L.J. van Valen en Thomas Shepard

Hieronder vindt u het artikel "Waarschuwer tegen zelfbedrog" uit de Terdege van 28 oktober 2009, waarin L.J. van Valen wordt geinterviewd die een publicatie heeft geschreven over het leven en werk van de Amerikaanse puritein, Thomas Shepard. In dit interview worden uitspraken gedaan die haaks staan op de leer van de Heilige Schrift en de bevinding van de keurlingen Gods, de ware gelovigen. Tussen de regels door heb ik getracht enkele opmerkingen te plaatsen (cursieve tekst). De lezer oordele zelf en onderzoeke of het is naar Gods Woord, dat zegt in 2 Timotheüs 3:16:" Al de Schrift is van God ingegeven, en is nuttig tot lering, tot wederlegging, tot verbetering, tot onderwijzing die in de rechtvaardigheid is."

Door zijn boek 'De gezonde gelovige' kreeg Thomas Shepard ook in Nederland bekendheid. Met een publicatie over zijn leven en werk haalt Leen van Valen de Amerikaanse puritein opnieuw voor het voetlicht. "Zijn bedoelingen waren goed, maar het lezen van zijn werk kan leiden tot ongezonde introspectie."

Vele mensen weten niet wat introspectie betekent. Er zijn diverse omschrijvingen van die ik hieronder noem, zoals: zelfwaarneming, zelfbeschouwing, waarneming van eigen innerlijk, inwendig onderzoek, innerlijke zelfwaarneming. Van Valen spreekt dus van een ongezond inwendig onderzoek. Dat suggereert tegelijk een gezond inwendig onderzoek waarover in het artikel niets wordt gezegd. Gods Woord leert ons duidelijk: "DOORZOEKT uzelven nauw, ja, doorzoekt nauw, gij volk dat met geen lust bevangen wordt, Zefanja 2:1", en "Onderzoekt uzelven of gij in het geloof zijt, beproeft uzelven. Of kent gij uzelven niet, dat Jezus Christus in u is? Tenzij dat gij enigszins verwerpelijk zijt, 2 Korinthe 13:5". De kanttekeningen schrijven bij het beproeft uzelven: "Namelijk aan de ware proeven en merktekenen van het ware geloof en van de ware vereniging met Christus." Introspectie is dus altijd Bijbels en hiertoe roepen de Heere Jezus Christus, de profeten van de oude dag, en de apostelen dus ook op. Dhr. Van Valen waarschuwt voor de ongezonde introspectie die het lezen van Shepard met zich mee kan brengen en tegelijk prijst hij het lezen aan als een goed medicijn tegen het rationeel aannemen van Christus en tegen gebrek aan besef van Gods majesteit en heiligheid. Echter, iemand die rationeel Christus heeft aangenomen is geen ware gelovige, is niet in Christus, en is dus ook niet door de wet der wet gestorven om Gode te leven. Gods kinderen hebben van doen gekregen met Gods majesteit en heiligheid, want Sion wordt door recht verlost.

Belangstelling voor het puritanisme bracht Leen van Valen onder meer in Amerika. Figuurlijk en letterlijk. Hij raadpleegde er geschriften van de eerste generatie predikanten in New England. Onder hen nam Thomas Shepard een voorname plaats in. Door vertaald werk oefende hij ook in Nederland invloed uit. Met name in piëtistische kringen. "Shepard is een man die heel sterk de nadruk legt op het toetsen van de bekering, en daar normen voor aanreikt. In de preken over de wijze en dwaze maagden gaat hij uitvoerig in op de kenmerken van een vals geloof. Meer dan de gemiddelde puritein is hij beducht voor inbeelding. Ook over zijn eigen gemeente was hij pessimistisch gestemd."

Speelde zijn karakter daarin een rol?
"Die indruk heb ik. Shepard had een somber karakter, dat waarschijnlijk mede door verdriet en teleurstellingen in zijn jeugd is gevormd. Daardoor kreeg hij mensenkennis maar ook wantrouwen naar mensen toe. Soms te veel. Dat zie je bijvoorbeeld in zijn houding ten opzichte van collega John Cotton, die in zijn prediking wat andere accenten legt dan hij. Dan zoekt hij soms spijkers op laag water."

