Consternatie rondom de Gomarus scholengemeenschap

De Gomarus scholengemeenschap is in het nieuws gekomen doordat oud-leerlingen in een recent artikel in het NRC hebben aangegeven dat ze zich onveilig voelden op het Gomarus nadat ze uit de kast zijn gekomen als homoseksueel. Dat deed nogal wat stof opwaaien in andere mainstream media als de Telegraaf en het Algemeen Dagblad, maar ook in het RD. Zelfs werden er kamervragen gesteld en wil men een debat over dit gebeuren. Alles ligt natuurlijk onder een vergrootglas van de politiek en de media. Alles wat niet in overeenstemming is met de grondwet, bijvoorbeeld het gelijkheidsbeginsel van artikel 1, moet volgens de seculieren (en ook velen die zich christelijk noemen zoals CDA en CU) te vuur en te zwaard bestreden worden. U kunt enkele reacties op twitter lezen van politici naar aanleiding van het gebeuren op het Gomarus (klik hier).

Ook belangenbehartiger, partner en adviseur voor het christelijk-reformatorisch onderwijs VGS laat weten dat het ze betreurt dat leerlingen zich onveilig hebben gevoeld. "We leren hiervan. Deze verhalen sporen ons aan om met des te meer energie te blijven werken aan veiligheid voor iedereen binnen de Bijbelse kaders. Zodat elk kind zich op school helemaal thuis voelt", schrijft VGS in een reactie op hun website. Uit het NRC-artikel blijkt dat oud-leerlingen zich ónveilig hebben gevoeld. Dat raakt ons, en wij betreuren dat. We leren hiervan. Deze verhalen sporen ons aan om met des te meer energie te blijven werken aan veiligheid voor iedereen binnen de Bijbelse kaders. Zodat elk kind zich op school helemaal thuis voelt.

Na de ontstane ophef kwam het Gomarus met een statement waarin de voorzitter van het College van Bestuur, de heer Chris Flikweert, o.a. het volgende zegt: "Juist omdat naastenliefde vanuit ons christelijk geloof essentieel is, hechten wij veel waarde aan een veilig sociaal klimaat. In zo’n klimaat kunnen kinderen opbloeien en tot leren komen. Tegelijkertijd beseffen we dat we in een gebroken wereld leven: er gaan helaas dingen anders dan bedoeld, ook op dit gebied. Het raakt mij daarom diep, zoals eerder is aangegeven, als leerlingen zich bij ons op school niet veilig hebben gevoeld en daar slechte herinneringen aan hebben overgehouden. Nogmaals, dat betreur ik." Verder zegt hij: "Soms gebeurt het dat homoseksuele leerlingen aangeven uit de kast te willen komen. Daar is dan ruimte voor."

Tot slot nog een artikel van de redactie binnenland van het RD (kennelijk wil men de naam van de journalist niet noemen) waarbij een interview wordt gehouden met Chris Flikweert van de Gomarus scholengemeenschap. Hierin krijgt de heer Flikweert diverse vragen voorgeschoteld. We zullen er enkele beschrijven:

RD: U schrijft in uw verklaring dat er op de Gomarus ruimte is om uit de kast te komen. Gebeurt dat ook?

Flikweert: "Ja, al gaat dat niet om grote aantallen. Maar af en toe vertelt een leerling aan vrienden of een mentor over zijn homoseksuele geaardheid. Ook weleens aan de hele klas. En die ruimte is er."

RD: Hoe zou een reformatorische school wat u betreft moeten omgaan met leerlingen die openlijk een homoseksuele relatie hebben?

Flikweert: "Leerlingen met een homoseksuele geaardheid zijn op onze school welkom en worden volledig geaccepteerd. Tegelijk is Gods Woord voor ons de leidraad. Dat betekent dat ons gedrag in lijn moet zijn met de Bijbel. In alle liefde moet je dan ook duidelijk maken dat het praktiseren van homoseksualiteit daarmee niet in lijn is."

COMMENTAAR
De Gomarus is een reformatorische scholengemeenschap voor voortgezet onderwijs. De Bijbel en de Drie Formulieren van Enigheid zijn in ons onderwijs het richtsnoer. Deze prachtige volzin staat op de website van genoemde scholengemeenschap. We zien helaas dat men aan de ene kant zegt dat men Bijbels onderwijs wil geven aangaande het huwelijk tussen één man en één vrouw, terwijl men aan de andere kant ruimte wil bieden aan hen die uit de kast willen komen als homoseksueel. Dat is echter totaal onmnogelijk volgens Gods Woord, want de Bijbel biedt geen ruimte om ruimte te bieden aan de zonde. Een coming out is niet anders dan het vrijuit spreken van de zonde (Jesaja 3:9). Zij verbergen hun zonde niet maar komen ermee voor de dag en dat wil men daar alle ruimte voor bieden op het Gomarus (en ook andere refoscholen en ook de refokerken). Het uit de kast komen als homoseksueel is niet uit het geloof, en al wat niet uit het geloof is dat is zonde (Romeinen 14:23). Homoseksualiteit was er ook niet in het paradijs en is onnatuurlijk. Dat wil niet zeggen dat er geen vriendschappelijke band mag zijn tussen mensen van het gelijke geslacht. De geloofsband tussen David en Jonathan is daar een duidelijk voorbeeld van.

