De bundel 'Weerklank' is niet anders dan een wanklank

Op donderdag 21 april 2016 werden er in de kruispunt-bijlage van het, in de gereformeerde gezindte, zeer gewaardeerde Reformatorisch Dagblad twee pagina's gewijd aan de nieuwe gezangenbundel 'Weerklank'. De bundel werd in de Sint-Joriskerk in Amersfoort gepresenteerd onder leiding van de voorzitter van de werkgroep, ds. A. Schroten. Hij gaf aan dat men een verzameling eredienstwaardige psalmen en gezangen heeft samengesteld en dat men niet wilde polariseren maar faciliteren. Verder benadrukte hij dat het een zegen zou zijn als er een nieuwe eenheid in het zingen kan komen.

Ds. Schroten gaf aan dat ze met deze bundel faciliteren. Dat klopt. Ze faciliteren bij de wens van gemeenteleden om liturgische vernieuwingen door te voeren. Kerkenraden buigen als knipmessen voor de wens van gemeenteleden en zeggen dan dat ze oog hebben voor de pluriformiteit van de gemeente: van evangelisch tot refogelisch, van lichtzinnig tot rechtzinnig. Men wil betekenisvol gemeente van Christus zijn vanuit de Bijbel in een sterk seculerende omgeving, zo las ik ergens. Men wil zogenaamd terug naar de bron. Wat dan opvalt is dat men allemaal teruggrijpt op ceremoniën. Dat zie je massaal binnen de PKN vorm krijgen, maar ook in andere kerkverbanden. We beperken ons nu maar even tot de PKN-gemeenten die zich rekenen tot de Gereformeerde Bond. Het is dus niet anders dan een faciliteren van de oude mens.

Gemeenten roepen allemaal om liturgische vernieuwingen zoals ritmisch zingen in plaats van iso-ritmisch zingen, het lezen van het Doopformulier bij het doopvont, het lezen van het Avondmaalsformulier bij de bediening van het Heilig Avondmaal, het staand zingen van de laatste Psalm, het naar voren laten komen van kinderen tijdens het dopen, het zingen van andere liederen dan alleen de Psalmen en enkele gezangen. Om het rijtje nog verder uit te breiden: de bloemen van deze zondag gaan naar gemeentelid x, de paaskaars, de kleur van de zondag, het meedoen van gemeenteleden in de eredienst met voordrachten, diverse keren 'amen' zeggen door de gemeenteleden, enz... Ach, vult u zelf maar aan.

Zijn dan al deze zaken ongeoorloofd hoor ik iemand zeggen? Er is op zich helemaal niets tegen ritmisch zingen. Daar gaat het helemaal niet om. Wat is nu de echte oorzaak dat men van iso-ritmisch ineens ritmisch wil gaan zingen? Is de oorzaak hiervan gelegen in bekering tot God? Is dit gelegen in het kennen van onze ongerechtigheid, het toevallen en omhelzen van de welverdiende straf, in de reinverklaring door de Priester (Zoon van God) door het Woord dat Hij tot de ziel gesproken heeft? Het antwoord is heel eenvoudig: Nee! Het is niet anders dan een faciliteren van de vleselijke mens, want Gods ware volk vraagt niet om dit soort liturgische vernieuwingen die alleen maar het vrome godsdienstige vlees strelen. Houd toch op mensen met die onzin.

Ds. Schroten werpt de vraag op: "Als er in gemeenten van gereformeerd belijden ruimte ontstaat om in de eredienst meer te zingen dan alleen de psalmen, dan is de belangrijke vraag: Welke liederen kies je?" Hier gaat het dus alweer verkeerd. Het uitgangspunt wordt genomen in wat de mens vindt en niet wat God in Zijn Woord vindt. Het is meer van: U vraagt, wij draaien. Dan haalt ds. Schroten de richterentijd aan: "Ieder doet wat goed is in zijn oog. De eenheid in het zingen gaat verloren. En soms worden er keuzes gemaakt die je zelfs zorgen baren." Ds. Schroten heeft weleens wakker gelegen van alle keuzes die ze als redactie moesten maken. Valselijk wordt gezegd dat als de Schrift oproept om de grote daden van God te bezingen, dat ze niet willen zwijgen over Zijn beslissende daden in Christus en over de doorwerking daarvan door het werk van de Heilige Geest. Ds. Schroten zegt eigenlijk dat dit met de psalmen niet tot uitdrukking wordt gebracht en dat er wat bij moet, zoals 618 gezangen. Het is dezelfde geest waartegen de apostel Paulus zich stelt als het gaat om de valse leraren die binnensluipen en leren dat men toch ook nog besneden moet worden om zalig te worden (Handelingen 15:24, Galaten 2:4). Er moet wat bij om het compleet te maken. De apostel Paulus zou, gedreven door de Heilige Geest, ertegen donderen zoals hij dat ook deed in Galaten 1.

