De worstelingen van twee professoren met de grote vragen van schepping en evolutie

Het RD presenteerde op 8 juli 2017 een artikel en bijbehorend interview met de PKN-professoren Gijsbert van den Brink en Mart-Jan Paul over schepping en evolutie (klik hier). Het intervieuw kunt u ook hier bekijken:

COMMENTAAR
De jongeren zijn zeker niet geholpen om geloof te verbinden met de evolutiewetenschap om te voorkomen dat jongeren het geloof vaarwel zouden zeggen (wat overigens niet kan want er kan bij een waar gelovige nooit afval van het geloof zijn). In de Bijbel staat dat de mens uit het stof is voortgekomen (Genesis 2:7) en dus niet uit een aap. De mens zal ook tot stof wederkeren en zijn ziel zal tot God opvaren om geoordeeld te worden. Bij de wederkomst van de Heere Jezus Christus ten oordeel zullen alle mensen opstaan en uit het stof weer vergaderd worden om naar ziel en lichaam te worden geoordeeld. Dit zal geschieden in een punt des tijds als de Heere Jezus Christus als een bliksem verschijnen zal aan het firmament. Dat zal ook geen miljoenen jaren gaan duren! Als de evolutieleer wordt omarmd dan heeft dit dus ook gevolgen voor de leer aangaande de toekomende dingen (eschatologie).

De mens is in de hof van Eden geplaatst (Genesis 2:8), dus niet elders op de wereld. Uit Adam en Eva zijn de mensen voorgekomen tot aan de zondvloed, en na de zondvloed zijn de mensen uit het geslacht van Noach verspreid over de aarde (Genesis 9:19). Dus geen aparte tak van mensen die ontstaan is uit apen en toen een bepaald cognitief niveau hebben gekregen zodat ze mens konden worden genoemd. Wat is dit voor lasterpraat van Van den Brink! Vóór Adam en Eva is er geen mens geweest (Genesis 2:5) en naast Adam en Eva ook niet elders uit apen voortgekomen. Ook hebben de dieren niet altijd geleden zoals Van den Brink beweert (Genesis 1 leert anders). Ze werden niet gegeten door de mens in het paradijs. Het voedsel van de mens staat in Genesis 1:29 beschreven en dat was in één dag geschapen. Door één mens is de zonde in de wereld gekomen en door de zonde de dood (Romeinen 5:12, 1 Korinthe 15:21). Het eerste dier werd door de HEERE na de zondeval geslacht toen Hij voor Adam en zijn vrouw rokken maakte van vellen en ze hun aantoog. Ze werden bekleed met de gerechtigheid van Christus en het bloed dat vloeide wees heen naar het bloed van Christus, het beloofde Zaad, dat reinigt van alle zonden. De offeranden van dieren vonden pas plaats na de zondeval waarbij het eerste dier door de HEERE God Zelf werd geslacht en daarna bij de offeranden door de gelovigen (Abel in Genesis 4:4, Noach in Genesis 8:20, Leviticus). Dit had alles te maken met de moederbelofte die de HEERE had gegeven na de zondeval waarin gewezen werd op het komende Zaad, Christus, waar de offeranden heen wezen. Van den Brink brengt dus ook leer aangaande de bloedgerechtigheid van Christus in discrediet.

Van den Brink spreekt over wezens met driften en instincten en verkeerde neigenen die dan op een gegeven moment (als ze het beeld van God ontvangen) anders moeten gaan denken en handelen en dit dan niet doen. Dat is dan van toepassing op de neanderthalers en homo sapiens die uit de apen zijn voortgekomen en een bepaald cognitief niveau hebben gekregen om mens te worden genoemd, het beeld van God ontvangen en vervolgens afvallen van God, want de zondeval wil Van den Brink dan op die manier verbinden met de evolutietheorie. Hij denkt dat te verduidelijken met een voorbeeld van een bedrijfsfusie aan waarbij een bedrijf met slechte cultuur het bedrijf met de goede cultuur beïnvloedt. Zo is volgens hem ook de zonde doorgegaan vanuit Adam naar de neanderthalers en homo sapiens. Van den Brink ziet God dus als een katalysator die iets in gang heeft gezet (eencelligen) wat is uitgegroeid tot een mens (neanderthaler, homo sapiens) naast dat ook Adam en Eva zijn geschapen. Wat is dit voor een duivelse vermeninging tussen evolutieleer en de Bijbel?

