Het Wartburg College helpt mee aan het doorstarten van het islamitische instituut Ibn Ghaldoun, en dat onder de dekmantel van een christelijke handreiking.

Begin oktober 2013 is door het Wartburg College een brief verspreid aan de ouders betreffende de situatie van de islamitische Ibn Ghaldoun school in Rotterdam. Het college van bestuur (de ondertekenaars van de brief zijn W. Büdgen als voorzitter en G.J. Heijboer als lid) heeft gemeend dat ze niet achter kunnen blijven om de helpende hand te bieden in een unieke noodsitatie. Het gaat hier om het doen van een christelijke handreiking. Dat is volgens hen de belangrijkste overweging. U kunt de brief terugvinden op de website van het Wartburg college, voor het gemak kunt u op de link klikken.

Na intensief overleg met alle betrokkenen is er een scenario uitgedacht. We zullen zien dat dit echter een weg is die iemand recht schijnt, maar het laatste van dien zijn wegen des doods (Spr. 16:25). Onder 'christelijke' vlag van het CVO (Christelijk Voortgezet Onderwijs) wordt een tijdelijke nevenvestiging van één van de scholen geopend die onder dat bestuur vallen, waarin de Ibn Ghaldoun-leerlingen in hun eigen gebouwen islamitisch georiënteerd onderwijs krijgen. De Islam staat haaks op de Bijbel en is een valse religie. Het Wartburg College werkt dus mee aan de doorstart van een school waar de leerlingen worden onderwezen in de valse religie. Dit tegen het gebod van de HEERE in, want het eerste gebod van de heilige wet luidt: "Gij zult geen andere goden voor Mijn aangezicht hebben". (Ex. 20:2) Dat betekent dat je ook niet mag meewerken aan het doorstarten van stichtingen en moskeeën waar de afgoden worden aanbeden.

Men biedt dus een zogenaamde christelijke handreiking die ten koste gaat van de ere Gods. De vreze des HEEREN is te haten het kwade, de hovaardigheid, en de hoogmoed en de kwade weg. De HEERE haat ook de mond der verkeerdheden. (Spr. 8:13) Men ziet het niet als een kwade weg bij te dragen aan een oplossing om de valse Baäl-godsdienst vrij baan te geven op deze islamitische school en dat onder de vlag van een christelijke paraplu. Werkelijk verbijsterend. In de brief pocht het Wartburg College met hun positie in het geheel van het Rotterdamse onderwijs. Men klopt zich op de borst dat er veel waardering is voor de wijze waarop ze als school hun plaats in de stad Rotterdam innemen. Aan de ene kant werken aan kwalitatief goed onderwijs op basis van de Bijbel en de gereformeerde belijdenis, en aan de andere kant ook het geheel van de stad in het oog hebben en meedenken in de gezamenlijke problematiek van de stad als het om jongeren gaat. Dat laatste mag dan kennelijk tegen de Bijbel en de gereformeerde belijdenis indruisen. Gods Woord geeft geen enkele vrijbrief om te handelen zoals het Wartburg college handelt. Men is bang dat men voor een outcast wordt versleten en dat men zich buiten de orde plaatst in Rotterdam. Het is niet anders dan de ergernis van het kruis van Christus teniet doen.

De bedoeling is (of het zo ver komt is niet bekend, maar dat doet niet terzake) dat reformatorische leerkrachten les gaan geven op deze doorstartende islamitische school. De vrijwillige aanwezigheid van deze leerkrachten rechtvaardigt echter de zaak van het islamitische onderwijs. Een waar Christen zal daar nooit aan kunnen meewerken. Men zal dan wel niet de eerste les op de dag mogen beginnen, want dan zouden ze met Schriftlezing en gebed beginnen. Dat is op een islamitische school echt niet toegestaan. Dus de eerste les wordt de koran geopend en het gebed tot allah opgezonden. Het lesuur daarna mag de reformatorische leerkracht het onderwijs vervolgen. Zo ging het er echter niet op de Karmel ten tijde van Elia aan toe. De door het Wartburg genoemde christelijke handreiking heeft ook niets met de barmhartige Samaritaan van doen, want als er een mens in nood is door ongeval of een ramp dan is niet de eerste vraag die je stelt welke godsdienst je aanhangt, maar dan help je zo'n mens in nood. Echter de nu gekozen oplossing staaft de Islam en geeft ze recht van bestaan. Als straks een moskee in financiële problemen komt gaan de kerken dan ook collecteren om de moskee in de lucht te houden?

En als het om openbaar onderwijs zou gaan, is dat dan anders, zo wordt wel tegengeworpen? Bij openbaar onderwijs kun je niet spreken van een valse religie. Net als de openbare maatschappij zijn we ook daar onderdeel van. Vroeger was er openbaar onderwijs waar dan bijvoorbeeld op vrijdag de plaatselijke predikant godsdienstonderwijs kwam geven. Het ideaal is toch nog altijd de openbare school met de Bijbel. Dus we kunnen deze situatie niet overplanten op islamitisch, hindoestaans of welke baälsgodsdienst dan ook. Trouwens, af en toe denk ik wel dat het beter is dat zich christelijk noemende scholen zich moeten beperken tot lezen, schrijven, rekenen enz.., want het godsdienstonderwijs is een mengelmoes geworden van allerlei visies en denkbeelden. De halve waarheid is nog altijd de hele leugen, maar ook dat deert veruit de meeste mensen niet meer. Tegenwoordig heeft men het maar over de vrijheid van godsdienst en dat is tot wet verheven, ook door de SGP, terwijl Gods Woord nergens een vrijbrief geeft voor de vrijheid van godsdienst.

Als het gaat om het islamitische onderwijs dan kan het wellicht zijn dat dit een gematigde school is en dat als je niet helpt dat het dan zou kunnen radicaliseren, maar dat mag ook geen rol spelen. Dat is allemaal speculatie. We kunnen ook niet zeggen dat we van de kwaden de minst kwade oplossing kiezen, want waar blijf je dan met een beroep op christelijke handreiking? Een kwaad is nooit een christelijke handreiking. We zien dat christelijk (en reformatorisch) Nederland steeds meer de Bijbel laat buikspreken om eigen kwade wegen te rechtvaardigen. Of dat nu het helpen doorstarten van een islamitisch instituut is, of de visie op homofilie (denk aan de visie van de Vereniging Gereformeerd Schoolonderwijs). Ook bij de Gereformeerde Bond in de PKN weten ze erover mee te praten en voorman Vergunst huldigt hetzelfde standpunt als het bestuur van het Wartburg College. Klik op de link.

Men is helaas niet ontvankelijk voor een heroverweging en aanpassing van het genomen besluit. Men beseft niet dat de HEERE geen ledig toeschouwer is en dat ook deze besluiten moeten worden verantwoord voor de Koning der koningen.