De hele PKN is gefundeerd op 'Ieder doet wat goed is in zijn oog'. Als het begin niet goed is, dan is het vervolg niet goed, en dan is het eind ook niet goed. Dat zie je massaal zich voltrekken in de PKN-gemeenten. Zelf kom ik uit Monster waar vroeger predikers hebben gestaan als ds. A.F.P. Pop, ds. L. Trouwborst, ds. D. van der Ent Braat, ds. H. van der Post. Nadat laatstgenoemd predikant op een duivelse wijze is afgezet is het bergafwaarts gegaan met deze gemeente. De HEERE is geen ledig Toeschouwer! Nu staat er een PKN-dominee P. Nobel in Monster die heeft meegewerkt aan de bundel 'Weerklank'. De bundel bevat naast 150 psalmen maar liefst 618 liederen, waarmee ze naar eigen zeggen het driestromenland willen bedienen: een groep met een bevindelijke geloofsbeleving, een groep met een evangelische geloofsbeleving en een groep die zich meer oriënteert op de liturgie van het midden van de kerk. Ook hier gaat het al weer fout, want Gods Woord spreekt geheel andere taal, zoals in 1 Korinthe 1:10: "Maar ik bid u, broeders, door den Naam van onzen Heere Jezus Christus, dat gij allen hetzelfde spreekt en dat onder u geen scheuringen zijn, maar dat gij samengevoegd zijt in één zelfden zin en in één zelfde gevoelen." Of wat er staat in Filippenzen 1:2: "Zo vervult mijn blijdschap, dat gij moogt eensgezind zijn, dezelfde liefde hebbende, van één gemoed en van één gevoelen zijnde.". Gods Woord spreekt nergens over het bedienen van een driestromenland. Er is namelijk één leer van Christus (2 Johannes: 9) en één Heere, één geloof, één hoop, eén God en Vader van allen, Die daar is boven allen en door allen en in u allen, Efeze 4:5-6.

Het is allemaal de vraag wat die geloofsbelevingen waard zijn waar ds. Schroten over spreekt? Ach, eigenlijk is het geen vraag. Als we kijken naar de vruchten dan zijn het allemaal plastieke vruchten, waar een kind van God zo doorheen prikt. Men wil een eenheid in het zingen creeëren, met maar liefst bijna 1000 liederen. Het is echt belachelijk dat men dan spreekt over eenheid in het zingen met zoveel keus. Keus van psalmen tot gezangen, van opwekking tot Elly en Rikkert, van A.F. Troost tot de band Sela, van oude berijming tot nieuwe berijming. Uit maar liefst 30 bundels heeft men geput om dit boekwerk samen te stellen. Ze hebben het liedboek voor de kerken (1973) zelfs overtroffen met 618 gezangen waar het liedboek 'slechts' 491 gezangen heeft. Ongelooflijk waar men zich druk om maakt. Het gaat ze niet om de prediking maar om het zingen. Men beseft niet dat de psalmen gegeven zijn voor de eredienst. Salomo heeft ook wel duizend en vijf liederen gemaakt (1 Koningen 4:32), maar die werden niet voor de eredienst gebruikt. De psalmen zijn door de HEERE gegeven en ook de Heere Jezus citeerde vaak uit de psalmen. De gehele leer van de Heilige Schrift is terug te vinden in de psalmen. Men werpt dan vaak tegen wat er staat in Efeze 5:19 en Kolossenzen 3:16: "Het woord van Christus wone rijkelijk in u, in alle wijsheid; leert en vermaant elkander met psalmen en lofzangen en geestelijke liedekens, zingende den Heere met aangenaamheid in uw hart." Psalmen zijn echter ook lofzangen (Mattheüs 26:30) en ook geestelijke liederen. De psalmen getuigen van Christus en Zijn werk, wat de Heere Jezus ook Zelf zegt in Lukas 24:44 met de woorden: "En Hij zeide tot hen: Dit zijn de woorden die Ik tot u sprak als Ik nog met u was, namelijk dat het alles moest vervuld worden wat van Mij geschreven is in de Wet van Mozes en de Profeten en Psalmen." Tegenwoordig zegt men dat Christus niet genoemd wordt in de psalmen en dat daarom gezangen nodig zijn om de psalmen aan te vullen voor de nieuw-testamentische gemeente. Het zijn echter uitspraken van een redeneer-geloof. Aan het einde van dit artikel volgt het opschrift boven de psalmen in de Staten Vertaling. Dat vaagt de hele onderbouwing van de weerklank-redactie weg.

