Onware beschuldigingen volgens ds. G.A. van den Brink

Onlangs werd ik gewezen op een artikel van de hand van ds. G.A. van den Brink (HHK, Kralingseveer en verder te noemen 'de dominee') op Refoweb van 19 mei 2016 waarin hij een poging doet om een vraag van een mevrouw te beantwoorden die betrekking heeft op de Heilige Doop (klik hier). De mevrouw gaf in haar vraag aan dat ze het doopdebat had bijgewoond waar de dominee toen een bijdrage had geleverd en dat dit verhelderend was, totdat ze op een artikel van mijn hand stuitte betreffende de leringen van deze dominee (klik hier).

De dominee maakt in het artikel op Refoweb een tuchtprocedure publiekelijk en dat vraagt om een reactie. De dominee vertelt deze mevrouw dat de Generale Commissie voor het Opzicht (GCO) in de Hersteld Hervormde Kerk enkele tuchtmaatregelen heeft uitgeoefend tegen mij en hij vermeldt erbij dat de beschuldigingen die ik heb geuit over arminianisme, onbewuste levendmaking en veronderstelde wedergeboorte onwaar zijn, en dat de GCO daarom de tuchtmaatregelen heeft toegepast op grond van overtreding van het negende gebod. Hij gaat verder niet in op mijn artikel waar de vrouw op wijst, maar verschuilt zich achter de uitspraken van de GCO om zijn gelijk aan te tonen. Dat moet hij zelf weten, maar erg overtuigend klinkt dat natuurlijk niet. Kerkelijke besluiten zijn de Bijbel niet.

Het eigenlijke pijnpunt bij deze dominee is gelegen in het feit dat ik hem de broederhand niet wil geven, waar hij in een gesprek om heeft gevraagd. De GCO adviseert in haar toelichting bij de uitspraken ook om deze dominee de broederhand te geven, en erkent hem hiermee dus als een leraar die de volle raad Gods predikt. De dominee gaf in een brief zelfs aan dat ik inbreuk heb gedaan op zijn goede naam en faam. Hij voelt zich als door een wesp gestoken, en zoekt nu zijn gram te halen. Waaruit blijkt dit? Nadat de Regionale Commissie voor het Opzicht (RCO) de tucht had opgeheven moest deze dominee zonodig weer in hoger beroep bij de GCO. Nergens heb ik hem horen schrijven of zeggen dat het hem om Gods eer te doen is. Het gaat allemaal om zijn eer. De Bijbelse weg is echter dat als het om je eigen naam en faam gaat, je dan zwijgt, maar als het om de eer van God gaat dat je dan niet zwijgt. Bij deze dominee is het net andersom.

De GCO heeft tot driemaal toe de dominee in het gelijk gesteld, zijn leer niet veroordeeld, en tuchtmaatregelen verzwaard. Dit in tegenstelling tot de RCO die uiteindelijk heeft besloten om de tucht op te heffen. De kerkelijke commissies zijn het dus ook niet met elkaar eens. Zij riepen dan de een dit, de ander wat anders; want de vergadering was verward, en het meerderdeel wist niet om wat oorzaak zij samengekomen waren, Hand. 19:32. Tucht wordt ingesteld, weer opgeheven, en weer ingesteld. Dit soort praktijken heeft niets met de Bijbelse wijze van tuchtuitoefening te maken. Ook de kerkelijke commissies moeten zichzelf maar eens onderzoeken wat dat betreft. In het kerkelijk jaarboek kunt u lezen welke personen dit soort commissies bemannen. De tuchtbrief van de GCO van 16 januari 2015 was onderschreven door ouderling M.F. van Leeuwen (bekend van de SGP), ouderling C. de Jong, ds. A. Kos, ds. H. Lassche, ds. P. den Ouden en door de adviserende leden mr. C. Kruijning (secretaris), mr. D.J.H. van Dijk (eerste kamerlid voor de SGP) en mr. dr. S. de Jong. Bij latere uitspraken in oktober en december van dat jaar staat de naam van ds. M. van Reenen in plaats van ds. P. den Ouden. Het kan best zijn dat de tuchtmaatregelen niet unaniem zijn genomen, maar dan toch geldt dat als je je naam eraan verbindt dat je het ermee eens bent. Al deze GCO-leden hebben dus totaal geen moeite met de leringen van de dominee in kwestie. Al treffen de kerkelijke 'stenen' je, ach, er blijft geen kerkelijke steen staan, zowel letterlijk als figuurlijk niet.

De dominee verstaat niet noch wat hij zegt, noch wat hij bevestigt (1 Tim. 1:7). Op de website van de Laankerk (klik hier) wordt wel duidelijk waar hij voor staat met al die besluiten van de oude mens om Jezus te volgen. Het zou de HHK duidelijk moeten zijn dat tegen deze man moet worden opgetreden, maar ze weigeren het. Ook het Breed Moderamen van de Generale Synode vindt het allemaal prima. Ze vinden het maar wat fijn, zou ik me kunnen bedenken, dat hij gepromoveerd is op een bepaald onderwerp en dat hij nu dr. voor zijn befaamde naam mag zetten. Diverse predikanten zijn het met me eens aangaande zijn valse leringen en zeggen dat ook in een één op één gesprek, maar publiekelijk zwijgen ze in alle toonaarden. De dominee moet je kennelijk met een fluwelen handschoen behandelen. Pssst... niet in het openbaar hem aanpakken hoor! Ze willen gewoon rust, dat is het. Wel, de ware rust wordt hier niet gevonden, ook niet in een kerkverband, ook niet in je domineespak of ouderlingenpak. De ware rust is alleen in God, en die wordt door de onrust heen geschonken. De rust is alleen in de Heere Jezus Christus. Als je zijn eigendom bent geworden dan wordt je in de strijd gezet (die Godes is) en dan wordt je verwaardigd om door lijden naar heerlijkheid te gaan, op grond van de volbrachte arbeid van de Middelaar Gods en der mensen, onze Heere Jezus Christus. Ziende op de overste Leidsman en Voleinder des geloofs, Jezus, Dewelke voor de vreugde, die Hem voorgesteld was, het kruis heeft verdragen en schande veracht, en is gezeten aan de rechterhand van de troon Gods, Hebr. 12:2. Hij staat ter rechterhand Gods om Zijn stefanusjes (Kerk) op te nemen in Zijn vreugde. Bent u (dominee, ambtsdrager, kerkmens of wie dan ook) al gemaakt tot een stefanusje? Met minder kan niet en met meer hoeft ook niet. Dan is het echter wel uit met eigen naam en faam!

M.G. van der Hoeven

Ga naar home pagina "Het gekrookte riet"