Het is niet juist om te suggereren dat het karakter te maken heeft met het feit dat Shepard beducht was voor inbeelding. Dat heeft totaal niets met karakter te maken, maar heeft alles te maken met het kindschap Gods! Dus iemand met een somber karakter is beducht voor inbeelding en iemand zonder een somber karakter is dat niet, als we Dhr. Van Valen moeten geloven? Als het goed is dan is elk kind van God beducht voor inbeelding. Waarom? Omdat hij een bedriegelijk en arglistig hart in zich omdraagt. Jeremia zegt: "Arglistig is het hart, meer dan enig ding, ja, dodelijk is het; wie zal het kennen, Jeremia 17:9?" Het ware volk Gods is bevreesd om als een Simon de Tovenaar of een Judas ontmaskerd te worden. Maar het wonder is dat die vrezen niet hoeven te vrezen, en die niet vrezen alles hebben te vrezen. Het vermaan door de profeet Ezechiël is ook niet voor tweeërlei uitleg vatbaar: "Haar priesters doen Mijn wet geweld aan, en zij ontheiligen Mijn heilige dingen; tussen het heilige en het onheilige maken zij geen onderscheid, en het verschil tussen het onreine en reine geven zij niet te kennen; daartoe verbergen zij hun ogen van Mijn sabbatten; ja, Ik word in het midden van hen ontheiligd." De nadruk leggen op het toetsen van de bekering is dus zeer noodzakelijk. Tot slot de kenmerken die de Heere Jezus Christus noemt in Mattheüs 5: "Zalig zijn de armen van geest; want hunner is het Koninkrijk der hemelen. Zalig zijn die treuren; want zij zullen vertroost worden. Zalig zijn de zachtmoedigen; want zij zullen het aardrijk beërven. Zalig zijn die hongeren en dorsten naar de gerechtigheid; want zij zullen verzadigd worden. Zalig zijn de barmhartigen; want hun zal barmhartigheid geschieden. Zalig zijn de reinen van hart; want zij zullen God zien. Zalig zijn de vreedzamen; want zij zullen Gods kinderen genaamd worden. Zalig zijn die vervolgd worden om der gerechtigheid wil; want hunner is het Koninkrijk der hemelen. Zalig zijt gij als u de mensen smaden en vervolgen, en liegende alle kwaad tegen u spreken, om Mijnentwil. Verblijdt en verheugt u , want uw loon is groot in de hemelen; want alzo hebben zij vervolgd de profeten die vóór u geweest zijn." Dat velen de toetsing van hun bekering haten, ook vanuit separerende prediking, is weer wat anders. Het ware geloof kan trouwens een stootje hebben als ik het zo mag zeggen.

Is er een relatie tussen Shepards theologie en zijn eigen bekeringsweg?
"Zonder meer. Hij kende in eigen leven een grote strijd om heilszekerheid. Die ervaring heeft zijn prediking gestempeld. Hij had de neiging om zijn bekeringsweg tot norm te maken, en legde grote nadruk op het zogenaamde voorbereidende werk, de boetvaardigheid die aan de bekering voorafgaat. In New England was dat een belangrijk theologisch onderwerp. Lees je de getuigenissen van mensen uit de gemeente van Shepard, dan zie je daarin een overeenkomstig patroon. Na een periode van ontdekking door de wet, soms heel heftig, mogen ze in geloof tot de Heere Jezus vluchten."