Men wringt zich echter in allerlei bochten om bij de seculieren maar niet in discrediet te komen. In het verleden was PvdA-minister Plasterk al eens op bezoek bij de reformatorische scholen en hij sprak destijds zijn waardering uit over de vorderingen die men op de scholen had gemaakt ten aanzien van acceptatie van homoseksuele leerlingen. De laatste stap die nog gemaakt moest worden in is het aanvaarden van homoseksuele relaties, zoals een homo-'huwelijk' en een geregistreerd partnerschap. Maar Plasterk besefte dat Aken en Keulen niet op één dag zijn gebouwd. Men nam de complimenten van Plasterk 'gretig' in ontvangst. Binnen de kerken en de scholen is men echter op drift geraakt door onderscheid te maken tussen homoseksuele gerichtheid en homoseksuele praxis. Het eerste is onderdeel van je persoonlijkheid en dat kan niet veranderd worden. Het tweede betreft het aangaan van een homoseksuele relatie en dat is dan Bijbels niet geoorloofd. Dat dit een contradictio in terminus is heeft men niet begrepen. Zeggen dat je homoseksueel bent en de homoseksuele praxis bedrijven is Bijbels gezien hetzelfde. Dat geldt ook voor heteroseksuele zonden. De Heere Jezus zegt dat wie een vrouw aanziet om te begeren reeds overspel in zijn hart (de daad) met haar gedaan hééft (Mattheüs 5:28). Kortom zeggen of denken is hetzelfde als doen. Gods Wet is namelijk niet alleen een oordeler over onze daden (openbaar of verborgen) maar ook over ons spreken en onze gedachten (Hebreeën 4:12). Gods gebod is zeer wijd (Psalm 119:96). Als Gods Geest gaat overtuigen van zonde, gerechtigheid en oordeel (Johannes 16:8), dan gaat de hand op de mond. Dan wordt je verdoemelijk voor God: Uw doen is rein, Uw vonnis gans rechtvaardig, Psalm 51:6.

Men is dus op de Farizeïsche toer gegaan door alleen de daad als zonde te bestempelen. Dan krijg je God tegen, en dat zien we voltreken binnen kerkelijk Nederland en refo-onderwijs Nederland. Als we het op een akkoordje met de wereld willen gooien dan zal het oordeel daarover niet uitblijven. Nu hebben we God van nature al tegen omdat wij in vijandschap met Hem zijn gekeerd. Laat staan dat als we menen Gode een dienst te doen en dan Gods Woord verkrachten door het onderscheid te maken tussen homoseksuele gerichtheid en praxis. Wat men ook niet meer leert is dat als een homoseksueel door God tot God bekeerd wordt, dat deze bekeerde mens (in Christus) dan homoseksueel af is! Dat lezen we duidelijk in de brief van de apostel Paulus aan de Korinthiërs. We hebben het al vaak in andere artikelen aangehaald. De apostel noemt daar vele publieke zonden en stelt in vers 11 van het zesde hoofdstuk : "En dit waart gij sommigen; maar gij zijt afgewassen, maar gij zijt geheiligd, maar gij zijt gerechtvaardigd in de Naam van de Heere Jezus en door de Geest onzes Gods." (1 Korinthe 6:11) Wat vrij vertaald: Je was het, maar nu ben je het niet meer omdat je het eigendom geworden bent van de Heere Jezus Christus. Is dit nu alles vreemde taal voor u, lezer?

Voor de godsdient is dit vreemde taal, want zij menen Gode een dienst te doen met hun sodomitische godsdienst, en doen niet anders dan de ergernis van het kruis teniet. Men meent ook nog het beste voor te hebben met mensen die zich publiekelijk uitspreken als homoseksueel (coming out), en meent de liefde Gods aan hun zijde te hebben door aan te geven dat je veilig je zonde moet kunnen uitspreken en dat daar dan respect voor gevonden moet worden. Diverse keren heb ik al vernomen dat leerlingen in de klas hun respect uitspreken voor een leerling die gewag maakt van zijn of haar homoseksueel zijn. Men roept hiermee echter Gods verbondswraak op. De weg geweten te hebben en niet bewandeld te hebben zal erger zijn dan er nooit van gehoord te hebben. De HEERE God neemt het niet dat Zijn scheppingsorde geweld wordt aangedaan. Men siddert er echter niet voor in reformatorisch (en ander zich christelijk noemend) Nederland. De duivelen geloven nog dat God een enig God is en zij sidderen (Jakobus 2:19). Hebben wij wel eens gesidderd voor de heilige God? Als er een wettisch ontwaken plaatsvindt in ons leven dan moeten we de stad verderf uit, net zoals John Bunyan. We zijn dan nog niet bekeerd, maar we kunnen het niet meer uithouden in ons zondig bestaan. Geen rust wordt meer gevonden, totdat het rust vindt in God. Dat geschiedt in de Enge Poort als we vrijgesproken worden van schuld en straf en de gerechtigheid van Christus krijgen toegerekend. Dat is het moment als Christus Zich openbaart als Verlosser en Zaligmaker tot geloof als gave Gods.