Ik hoef al die liederen uit de bundel 'Weerklank' niet te gaan doornemen, want als ik naar het bonte gezelschap kijk op de foto in het RD, die afgedrukt was bij het artikel over deze nieuwe bundel, dan weet ik genoeg. Niemand van de voorgangers die op de foto staat is herkenbaar als predikant, terwijl de profeet Elia herkenbaar was aan zijn kleding. Toen Ahazia gemeld werd hoe hij eruit zag wist hij gelijk wie het was (2 Koningen 1:7-8). De Gereformeerde Bond is bont, dat is wel duidelijk. Als er een grammetje bevinding in de ziel was dan zou men huiveren om binnen de PKN te verkeren, omdat men hiervoor eerst een knieval voor de duivel moet maken door het goddeloze fusiebesluit te helpen uitvoeren, hetgeen geheel indruist tegen Handelingen 5:29 om Gode meer gehoorzaam te zijn dan de mensen. Deze bundel is dus een wanklank in de oren van de HEERE Sebaoth. De profeet Amos zegt hiervan: "Doe het getier uwer liederen van Mij weg; ook mag Ik uwer luiten spel niet horen, Amos 5:23." Naar de valse profeten die deze bundel hebben samengesteld dient dus niet geluisterd te worden. Zij bevredigen alleen de wens van het kerkvolk. Het zijn allemaal lichtvaardige profeten, gans trouweloze mannen (Zefanja 3:4). Als het hoofdbestuur van de Gereformeerde Bond in de PKN al in een open brief aan de hele PKN-synode schrijft over broeders en zusters (vrouwelijke dominees, ouderlingen en diakenen, vrijzinnigen en van welke geloofsbeleving dan ook) met betrekking tot een rapport "Waar een Woord is, is een weg" en een nota "Kerk 2025", dan is het verschijnen van deze bundel alleen maar een reflectie daarop. Het genoemde rapport spreekt al boekdelen met de titel. Ze hebben het over 'een Woord' en niet over 'hét Woord'. Ze hebben het over 'een weg' en niet over 'dé Weg'. Daar hoor je het GB-hoofdbestuur niet over in de open brief. Het één staat niet los van het ander wil ik maar zeggen. Tegenwoordig noemt men iedereen broeder en zuster terwijl ze de grootste ketterijen uitkramen. Inderdaad doet ieder wat goed is in eigen oog en men meent Gode allemaal een dienst te doen.

Tot slot geef ik u allen het advies om het volgende goed tot u te laten doordringen, wat opgetekend staat als inleiding boven de psalmen in de Staten Vertaling met de kanttekeningen. De mannen die de Heilige Schriften getrouwelijk hebben overgezet in de Nederlandse taal met de Staten Vertaling, waren begiftigd met de Heilige Geest (2 Petrus 1:21). De geest die waait en deze weerklankbundel heeft samengesteld is niet de Geest van God, maar de geest der dienstbaarheid (Romeinen 8:14). Het is de geest van het faciliteren.

DIT boek is onder andere canonieke boeken des Ouden Testaments in Gods kerk met recht geacht als een bijzonder kleinood, waarvan men de waardigheid en nuttigheid niet genoeg kan overdenken, veelmin met tongen uitspreken of met pennen beschrijven. Sommigen noemen het een lusthof, apotheek en trezoor of schatkamer der Christenen; anderen een anatomie of ontleding der gelovige zielen, een spiegel van Gods menigvuldige en ondoorgrondelijke genade; insgelijks, een volkomen sommier of kort begrip des gansen Bijbels, der Wet en des Evangelies, of van Gods ware kennis en dienst. Want het begrijpt eensdeels zeer heilzame leringen van Gods Wezen en de Heilige Drievuldigheid, van Gods eigenschappen, eeuwigen raad, heilig Woord en werken, bijzonderlijk van Zijn barmhartigheid en weldaden aan Zijn kerk, en Zijn rechtvaardigheid en oordelen over alle goddelozen; voorts van den Persoon en het zaligmakend ambt van den MESSIAS, onzen Heere JEZUS CHRISTUS, van Zijn eeuwige Godheid, menswording, lijden en sterven, opstanding, hemelvaart, zitten ter rechterhand Zijns Vaders, en de uitbreiding Zijns Koninkrijks onder de heidenen, door de prediking van het Heilig Evangelie; wijders van den zondigen staat des mensen, van den aard en de eigenschap van de wedergeboorte, ware bekering, liefde en vreze Gods; insgelijks van de natuur van het ware geloof, het vertrouwen en den roem in God, van de zekerheid der zaligheid, den strijd des geestes en des vleses; insgelijks van de algemene kerk der Joden en heidenen, en de kerktucht, van de gemeenschap der heiligen, vergeving der zonden, opstanding des vleses en het eeuwig leven.