Dhr. Van Valen spreekt over boetvaardigheid die aan de bekering voorafgaat. Echter ware en oprechte boete kan nooit bestaan zonder een waar geloof. Wanneer een zondaar recht boetvaardig is, dan is zijn hart geheel verslagen door het gevoelen van de zware last van zijn zonden en van Gods rechtvaardige vloek en schrikkelijke toorn. Deze last drukt de arme mens als ter aarde neer, en hij wordt daar ten eenemaal onder vermoeid. Indien hij geen gelovig toevoorzicht kon hebben tot de genadige Majesteit Gods in Christus, en met de gewonde Israëlieten niet kon zien op de verhoogde koperen slang, de gekruiste Zoon des mensen, zo moest de ellendige en verslagen zondaar dan nu geheel bezwijken en vergaan; want hij vindt niets, waar hij zijn leven door kan redden en behouden, dan alleen door Christus en de genade. De geveinsde weet altijd in zijn hoogste nood, wanneer hij in gevaar is om te verdrinken, nog een plank aan te grijpen van zijn eigengerechtigheid en daar drijft hij dan zo op heen, totdat hij eindelijk hier of daar aan land komt. Maar een oprecht boetvaardige, die geheel onder de last van zijn zonden en van Gods toorn verslagen is, weet zich, noch door tranen, noch door goede begeerten, noch door schielijke blijdschap of enig waangeloof of iets anders meer te redden. O nee, die ziet en vindt zich met dat alles geheel en voor eeuwig verloren. Er is niets voor hem, dan enkel de Heere Jezus Christus en Dien gekruist, en Gods loutere barmhartigheid, aan de recht boetvaardige en verslagen zondaren in het heilige Evangelie om niet beloofd. Hoe zou hij dan sterven, zonder die aan te grijpen? Zal de naam des Heeren voor ons een sterke toren zijn, en zou een ware boetvaardige ziel, die nergens enige schuilplaats weet te vinden, daar dan niet heen lopen, om in een hoog vertrek gesteld te worden? Spreuken 18:10. Of de boete is niet volkomen, of zij moet anders gewisselijk uitlopen in het geloof, waartoe zij Gods geordineerde weg is. Want in het waangeloof of in de wanhoop kan een ware boete nooit eindigen, omdat de Heilige Geest dan Zijn eigen werk verliezen zou, hetwelk Hij alleen heeft aangelegd, om de arme zondaar zalig te maken. Kortom, hij, die eenmaal zekerlijk verwezen en veroordeeld is, om zijn zonden in zijn eigen geweten voor de troon der gerechtigheid, die moet, zonder verzuim, vandaar oprecht gelovig appelleren tot de troon der genade, indien hij zal behouden worden. En alzo moet hij dan noodzakelijk, terwijl hij staat in de boete, nog een trede verder doen, en stappen ook, met zijn hart, in het geloof over, aanziende dat bloedrode lijden van Christus, en dat aangrijpende als de enige volkomen verzoening zijner zonden. Al wie dan niet kan doen, die kan ook geen genade ontvangen; want God schonk aan niemand ooit genade buiten Christus. Bovengenoemd citaat is genomen uit de verhandeling over de boetvaardige tollenaar die boetvaardige voeten, ogen, handen en een boetvaardige mond had. De hiermee bekende lezer zal begrijpen uit welk boek dit citaat komt.

Alles buiten Christus is de dood, want buiten Jezus is geen leven maar enkel zielsverderf. Alles buiten Hem is vloek, dood, zonde, hel, oordeel, verdoemenis. In Hem is genade, leven, wijsheid, rechtvaardigheid, heiligmaking en een volkomen verlossing (1 Korinthe 1:30-31). Lees ook wat de kanttekeningen zeggen over de droefheid naar God bij 2 Korinthe 7:10: "Dat is, die van God komt, Gode aangenaam is, en den zondaar tot God brengt; wanneer namelijk het hart des zondaars daarover recht bedroefd is, dat hij God zijn Vader door zijn zonde vertoornd heeft, met een vertrouwen van de vergeving derzelve door Christus Jezus, vergezelschapt met een vast voornemen van de zonde te vlieden; gelijk de voorbeelden van David, den verloren zoon, de zondares, Petrus en anderen uitwijzen." En Jeremia leert: "Zekerlijk, nadat ik bekeerd ben, heb ik berouw gehad, en nadat ik mijzelven ben bekendgemaakt, heb ik op de heup geklopt; ik ben beschaamd, ja, ook schaamrood geworden, omdat ik de smaadheid mijner jeugd gedragen heb, Jeremia 31:19."

