze de Institutie over de kinderdoop. Volkomen op de Schrift gebaseerd! De Doop geldt dus zowel voor de kinderen der gemeente als ook voor volwassenen buiten de gemeente die door God tot God bekeerd worden, denk aan de kamerling.

Dominee: Het zingen van alleen psalmen in de eredienst, staat behoorlijk wat lager op dat tweede niveau. Wel leg ik zelf graag uit dat het goed is om hieraan vast te houden.

MGvdH: De Psalmen getuigen van Christus en Hij zong Zelf ook de Psalmen, denk aan het Hallel. De inhoud van de Psalmen zijn zo diep, daar wil Gods volk nooit afstand van doen. De diepten en hoogten wijzen ook heen naar Christus' lijden, sterven en opstanding. Alleen de krankzinnige geesten van vandaag de dag lezen Christus niet in de Psalmen en daarom willen ze gezangen en/of opwekkingsliederen.

Dominee: De keuze voor de Statenvertaling of voor de Herziene Statenvertaling, plaats ik helemaal onder aan de tweede laag en voor een zeer groot deel zelfs in de derde.

MGvdH: De keuze voor de Staten Vertaling of de Herziene Staten Vertaling vindt ds. De Vries al helemaal niet van gewicht. Wat is dit voor een leraar? De HSV gaat al mis met de nieuwe vertaling van de moederbelofte (Gen. 3:15), door Zaad te vervangen door Nageslacht. Ze hadden eerst nageslacht met een kleine letter staan, en na kritiek hebben ze er toen een hoofdletter van gemaakt. Ze willen alles begrijpelijk maken, maar is het woord "zaad" dan geen Nederlands? Men heeft het wonder weg vertaald, want dat een vrouw Zaad heeft is een wonder Gods, maar dat een vrouw nageslacht heeft is van een andere orde. In het tweede gedeelte van de moederbelofte blijkt ook duidelijk dat het om enkelvoud gaat, hét Zaad, en niet om nageslacht (meervoud). Het Zaad moest ook sterven in de aarde, om in die weg het leven te verwerven voor de Zijnen. Het is gewoon een verschrikkelijke hutspot vertaling waarvoor de waarschuwing van Openbaring 22:18-19 op van toepassing is. Ds. De Vries zou heilig verontwaardigd moeten zijn over dit soort valse vertalingen. Weg met dit lagenstelsel van ds. De Vries!

Dominee: Bij de derde laag gaat het de culturele zaken die geen principiële betekenis hebben. Overal waar de christelijke kerk functioneert doet zij dat op een bepaalde culturele wijze. Bij de derde laag reken ik zaken zoals ritmisch of isometrisch zingen en of een predikant al dan niet in het zwart gekleed is.

MGvdH: Als een gemeente iso-ritmisch zingt en er zijn geesten die willen dat er ritmisch gezongen gaat worden, dan is dat laatste onheilig vuur. Wat zijn de oogmerken om het te veranderen? Als een gemeente ritmisch zingen gewend is, dan is daar ook geen bezwaar tegen. Wat betreft de kleding is het volstrekt duidelijk dat een profeet of voorganger zichtbaar was aan zijn kleding. De profeet Elia was al van een afstand herkenbaar aan zijn harige mantel. Bij justitie dragen ook de rechters een zwarte mantel (toga). Het gaat niet om het woord van de rechter, die moet wegvallen, maar het gaat om het Woord van de zender. Bij de prediker is het daarom ook gebruikelijk om een zwarte mantel (toga) te dragen, al is een toga op zich geen wet van Meden en Perzen. We zien vandaag de dag dat men als ambtsdragers steeds meer variatie gaat aanbrengen. Het begint met een andere stropdas, met streepjespakken als predikanten op de classicale vergadering verschijnen en dan ook weer in een andere kleur. Kijk, daar zit een andere geest achter, een geest van verandering. Spreuken 24:21 leert echter: "Mijn zoon, vrees den HEERE en den koning; vermeng u niet met hen die naar verandering staan." Degenen die naar veranderingen staan om te veranderen en nieuwigheden voorstaan moet men mijden. Want het zijn geen veranderingen ten gevolge van Reformatie. Daarnaast creeëren dezulken onbijbelse ergernissen, Romeinen 14.