Anderdeels vindt men ook in dit boek allerlei heilige geestelijke oefeningen der godzaligheid, als: formulieren of voorschriften van Gods lof en prijs, van dankzeggingen voor ontvangen weldaden, en geloften van dankbaarheid, van zeer vele aandachtige en vurige gebeden tot God, om alles wat tot eer van Hem en tot zowel bijzonderen als gemenen welstand der gelovigen zou mogen dienen, voornamelijk in allerlei kruis en bekommernis, met zeer heilige meditatiën en uitermate lieflijke vertroostingen en versterkingen in geloof, geduld en alle godzaligheid; zodat er geen toestand van enig christenmens zal kunnen bedacht of gevonden worden, waarin hij niet uit dit boek naar wens zou kunnen gediend zijn tot bevrediging zijner consciëntie en bevordering zijner zaligheid. Weshalve een ieder Christen, zo van hogen als van lagen staat, dit boek met bijzondere vlijt en aandacht behoort te lezen en te betrachten, om zich te gewennen aan den stijl des Heiligen Geestes, die daarin gebruikt is; niet twijfelende of het zal hem (wanneer hij het rechte sap en de doordringende kracht van dien gesmaakt heeft) op zijn ziel wezen als een zeer lieflijke en heilzame hemeldauw, en het zal hem niet verdrieten datzelve steeds in zijn hart, mond en handen te dragen, waartoe het ons van den Heiligen Geest in het Oude, en van onzen Heere JEZUS CHRISTUS Zelven en Zijn apostelen in het Nieuwe Testament meermaals is gerecommandeerd, en tot meerdere bevalligheid, dienst onzer memorie en dagelijks gebruik gezangswijze van den wijzen en goeden God aan Zijn kerk overgeleverd. De Hebreeën noemen dit boek Tehillim, of korter Tillim, dat is, lofzangen, of prijzingen, omdat een goed deel der psalmen van dien inhoud is. De Griekse overzetters hebben het woord Psalmen en Psalter gebruikt, hetwelk ook in het Nieuwe Testament, en voorts bij de Latijnen en andere christennatiën, alsook bij ons in onze taal behouden is, hoewel het Griekse woord eigenlijk ziet op zulke gezangen, die op muziekinstrumenten, zijnde met de vingers geraakt of geslagen, naar de wijze des Ouden Testaments, bij den openbaren godsdienst, in den tabernakel en tempel, gepast en gezongen werden. In het gemeen worden zij genoemd Davids Psalmen, omdat David, door een bijzondere gave des Heiligen Geestes in psalmdichten uitstekende (als 2 Sam. 23:1, 2 verhaald wordt), het meeste deel daarvan gemaakt heeft, zijnde de rest van andere profeten en mannen Gods gedicht, als Mozes, Asaf, enz., en van Ezra na de Babylonische gevangenis (als men houdt) in één boek en zulke orde als zij nu zijn, samengebracht, zonder te volgen den tijd, in welken iedere psalm gemaakt is. De Hebreeën delen dit boek (dat van den Heere CHRISTUS het Boek der Psalmen genoemd wordt, Luk. 20:42) in vijf delen of boeken, het eerste zich uitstrekkende tot het einde van den 41sten psalm, besloten met Amen, ja amen; het tweede tot het einde van den 72sten, insgelijks besloten met Amen, ja amen, en het einde van Davids gebeden; het derde tot het einde van den 89sten, die ook besloten wordt met Amen, ja amen ; het vierde tot het einde van den 106den, waarvan het besluit is Amen, Hallelujah; het vijfde tot het einde van den 150sten of laatsten psalm, eindigende met Hallelujah.

M.G. van der Hoeven

10 mei 2016