De schepping van hemel en aarde door God Welke alle dingen geschapen heeft door Jezus Christus (Efeze 3:7) staat haaks op de leer van Van den Brink. De mens is door God goed geschapen, hetgeen prof. Paul hem terecht voorhoudt en dat dit de klassieke (lees Bijbelse) uitleg noemt. Van den Brink antwoordt dan met: "O zo ja". Beide professoren komen tot de conclusie dat ze een ander uitgangspunt hebben. Het uitgangspunt van Van den Brink is echter een duivels uitgangspunt. Helaas duidt prof. Paul het niet als een duivels uitgangspunt en blijft rustig met Van den Brink in gesprek terwijl hij heilig verontwaardigd zou moeten zijn! Het gaat hier om de ere Gods! Aan het begin van het gesprek geven ze beiden aan een pastoraal motief te hebben. Beide professoren houden elkaar dus voor broeders in Christus. Prof. Paul had nog wel een balangrijk wetenschappelijk punt over vondsten van dinosaurussen met weefsel en bloedvaten, vergelijkbaar met de vondsten van Egyptische mummies. Daar gaat Van den Brink geheel niet op in, want dat past natuurlijk niet in de evolutietheorie die hij aanhangt. Trouwens, de wetenschap is er op veel vakgebieden alleen maar op uit om het bestaan van God te ontkennen, het Woord van God te ontkrachten en te proberen leven in het heelal te vinden (dat is zo'n beetje ook de doelstelling van de NASA en de ESA).

Genesis 1 gaat duidelijk uit van 6 scheppingsdagen van 24 uur. Geen perioden van miljoenen jaren. Leest u ook een eerder artikel wat ik gewijd heb aan de visie van prof. Van den Brink over geleide evolutie (klik hier). Ook is aan de hand van de geslachtsregisters duidelijk dat dit ongeveer 6000 jaar geleden was. Het waren ook echt dagen, net als de 3 dagen dat Jona in de walvis was opgeslokt en de 3 dagen dat Jezus in het graf gelegen heeft. Prof. Paul is blij (met een dode mus) dat Van den Brink bepaalde klassieke noties wil vasthouden, en geeft alleen aan dat hij moeite heeft met bepaalde punten van Van den Brink. Het gaat er echter niet om wat ik denk of waar ik moeite mee heb, het gaat erom wat Gods Woord leert. Allen die het anders leren vallen onder de vervloeking zoals de apostel Paulus die hanteert in Galaten 1. De evolutietheorie is door de duivel bedacht en verslaat zijn miljoenen. Dan zeggen ze dat Voetius ook de leer van Copernicus verwierp die leerde dat de aarde om de zon draait, dus je moet niet te stellig zijn in het leren dat de schepping in 6 dagen is geschiedt. Dus de Heilige Geest heeft Zich vergist en had geen dagen moeten laten opschrijven door Mozes. In Genesis 1:14 staat: "En God zeide: Dat er lichten zijn in het uitspansel des hemels, om scheiding te maken tussen den dag en tussen den nacht; en dat zij zijn tot tekenen en tot gezette tijden, en tot dagen en jaren." Hier wordt gesproken over dagen en jaren! Als elke scheppingsdag in werkelijkheid tijden en jaren zouden zijn geweest dan had dit dus zeker in Genesis gestaan, maar het staat er niet!

Het is onmogelijk om de evolutietheorie met Gods Woord te verenigen, al vindt Van den Brink dat dit wel mogelijk is en daarbij schroomt hij niet om de auteur van de Bijbel, de Heilige Geest, met opgeheven hand te lasteren door symboliek te introduceren waar die niet van toepassing is. Van den Brink is een pure criticus van Gods Woord. De oerknal theorie heeft hij in zijn boek niet behandeld want dat valt onder de wetenschap van de kosmos. Wat echter te denken van de schepping van de zon, de maan en de sterren? Dat kun je niet los zien van de hele schepping! Van den Brink gelooft niet in een toevallig ontstaan van leven, daar is Gods hand in zegt hij, maar hoe dit dan is gegaan verbindt hij met de evolutietheorie. Op die manier heeft hij een EN-EN verbinding gemaakt om wetenschap en geloof met elkaar te verbinden. Van den Brink introduceert de symboliek als hermeneutische sleutel op Genesis 1 en dan maak je van dagen miljoenen jaren en klaar is kees. Dan is de verbinding met de evolutietheorie al gauw gemaakt. Deze professor is een echte kunstenaar à la Simon de Tovenaar en wordt door prof. Paul niet ontmaskerd maar de handen boven het hoofd gehouden. Dat kan ook niet want ze zitten beiden in de PKN-schuit die met Pilatus uitroept: "Wat is waarheid?", want dat is de grondslag van de sodomitische PKN. Ds. W.A. Zondag, predikant van de gereformeerde gemeente te Woerden heeft een boek geschreven met als titel 'Bijbelse professoren'. Hij schrijft dat professoren mensen zijn die vanwege hun grote vakkennis respect verdienen. Welnu, voor dit soort professoren kan ik geen enkel respect opbrengen.

M.G. van der Hoeven

Ga naar home pagina "Het gekrookte riet"