Dominee: Er zijn culturele veranderingen waar je als kerk zonder bezwaar in mee kunt. Nu voltrekken er zich tal van culturele veranderingen die strijdig zijn met Gods Woord. Daarin moet de kerk niet meegaan. Van belang is dat mensen het verschil zien tussen puur cultureel bepaalde tradities en Bijbelse beginselen en ordeningen. Ik acht het erg belangrijk dat gemeenteleden en jonge mensen deze gelaagdheid van het ons toevertrouwde pand leren verstaan.

MGvdH: Weg met deze lagen! Hier is het woord van de profeet Jeremia (9:8) van toepassing: "Hun tong is een moordpijl, zij spreekt bedrog; een ieder spreekt met zijn naaste van vrede met zijn mond, maar in zijn binnenste legt hij zijn lagen." Jongeren en ouderen, laat u niet bedriegen door dit soort leringen van mensen. Al de Schrift is van God ingegeven, en is nuttig tot lering, tot wederlegging, tot verbetering, tot onderwijzing die in de rechtvaardigheid is (2 Tim. 3:16). Wie geeft dan het recht om de Schrift onder te verdelen in belangrijke en minder belangrijke lagen? Waar leert Gods Woord dat? Wel zijn er zaken, zoals die beschreven staan in Romeinen 14, waarbij de kanttekeningen schrijven: De apostel leert nu voorts, hoe de gelovigen zich gedragen moeten jegens de zwakken, die de leer van de vrijheid der Christenen, voornamelijk aangaande het onderscheid van spijze en dagen (feestdagen), nog niet wel verstonden, namelijk dat zij de zwakken moeten aannemen en met hen daarom niet twisten, en dat de zwakken de anderen niet moeten veroordelen.

Dominee: Met de negentiende-eeuwse Schotse theoloog John Duncan zeg ik dat ik allereerst een christen ben, vervolgens gereformeerd, in de derde plaats een voorstander van de kinderdoop en ten slotte een aanhanger van de presbyteriaanse vorm van kerkregering, en dat ik die volgorde niet kan omkeren.

MGvdH: Waar leert Gods Woord deze ketting? De Bijbel spreekt alleen van Christenen, want die zijn van Christus, en die worden gedreven door de leer van Christus. Dus het woord "gereformeerd" doet helemaal niet mee in deze volgorde, want een Christen is gereformeerd en moet dagelijks gereformeerd worden. Dat staat dus niet op plan 2. Het suggereert dat je ook een ander christen kan zijn, bijvoorbeeld rooms-katholiek christen. Een Christen is voorstander van de kinderdoop en de volwassendoop, want dat leert Gods Woord. Baptisten die alleen de volwassendoop voorstaan dwalen dus in de leer. Ten slotte is ds. De Vries een presbyteriaan. De Kerk wordt echter geregeerd door Christus en niet door een kerkregering. De Bijbel leert dat de gemeente van Christus die rondom Gods Woord samenkomt (thuis of in een groter verband) een katholieke Kerk is van alle tijden en alle plaatsen, en dat die onderling verbonden is met Christus door het ware geloof (gemeenschap der heiligen). De kerkorde dient dus Gods Woord te zijn, en niet een gedrocht van mensen die de gemeenten in dwingelandij houdt en een vrijbrief vormt voor leervrijheid, dwalingen en ketterijen. Presbyteriaans is dus zeker overeenkomstig de instelling in de Bijbel.

De auteur is docent Bijbelse theologie aan het Hersteld Hervormd Seminarie in Amsterdam. Dit is een bewerking van zijn lezing die hij 10 juni hield op het symposium "De Guido-jaren van Henk Leertouwer: ontwikkelingen in de gereformeerde gezindte 1973-2014".

MGvdH: De heren theologen met al hun doctorstitels maken er maar wat van. Het valt te vrezen dat het leraars der wet zijn, niet verstaande noch wat zij zeggen, noch wat zij bevestigen, met al die wettische lagenstelsels (1 Tim. 1:8). De docent moet echter op de leerschool van Christus komen en blijven en niet zijn eigen theorieën erop nahouden.

M.G. van der Hoeven