Nadruk leggen op het voorbereidend wetswerk, hetgeen aan de ware bekering voorafgaat is ook zeer noodzakelijk, zeker in deze tijd waar velen buiten het recht Gods om zalig willen worden met een rijke jongelingen godsdienst. Openbaring 3:17 is helemaal op onze tijd, zeker in Nederland, van toepassing waar geschreven staat: "Want gij zegt, Ik ben rijk, en verrijkt geworden, en heb geens dings gebrek; en gij weet niet, dat gij zijt ellendig en jammerlijk en arm en blind en naakt." Dat zijn de woorden van de Zaligmaker!
Het ware voorbereidende werk eindigt in de dood omdat het einde van de wet het vloekvonnis betekent. Bedoelt Dhr. Van Valen dit voorbereidende werk? Hij spreekt van boetvaardigheid als voorbereiding op de bekering. Echter Gods Woord leert dat zo niet. Iemand die boetvaardig is, die is bekeerd, en moet dagelijks bekeerd worden tot zijn laatste snik toe. Vele 'boetvaardigen' zijn op de brede weg omgekomen, omdat ze niet in Christus waren. Denk aan Saul, Kaïn, Judas en Simon de tovenaar. Het is een valse voorstelling van zaken om de nadruk op het voorbereidende werk der wet uit te spelen tegen Shepard's eigen bekeringsweg. Elke ware Godsgezant predikt Jezus Christus en Dien gekruisigd. Dat is Wet en Evangelie, dood en leven, vloek en zegen, hel en hemel, schijn en zijn, dwaas en wijs, recht en genade (Leviticus 26). Elke ware prediker predikt hel en verdoemenis voor alles en iedereen buiten Christus! "Dewelke, daar zij het recht Gods weten (namelijk dat degenen, die zulke dingen doen, des doods waardig zijn), niet alleen dezelve doen, maar ook mede een welgevallen hebben in degenen die ze doen, Romeinen 1:32." Ik lees verder nergens in Gods Woord dat mensen na een periode van ontdekking door de wet in geloof tot de Heere Jezus vluchten. Er is geen dode die uit zichzelf opstaat. Nee, dat volk kan alleen maar om genade smeken: "O God, wees mij zondaar genadig!" Nee, de Heere Jezus moet bij dezulken (doemwaardigen, des doods schuldigen, die het verdoemende recht Gods hebben leren billijken, toevallen en omhelzen) Zichzelf komen openbaren en woning komen maken in de ziel. Dat volk moet zich laten zaligen. Als Gods Woord neervelt in het stof dan kan men niet tot Jezus vluchten. Die dat wel kunnen zijn nog nooit van het paard van eigengerechtigheid geworpen door het zwaard des Geestes. Noem mij is één persoon uit de Bijbel die tot de Heere Jezus vlucht? Levi zat in het tolhuis als een vervloekte, Zacheüs zat als een vervloekte in de boom, Paulus brieste moord en dreiging onderweg naar Damascus, Manasse moest neergeveld worden, Abraham moest opgeraapt worden uit Ur der Chaldeeën. Noem ze maar op. Christus heeft ze uit het modderig slijk opgetrokken. Al die predikers die het over vluchten tot Jezus hebben, hebben nog nooit geleerd dat ze alleen maar van de Heere wegvluchten en dat de Heere ze Zelf achterna moet vluchten! Eerst is er het roepen Gods dat inwendig wordt toegepast en dan is er het lopen tot de Heere, Jesaja 55:5.

Als het doemvonnis wordt uitgesproken in je ziel dan is dat volk ermee eens geworden net als de moordenaar aan het kruis. Heere, gedenk mijner.... Als de wet inkomt door het overtuigende werk van de Heilige Geest (Deze komt ongevraagd binnen net zoals de dood ongevraagd door de vensters inklimt. Niemand vraagt om de bediening der wet!), dan wordt dat volk op een afgaande weg gebracht. Dan wordt dat volk ter helle gevoerd in de beleving, want dat is de plek die ze verdiend hebben. Hanna kende dat: "De HEERE doodt en maakt levend; Hij doet ter helle nederdalen en Hij doet weder opkomen, 1 Samuël 2:6." Het onbesneden hart van dat volk wordt gebogen en zij krijgen dan aan de straf hunner ongerechtigheid een welgevallen. In die weg gaat de Heere aan Zijn verbond gedenken, Hij doet ze niet in wanhoop omkomen. Christus wordt dat volk geschonken vanachter het recht Gods. Dan wordt het verzoenende recht in Christus omhelsd. Christus is het die ze opraapt in het oordeel, ze rechtvaardig spreekt en het geloof schenkt. Dat volk heeft vergeving van al hun zonden van verleden, heden en toekomst. Dat volk wordt met Hem begraven door de doop in de dood, opdat gelijkerwijs Christus uit de doden opgewekt is tot de heerlijkheid des Vaders, alzo wij in nieuwigheid des levens wandelen zouden, Rom. 6:4. Bent u/jij in die weg verzoend geworden met de drie-enige God?
Dat is geen mystiek, iets vaags, geachte lezers, maar dat heeft alles te maken met het werk Gods!

