Islamvisie van dr. H. van den Belt

In het Reformatorisch Dagblad van zaterdag 29 maart 2008 geeft dr. H. van den Belt zijn visie over de film "Fitna" van de heer G. Wilders (PVV). Dr. H. van den Belt haalt in zijn artikel (Toegespitst op pagina 20) het voorbeeld van oudtestamentische Profeten aan die uitspraken doen die kwetsend zijn voor de religieuze gevoelens van hun hoorders. Hij verwijst hierbij naar de profeet Elia op de Karmel. Elia gebruikt daar het wapen van de spot. Zijn dialogen altijd zinvol? Soms wordt er eindeloos gepraat om niets. Een dialoog met de duivel is spotten met God. Tot zover even dit gedeelte uit het artikel van dr. H. van den Belt.

Ik kan me vergissen, maar het feit dat hij Elia en de Karmel noemt en vervolgens een dialoog met de duivel spotten met God noemt, kan dan, in dit verband, alleen maar slaan op de islam. Verderop in het artikel zegt hij dat moslims de ene ware God zoeken, maar dat Hij voor hen de grote Onbekende blijft. Ook zegt hij dat moslims de God die zij in zekere zin kennen niet als God verheerlijken. Klopt dit?

In Romeinen 1:21 staat: "Omdat zij (de heidenen) God kennende, Hem als God niet hebben verheerlijkt of gedankt; maar zijn verijdeld geworden in hun overleggingen, en hun onverstandig hart is verduisterd geworden." In Romeinen 1:25 staat dat: "die de waarheid Gods veranderd hebben in de leugen, en het schepsel geëerd en gediend hebben boven de Schepper, Die te prijzen is in der eeuwigheid. Amen." Dr. H. van den Belt had geen punt moeten zetten bij Romeinen 1:21 maar iets moeten doorlezen. Dan staat er dat wij allen van nature de waarheid Gods veranderd hebben in de leugen. Dat betekent dat niemand God zoekt, niemand God dient en niemand God kent in zijn of haar gevallen adamsstaat (namelijk om Hem recht te dienen, zie kanttekeningen Romeinen 3:11). Wat in de Romeinenbrief staat in vers 21 slaat op zoveel als de mens zonder Gods Woord uit de natuur, van God weten kan (kanttekeningen SV).

In Romeinen 1:19 staat "Overmits hetgeen van God kennelijk is, in hen openbaar is; want God heeft het hun geopenbaard." De kantekening zeggen hierbij het volgende: "Namelijk eensdeels door de wet der natuur, in hunne conscientiën, Joh. 1:9; anderdeels door het aanschouwen der schepselen Gods, waardoor Zijne eigenschappen gelijk als getast worden; Ps. 19:2, en Ps. 148:4,5,6; Hand. 14:15; en Hand. 17:24, enz.)". Dat noemt dr. van den Belt niet in zijn betoog en hij suggereert daarmee dat God door de koran in zekere zin gekend kan worden, en er nog wel iets goeds in zit, althans dat is de gedachte die bij mij opkomt na het lezen van de genoemde uitpraken in het artikel.

Hij zegt verder dat de islam net als andere religies - inclusief vele vormen van christendom - een tasten van blinden is. In hun valse godsdienst houden de heidenen echter de waarheid in ongerechtigheid ten onder. Hier noemt hij de islam een valse godsdienst. Als de islam een valse godsdienst is, en de koran een valse openbaring, dan is de god die ze aanbidden ook een valse god, dus een afgod (zoals ook de Baäl). Te suggereren dat de islamieten wel de ware God zoeken is dus een verdraaiing van de waarheid. Men zou nog kunnen verwijzen naar Handelingen 17:23 waar Paulus over het opschrift in Athene spreekt: "DEN ONBEKENDEN GOD. Dezen dan, Dien gij niet kennende (onwetende) dient, verkondig ik ulieden." Echter de islam dient niet, onwetende, de ware God, maar ze dienen een afgod, omdat de drie-enige God Zich niet in de koran openbaart.

Alleen voor het Jodendom geldt dat ze de ware God zoeken, maar dat Hij voor hen buiten Christus niet in geest en waarheid aanbeden en gekend kan worden. De Joden hebben namelijk het door God geschonken Oude Testament, waarin de Heere Jezus Christus wordt verkondigd. Zie Lukas 24:25-27: "En Hij zeide tot hen: O onverstandigen en tragen van hart om te geloven al hetgeen dat de profeten gesproken hebben! Moest de Christus niet deze dingen lijden, en alzo in Zijn heerlijkheid ingaan? En begonnen hebbende van Mozes en van al de Profeten, legde Hij hun uit in al de Schriften hetgeen van Hem geschreven was."

Dr. H. van den Belt geeft een onzuiver en ook verwarrend beeld over de islamitische godsdienst, door m.i. tegenstrijdige uitspraken. Hij noemt de islam wel een uitgesproken antichristelijke macht omdat alle geest die niet belijdt dat Jezus Christus in het vlees gekomen is, niet uit God is, maar de geest van de antichrist is. Tegelijkertijd zegt hij dat moslims de ene ware God zoeken, maar dat Hij voor hen de grote Onbekende blijft. Alles wat antichristelijk is, is duivels. De koran heeft bijbelse gegevens overgenomen, maar duivels verdraaid. Men aanbidt de duivel en wandelt in zijn wegen. Als zelfs Rome antichristelijk wordt genoemd, terwijl zij wel de drie-enige God erkennen, want geldt er dan wel niet voor alle andere religies die de drie-eenheid loochenen! (met echter eerdergenoemd onderscheid ten aanzien van het Jodendom). Alle religies buiten de ware Godsdienst, streven naar een heilstaat op aarde, hetgeen desnoods met geweld (ook geestelijk geweld) moet worden bereikt. Dat geldt ook voor de seculiere religie in o.a. Nederland. Wilders beseft dat (nog) niet. Geve de Heere hem een vernieuwd hart. Groen van Prinsterer zei het al: het gaat tussen geloof en ongeloof. Het ongeloof is niet beperkt tot de islam.

Dr. H. van den Belt geeft verder wel erg gemakkelijk aan dat ook van de Bijbel een film is te maken zoals dat in Fitna van de koran is gedaan. Hij wekt op zijn minst de suggestie dat met een beroep op de Schrift ook gruweldaden zijn te begaan zoals moslimterroristen dat doen met een beroep op de koran. Trouwens, niet alleen moslimterroristen maar ook de meeste islamieten wensen Israël van de kaart te vegen. De koran is een verzinsel van de duivel, en de duivel is de mensenmoorder van den beginne. Als iemand met een beroep op de Schrift een ander haat, dan komt dat doordat de mens dood is in de zonden en de misdaden vanwege zijn gevallen staat, het komt allerminst door de Schrift zelf. Gods Woord verkondigt: Gaat heen in de gehele wereld, predikt het Evangelie aan alle kreaturen..., en in Zijn Naam gepredikt worden bekering en vergeving der zonden onder alle volken, beginnende van Jeruzalem."