Hersteld Hervormd kerkrecht compleet verrot

Onlangs verspreidde het Roddel Dagblad een artikel dat een predikantsechtpaar uit de Hersteld Hervormde Kerk (HHK) verdacht werd van mishandeling van zes kinderen. Henk J. (60) en zijn echtgenote Jolanda (58) stonden daarom dinsdag (28 maart 2023) voor de rechter in Rotterdam, zo vervolgt her artikel. Ook andere dagbladen als de Telegraaf en het AD maakten er melding van, alleen spraken zij over een 60-jarige dominee uit Ouddorp.

Zonder er inhoudelijk iets over te kunnen zeggen valt wel op dat het RD de voornaam en eerste letter van de achternaam noemt, zodat het voor iedereen duidelijk is om wie het gaat. Met dit soort berichtgeving wordt iemand al bij voorbaat veroordeeld terwijl er sprake is van een verdenking. Het RD vaart dus een ook in dit opzicht een bedenkelijke koers. Op de website van de HHK kwam later een bericht dat het regionaal college voor het opzicht (RCO-Zuid) inzake één van hun predikanten besloten heeft overeenkomstig ordinantie 11a artikel 13 lid 8 hem tijdelijk uit te sluiten van het verrichten van alle kerkelijke handelingen krachtens het ambt van predikant. Aangezien de strafrechtelijke en kerkelijke procedures nog lopen en er derhalve nog geen eindoordeel is uitgesproken kunnen hierover geen nadere mededelingen worden gedaan.

Het genoemde artikel uit de ordinantie betreffende het opzicht voor personen (tucht) luidt als volgt:

Een college voor het opzicht kan bepalen dat de aangeklaagde en/of de klager, zolang de kerk ter zake geen eindoordeel heeft uitgesproken, tijdelijk uitgesloten wordt:

Ook in dit kerkorde artikel wordt men al met tuchtmaatregelen geconfronteerd terwijl er nog helemaal geen rechterlijke uitspraak is gedaan en de schuld is bewezen. Zowel media als de kerk handelen dus tegen Gods Woord in. In dit geval is er sprake van een privé aangelegenheid tussen ouders en kinderen, waarbij een aantal kinderen samen met een advocaat een rechterlijke procedure heeft aangespannen tegen beide ouders. Ook zijn de kinderen naar de media gestapt om het pubiekelijk te maken. Ook dat is een totaal onbijbelse gang van zaken. Die als een achterklapper wandelt, openbaart het heimelijke; maar die getrouw is van geest, bedekt de zaak (Spreuken 11:13).

In de Bijbelse tucht dient gehandeld te worden conform Mattheüs 18:15-18 als het gaat om niet-openbare zonden, waar staat opgetekend: Maar indien uw broeder tegen u gezondigd heeft, ga heen en bestraf hem tussen u en hem alleen; indien hij u hoort, zo hebt gij uw broeder gewonnen. Maar indien hij u niet hoort, zo neem nog een of twee met u; opdat in de mond van twee of drie getuigen alle woord besta. En indien hij denzelven geen gehoor geeft, zo zeg het der gemeente; en indien hij ook der gemeente geen gehoor geeft, zo zij hij u als de heiden en de tollenaar. Voorwaar zeg Ik u: Al wat gij op de aarde binden zult, zal in de hemel gebonden wezen; en al wat gij op de aarde ontbinden zult, zal in de hemel ontbonden wezen.

Zonden in de privésfeer vallen hieronder. In het uiterste geval wordt het, indien degene die gezondigd heeft volhard in zijn zonde en geen berouw toont, de gemeente aangezegd en wordt op dezulke de tucht toegepast. Als het om publieke zonden gaat dan dient er publiekelijke bestraffing plaats te vinden, conform 1 Timotheüs 5:20: Bestraf die zondigen, in tegenwoordigheid van allen, opdat ook de anderen vrees mogen hebben. We zien hiervan een voorbeeld bij Petrus, die vanwege zijn veinzerij in het openbaar door Paulus wordt bestraft (Galaten 2:11-14) of in het geval van een openbare zonde in de gemeente van Korinthe (1 Korinthe 5). Het dient in de tucht altijd in de eerste plaats te gaan om de eer van God en in de tweede plaats op het behoud van de naaste. We zien in 2 Korinthe 2:5-11 de vrucht op de tucht met de vergiffenis voor een boetvaardige.

Echter wordt er nu door de media en de kerk gehandeld alsof het om een publieke zonde gaat, hetgeen niet het geval is. Het is een publiek gemaakte zonde, waarvan nog moet vaststaan of dit werkelijk zo is. Nogmaals, dat kan ik niet beoordelen, maar feit blijft dat er op een onbijbelse wijze wordt gehandeld. Daarnaast houdt men binnen de Hersteld Hervormde Kerk homo-ambtsdragers en valse leraars de handen boven het hoofd en geeft ze preekbevoegdheid, terwijl de tucht juist tegen dezulken zou moeten worden uitgeoefend omdat het publieke zonden betreft. Maar nee, dezulken laat men gewoon hun gang gaan op het kerkelijke erf. De homo-zonden worden vrijuit gesproken (Jesaja 3:9) en men laat dezulken deelnemen aan het Heilig Avondmaal, de ambten vervullen binnen de kerkenraad en ook toe tot predikant. De regionale commissies voor het opzicht (RCO) maar ook de generale commissie voor het opzicht (GCO) en ook het synodebestuur hebben boter op hun hoofd. Ze dienen zelf onder de tucht geplaatst te worden. Duidelijk blijkt dat het kerkrecht onbijbels is en compleet verrot is. Men meent Gode een dienst te doen met hun zelfbedachte goddeloze kerkregels en kerkelijke praktijken. Mattheüs 23 is geheel van toepassing op al die HHK-leidslieden.

M.G. van der Hoeven

3 april 2023