Cheider en Gods eer

In de Terdege, het reformatorisch familiemagazine, van 10 april 2013, stond een artikel (klik hier) over een refo-leerkracht op een Joodse school. Het ging over Eppie Klein die onlangs zijn laatste les op het Cheider in Amsterdam gaf. De oud-rector van de Jacobus Fruytier scholengemeenschap gaf aan dat hij door de jaren, tijdens het lesgeven aan het Cheider, anders is gaan denken over de verhouding tussen Jodendom en Christendom. Hij zegt: "Ik zou niet graag beweren dat de joodse docenten en studenten van het Cheider Gods eer niet bedoelen." Het woord Cheider komt van het Hebreeuwse Cheder en dat betekent kamer of leslokaar. Een Cheider is een school waar Joods onderwijs wordt gegeven. De Joodse kinderen verdiepen zich onder meer in de Thora, de Joodse wetten en de Joodse feesten. Elke dag begint met een gebedsdienst in de sjoel van de school. De rabbijnen Jacobs en Van de Kamp legden de contacten met de reformatorische gezindte. Daardoor kregen ze ook uit die hoek docenten. Treffend merkt rabbijn Groenewoudt in het artikel op: "Hoe meer mensen zelf een religieus leven leiden, des te beter begrijpen ze wat wij bedoelen."

Eppie Klein is inwoner van Doornspijk, lid van de Hersteld Hervormde Kerk aldaar, en voorzitter van de SGP-statenfractie in Gelderland. Hij gaf vier vakken aan het Cheider, waaronder identiteitsgevoelige biologie en algemene natuurwetenschappen. Er mocht op het Cheider niets gezegd worden over de evolutieleer, zelfs niet in afwijzende zin. Ook mocht niet over de voortplanting worden gesproken. Klein vond zich aangesproken tot het onderwijs in de marge, maar belangrijker was voor hem de overtuiging dat Israël het volk van Gods verkiezing blijft. Hij ziet het als een roeping om het Joodse volk te steunen. Naast overeenkomsten tussen reformatorische christenen en orthodoxe joden ontdekte Klein opvallende verschillen, zoals dat deze mensen sterker en bewuster in het isolement leven. Kinderen van het Cheider wenden hun blik af van een billboard met schaars geklede dames. Ze concentreren zich volledig op het bestuderen van de Joodse leer en de geestelijke ontwikkeling van zichzelf. Voor de jongens is 'Bar mitswa' (zoon der wet) veel belangrijker dan het examen biologie of scheikunde. Hadden wij maar wat meer van die mentaliteit zegt Klein. Als reformatorische christenen zoeken we naar compromissen, om botsingen te vermijden. Dat is ook de houding van de reformatorische scholen. We maken het onszelf daardoor steeds moeilijker om geloofwaardig te blijven. Van de radicaliteit van orthodoxe Joden en hun bereidheid om financiële offers te brengen, kunnen we veel leren.

Rabbijn Groenewoudt gaat eens per jaar met een klas van het Cheider naar de Lodestein Scholengemeenschap in Amersfoort. Orthodox Joodse kinderen in Nederland worden opgevoed met het oog op een toekomst in het buitenland. Onze leerlingen zijn gek van Ajax maar met Nederland hebben ze ten diepste niets. Het huidige Israël is voor de leerlingen van het Cheider allerminst het land van de belofte. Het is voor Joden goed toeven, maar van het zionisme moeten ze niets hebben. Dat behoort tot het seculiere Jodendom. De Israëlische vlag en volkslied zeggen hen niets.

Ook zijn opvattingen over de joodse religie moest de reformatorische docent van het Cheider fors bijstellen. "Wij stellen die voor als een onderhouden van wetten en regeltjes, waarmee orthodoxe Joden het eeuwige leven denken te verdienen. Dat is een karikatuur. Het eeuwige leven is iets waar ze nauwelijks mee rekenen. Ze willen in het hier en nu in afhankelijkeheid van de Eeuwige leven. Daar hebben ze alles voor over." Hij kwam tot de overtuiging dat onder het deksel dat volgens Paulus op het hart van de Joden ligt, waar geestelijk leven kan schuilgaan. "Ik zou niet graag beweren dat de Joodse docenten en studenten van het Cheider Gods eer niet bedoelen. De orthodox Joodse leer kun je onmogelijk op slaafse wijze volgen. Dan haak je vroeg of laat af. Het vraagt een enorme zelfverloochening. Daarvoor moet je kracht van Boven ontvangen."

Tot zover enkele hoofdpunten uit het artikel in Terdege.