In hoeverre speelt daarin mee dat ze hun geestelijke levensgang op de gewenste wijze hebben verwoord?
"De bekeringsgang wordt, zowel in de beleving als in de verwoording, sterk gekleurd door de prediking waaronder je verkeert. Dat is geen probleem zolang beleving en verwoording bijbels zijn, maar met een woord als 'voorbereiding' kun je een heel verkeerde kant uit. Zeker als je er een leerstuk van gaat maken."

Het is niet zo dat een leerstuk niet Bijbels is. Ellende, verlossing en dankbaarheid zijn ook leerstukken, maar dan wel leerstukken die de Heere door Zijn Geest toepast en bevindelijk doet kennen. Er is zeker voorbereidend werk tot de inlijving in Christus. Thomas Bosten spreekt over de twaalf slagen der wet. Dat kan kortere of langere tijd duren. Het is echter wel een voorbereidend werk wat de Heilige Geest doet in de overtuiging van zonde, gerechtigheid en oordeel. Dat voorbereidende wetswerk vindt altijd plaats voordat de ziel wordt verenigd met Christus en het geloof ontvang als gave Gods. De apostel Paulus spreekt van de bediening der wet (de bediening des doods) in elk mens die de HEERE tevoren verordineerd heeft. Paulus heeft dit zelf ondervonden op weg naar Damascus en in de drie dagen die volgden nadat hij van zijn paard in het stof geworpen was. Dhr. Van Valen zal toch ook niet bedoelen dat de apostel Paulus zijn eigen bevinding preekt in zijn brieven als hij handelt over het door de wet der wet sterven? Waar het in der zaak om gaat wordt door elk kind Gods gekend en naar de mate des geloofs verwoord. Daarin stemmen ze allen overeen volgens Efeze 4:5-7: "Eén Heere, één geloof, één doop, Eén God en Vader van allen, Die daar is boven allen en door allen en in u allen. Maar elkeen van ons is de genade gegeven naar de mate der gave van Christus."

Daarin gaat Shepard in uw optiek te ver?
"Dat vind ik wel: Zijn collega John Cotton was evenwichtiger. Ook die besteedde aandacht aan het voorbereidend werk, maar de nadruk lag bij hem op het geloof, de rechtvaardiging en het vertrouwen op de beloften. Dat had waarschijnlijk te maken met het feit dat Cotton elke dag een poosje in de geschriften van Calvijn las. De zekerheid van het geloof is voor hem geen afgeleide van bepaalde kenmerken, maar van het zien op Jezus. Shepard was veel minder bekend met Calvijn. Toch gaat hij in zijn visie op het voorbereidende werk minder ver dan zijn schoonvader, Thomas Hooker. Die stelde, onder meer in zijn boek 'De heilzame wanhoop', dat een zondaar zo ver moet komen dat hij zijn verdoemenis aanvaardt. Dat standpunt werd overigens door weinig predikanten in New England gedeeld. Het is meer mystiek dan gereformeerd."