Als we in die weg met God verzoend zijn geworden worden we gedreven door Gods Geest. Ook al zal het vlees, ofwel het lijk van de oude mens, zich niet onderwerpen aan de Wet Gods, want het kan ook niet (Romeinen 7), toch zal de nieuwe mens in Christus niet meer willen zondigen. Ze zal zelfs begeren om ontbonden te zijn en met Christus te zijn, want dat is verre weg het beste. Dan ga je je medemens ook eerlijk behandelen en niet de handen opleggen met woorden als 'je mag er zijn hoor' en 'je moet je veilig voelen'. Dat is allemaal taal van de duivel. Het gaat namelijk niet om de mens maar om Gods eer. Wij zijn van nature eerrovers Gods maar na ontvangen genade worden we in Christus verheerlijkers van Gods eer. Dan gaan geroepen dienaren van Gods Woord de wet prediken tegen degenen die onder de wet zijn. Wat is het doel daarvan? Dat de oude mens sterft onder de bediening des doods. Het Evangelie van Jezus Christus en Dien gekruisigd wordt dan gepredikt aan degenen die alle hoop geheel is komen te ontvallen. Dat zien we in de prediking van de apostel Petrus op de Pinksterdag. Dat hebben we allen nodig op weg en reis naar de nimmereindigende eeuwigheid. Mensen die zich homoseksueel noemen zijn niet gebaat bij kwakzalverijprediking maar bij de prediking die naar Gods Woord is. Degenen die homoseksuelen erbij willen rekenen, en zelfs aan het Heilig Avondmaal toelaten omdat ze zeggen christen-homo te zijn maar wel te strijden tegen de homoseksuele praxis, zijn valse leraars. Dat zijn leraars die in dienst staan van de satan en zich veranderd hebben in een engel des lichts (2 Korinthe 11:14). Laat u niet bedriegen, medereizigers naar de eeuwigheid, door valse leraren, door valse liefde, door verkrachting van Gods Woord.

Ze leren dus tegenwoordig in de kerken dat je christen kunt zijn en homoseksueel, maar dat alleen de praxis van het aangaan van een relatie met iemand van hetzelfde geslacht afgewezen moeten worden. Dat dit totaal strijd met de Heilige Schrift hebben we al besproken. Waar ze in de kerken ook aan voorbij gaan is dat de Heere de Zijnen bewaart voor onnatuurlijke zonden zoals zelfmoord, incest en ook homoseksualiteit. Ook bewaart de Heere de Zijnen voor de zonde tegen de Heilige Geest, al kan Gods volk bij de inleving wel eens vrezen die zonde bedreven te hebben. Dat homoseksualiteit onnatuurlijk is leert ook al de natuur, want de mensheid zou uitsterven als mannen met mannen en vrouwen met vrouwen een relatie aangaan. Aangaande homoseksualiteit dient gehandeld te worden overeenkomstig 1 Korinthe 5. Wat een wonder is het dan dat in 1 Korinthe 2 de boetvaardige weer in de gemeenschap van de gemeente wordt opgenomen. Dat is de Bijbelse tucht die gegrond is in de liefde Gods. Dat zijn we geheel kwijt in onze dagen.

Franciscus Gomarus wordt gebruikt als naam voor de scholengemeenschap, maar als deze Godsgezant vandaag de dag zou leven dan zou hij de vloek uitspreken over de handelswijze van de naar hem genoemde scholengemeenschap, de huidige kerken in Nederland die ofwel homoseksualiteit geheel omarmd hebben (PKN) of onderscheid maken tussen geaardheid en praxis (alle refokerken) en eigenlijk hetzelfde doen als de PKN al menen ze van niet, en de politieke partijen die zich christelijk noemen (CDA, CU, SGP) en die niet anders doen dan de zonde geen zonde meer noemen en de zonde bestrijden met de zonde. Franciscus Gomarus zal opstaan in het oordeel met dit geslacht van refoïeten en hen veroordelen (Mattheüs 12:41). Al die mooie namen waarmee de refoscholen en kerken zich tooien zijn een vloek in de oren van de HEERE Zebaoth. Weet dit, dat u God niet om de tuin kunt leiden met uw ijdele godsdienst! O (Refo)land, (refo)land, (refo)land, hoort des Heeren Woord! (Jeremia 22:29).

M.G. van der Hoeven

8 april 2021