Tja, ik denk dan dat Dhr. Van Valen ook eens goed Calvijn moet lezen. Onlangs las ik nog eens in de Catechismus van Calvijn en vond daar het volgende: "Volgens de Schrift is de zonde zowel de verdorvenheid van de menselijke natuur, die de bron van alle zonde is, als ook de boze lust zelf, die van haar afstamt, en ook de misdaden, die daaruit volgen, en moord, roof, echtbreuk en dergelijke namen dragen. Wij, zondaren vanaf de moederschoot, worden dus alzo allen tezamen onder de toorn en de wraak geboren. Zijn wij opgewassen, dan laden wij een steeds zwaarder wordend oordeel van God op ons. Tenslotte gaan we door ons gehele leven de dood tegemoet. Het is ongetwijfeld waar, dat elke ongerechtigheid en verdorvenheid de gerechtigheid van God beledigt. Wat kunnen wij dan in het aangezicht van God anders verwachten, wij ellendigen, die met zo zware last der zonden zijn beladen en door ontelbare onreinheden bezoedeld zijn, dan beschaamd zijn over Zijn rechtvaardige verontwaarding. Deze belijdenis is, hoewel zij de mens met ontzetting vervult en in hopeloosheid stort, nochtans noodzakelijk voor ons, opdat wij beroofd van EIGEN GERECHTIGHEID, zonder vertrouwen op eigen kracht, zonder hoop op het toekomstig leven, ons door de kennis van onze ellende en schade, voor de Heere neerwerpen en door het bekennen van onze verdorvenheid, onmacht en verdoemenis, alle roem op heiligheid, almacht en de zaligheid opgegeven.".
Wat leer Calvijn hier?
Het bekennen en erkennen van onze verdoemenis en alle roem op heiligheid, almacht en de zaligheid opgeven! Lezers, dan is het verloren. Dan is het kwijt. Als we daar geen weet van hebben, dan moet je er maar op rekenen dat je buiten Christus bent, en dus onder de wet (dus onder de vloek), en dus niet onder de genade! Is Calvijn dan ook mystiek?

Wijkt Shepard principieel af van de lijn van de Reformatie?
"Dat kun je niet zeggen. Wat hij in 'De gezonde gelovige' over het geloof, de rechtvaardiging, het komen tot Christus en de aanneming tot kinderen schrijft, is zonder meer reformatorisch. Hij preekt ook voluit het aanbod van genade en leert net als Calvijn dat de zondaar in de eerste geloofsdaad, al is die nog zo zwak, in beginsel alles ontvangt. Wel legt hij andere accenten als het gaat om de heilszekerheid. Giles Firmin, een tijdgenoot van Shepard, gaf in zijn boek 'The real christian' aan dat Hooker en Shepard zielen te lang onder het badwater van Johannes de doper hielden. Het mooie is dat Shepard daar niet geïrriteerd op reageerde."

Johannes predikte de doop der bekering tot vergeving der zonden, Markus 1:4. Dat houdt wel wat meer in dan hier gesuggereerd wordt. De kanttekeningen zeggen zo treffend: "De doop wordt alzo genaamd omdat hij bediend werd aan degenen die hun zonden beleden en bekering beloofden, en om hun te wezen een teken en verzegeling, dat hun hun zonden van God om Christus' wil vergeven waren, Hand. 19:4 en Rom. 4:11." Giles Firmin kan dit wel zeggen, en Dhr. Van Valen kan dit wel aanhalen om Shepard en Hooker te beschuldigen, maar het heeft totaal geen grond. Onder het badwater van Johannes de Doper houden is dus helemaal geen Bijbelse uitdrukking!

Het kerkelijk standpunt van Shepard was behoorlijk exclusief. Waarin verschilt hij van Jean de Labadie?
"Beide streden voor een zuivere kerk, maar De Labadie verzandde in subjectivisme. Zijn kerkelijk standpunt werd steeds doperser. Het verbond en de kinderdoop speelden in de labadistische beweging vrijwel geen rol meer. Shepard bleef de Anglicaanse Kerk als de Engelse kerk van de Reformatie zien en wilde het hele volk bij de kerk betrekken." Voor het lidmaatschap en het dopen van kinderen moest je wel een getuigenis van persoonlijke bekering af kunnen leggen. "Dat kwam voort uit een reactie op de situatie in de Anglicaanse Kerk. Daar kon je zelfs als je een schandalig leven leidde, je kinderen laten dopen. In die reactie zijn de puriteinen in New England doorgeschoten. Voor toelating tot een gemeente mag je geloof vragen, maar het wordt erg subjectivistisch als je een bekeringsverhaal wilt horen. Dat hebben de reformatoren nooit gedaan. Men heeft het standpunt ook niet lang vol kunnen houden. Er kwamen heel veel ongedoopte kinderen."

Hoe beoordeelt u Shepard's bekendste boek: 'De gezonde gelovige'?
"Positief. Wel denk ik dat hij alle stadia in het voorbereidende werk beter had kunnen terugbrengen tot één pagina, om meer aandacht te besteden aan de opwas in de genade. Daar komt hij niet aan toe. Waar Shepard eindigt, gaan Owen en Goodwin verder. Die zijn wat dat betreft evenwichtiger. Shepard richt zich grotendeels op de initiële bekering, terwijl het overgrote deel van de brieven van Paulus over de levensheiliging gaat."

De brieven van de apostel Paulus zijn evenwichtiger dan Dhr. Van Valen doet overkomen, want die behandelen altijd ellende, verlossing en dankbaarheid. Weet u wat de hoogste trap in mijn heiligmaking is? Ik ellendig mens, wie zal mij verlossen uit het lichaam dezes doods?

Want wij weten dat de wet geestelijk is, maar ik ben vleselijk, verkocht onder de zonde. Want hetgeen ik doe, dat ken ik niet; want hetgeen ik wil, dat doe ik niet, maar hetgeen ik haat, dat doe ik. En indien ik hetgene doe dat ik niet wil, zo stem ik de wet toe dat zij goed is. Ik dan doe datzelve nu niet meer, maar de zonde die in mij woont. Want ik weet dat in mij, dat is in mijn vlees, geen goed woont; want het willen is wel bij mij, maar het goede te doen, dat vind ik niet. Want het goede, dat ik wil, doe ik niet, maar het kwade, dat ik niet wil, dat doe ik. Indien ik hetgene doe dat ik niet wil, zo doe ik nu hetzelve niet meer, maar de zonde die in mij woont. Zo vind ik dan deze wet in mij : als ik het goede wil doen, dat het kwade mij bijligt. Want ik heb een vermaak in de wet Gods naar den inwendigen mens, Maar ik zie een andere wet in mijn leden, welke strijdt tegen de wet mijns gemoeds, en mij gevangenneemt onder de wet der zonde, die in mijn leden is. Ik ellendig mens, wie zal mij verlossen uit het lichaam dezes doods? Ik dank God door Jezus Christus, onzen Heere. Zo dan, ik zelf dien wel met het gemoed de wet Gods, maar met het vlees de wet der zonde.

Weet u wat mijn Heiligmaking is? Christus alleen. Weet u wat de Heere Jezus dan tot je spreekt? "Geheel zijt gij schoon, Mijn vriendin, en er is geen gebrek aan u." Kent u dat lezers? Dat is zekerheid!

Boeken als 'De gezonde gelovige' werden geschreven om zoekende zielen verder te helpen. Deden ze dat inderdaad?
"Dat betwijfel ik. Je wordt, onbedoeld, sterk teruggeworpen op jezelf. 'Wat heb ik wel, wat niet?' Daar kun je een leven lang mee bezig zijn. De bedoelingen van Shepard waren goed, maar het lezen van zijn werk kan leiden tot ongezonde introspectie."

Zie commentaar aan het begin.

Watis de kracht van het boek?
"Ten diepste gaat het Shepard om het leren kennen en dieper leren kennen van de Heere Jezus. Dat zie je ook in zijn autobiografische geschriften. Christus is hem alles. Daar schrijft hij prachtige dingen over."

Christus is hem alles geworden, maar dan wel in een weg van recht, want anders kunnen we wel roemen in Jezus, maar dan is het niet meer dan de andere Jezus, een andere geest en een ander evangelie (2 Korinthe 11:4). Doorzoekt uzelven nauw, ja zeer nauw!

Wat is de actuele betekenis van 'De gezonde gelovige'?
"Het kan een goed medicijn zijn tegen het rationeel aannemen van Christus en tegen gebrek aan besef van Gods majesteit en heiligheid. Als dat het geval is, zeg ik: Lees Shepard! We hebben van doen met een heilig, rechtvaardig God en een heilige, rechtvaardige Christus, Die Zichzelf ervoor over heeft gehad om aan al de eisen van Gods recht volkomen te voldoen. Het bijbelse zicht daarop hebben we vandaag heel hard nodig."

Zie commentaar aan het begin.