COMMENTAAR

De orthodoxe Joden houden naast de Thora er een hele traditie op na, overleveringen van rabbijnen. De vader van dr. H.F. Kohlbrugge heeft ooit gezegd: "Als ge de vijf Boeken van Mozes verstaat, verstaat ge de gehele Bijbel." Kohlbrugge heeft een uitnemend boekje geschreven, getiteld "Waartoe het Oude Testament". Het Oude Testament predikt Christus. Hij zegt: "Wilt gij Jezus vinden, ga dan Zijn voetstappen na, zoek Hem in het geschreven Woord, met name in de vijf boeken van Mozes en in de profeten." De Heere Jezus sprak veel in de synagoge, bijvoorbeeld in Nazareth, waar Hij opgevoed was. Hem werd gegeven het boek van de profeet Jesaja zo lezen we in Lukas 4:17. En als Hij het boek opengedaan had, vond Hij de plaats, waar geschreven was: "De Geest des Heeren is op Mij, daarom heeft Hij Mij gezalfd; Hij heeft Mij gezonden om de armen het Evangelie te verkondigen, om te genezen die gebroken zijn van hart; Om de gevangenen te prediken loslating en de blinden het gezicht, om de verslagenen heen te zenden in vrijheid; om te prediken het aangename jaar des Heeren. En als Hij het boek toegedaan en de dienaar wedergegeven had, zat Hij neder; en de ogen van allen in de synagoge waren op Hem geslagen. En Hij begon tot hen te zeggen: Heden is deze Schrift in uw oren vervuld." De hoorders vonden het aangename woorden. Toen Jezus echter begon te separeren werden ze met toorn vervuld. Ze werden er namelijk buiten gezet en Sarepta Sidonis en Naäman de Syrier werden door Hem binnengesloten. Ze stonden op en wierpen Hem uit buiten de stad en wilden Hem van de steilte werpen. Maar Hij, door het midden van hen doorgegaan zijnde, ging weg.

Hier zien we het optreden van de Heere Jezus Christus, Die het Einde der wet is, Die de wet volkomen heeft vervuld. De Joden zochten de gerechtigheid verkeerd. Israël, dat de wet der rechtvaardigheid zocht, is tot de wet der rechtvaardigheid niet gekomen. Waarom? Omdat zij die zochten niet uit het geloof, maar als uit de werken der wet, want zij hebben zich gestoten aan de Steen des aanstoots (Rom. 9:31-32). Nu beweert de heer Klein dat de Joden, in het hier en nu, in afhankelijkheid van de Eeuwige willen leven en niet dat ze het eeuwige leven willen verdienen omdat ze daar nauwelijks mee rekenen. De apostel Paulus zegt wat anders, namelijk dat ze wel een ijver tot God hebben, maar niet met verstand (Rom. 10:2). Want alzo zij de rechtvaardigheid Gods niet kennen, en hun eigen gerechtigheid zoeken op te richten, zo zijn zij der rechtvaardigheid Gods niet onderworpen. Want het einde der wet is Christus, tot rechtvaardigheid een iegelijk die gelooft (Rom. 10:2-3). De apostel zegt dat door hun (Joden) val de zaligheid de heidenen is geworden, om hen (Joden) tot jaloersheid te verwekken. En indien hun val de rijkdom is der wereld, en hun vermindering de rijkdom der heidenen, hoevel te meer hun volheid (Rom. 11:11-12)! In Romeinen 11 schrijft de apostel verder dat zij wel vijanden zijn aangaande het Evangelie, om uwentwil, maar aangaande de verkiezing zijn zij beminden om der vaderen wil (Rom. 11:28). Gods Woord leert dat een mens onder de wet niet in afhankelijkheid van God leeft. Een mens (ook een Jood) is òf onder de wet òf onder de genade. Onder de genade betekent deel te hebben aan de genade die in Christus is. Daaraan gaat de heer Klein volledig voorbij.

Kan dan gesteld worden met de heer Klein dat de Joodse docenten en studenten van het Cheider Gods eer bedoelen?
Is God eren gelijk aan het onderhouden van geboden, regels en tradities waarbij je een enorme zelfverloochening aan de dag legt? Als we dit leren dan stellen we Christus terzijde. De heer Klein leert een tweede weg tot God en is kennelijk betoverd door de Joodse religie. Rabbijn Groenewoudt vertelde al dat hoe meer mensen zelf een religieus leven leiden, des te beter begrijpen ze wat wij bedoelen. Kennelijk leeft de heer Klein ook een religieus leven want hij begrijpt wat ze bedoelen, omdat hij vindt dat er waar geestelijk leven kan zijn als men niet in Christus is. Ik weet niet of de heer Klein ambtsdrager is of leiding geeft aan een vereniging in Doornspijk. Ik hoop van niet. De heer Klein vindt dat de enorme zelfverloochening die ze aan de dag leggen door kracht van Boven wordt ontvangen. Welnu, dan had Luther ook zalig geworden buiten Christus, want hij had de kracht ontvangen om zich te kastijden en de Pilatustrap te beklimmen. De paus beloofde er zelfs een aflaat voor. We weten hoe het met Luther is gegaan. Hij is door de wet der wet gestorven om Gode te leven. Die oude mens moest hij kwijtraken en de nieuwe mens, in Christus, aandoen. Daar mocht Luther door genade deel aan krijgen. Als we nog bazelen dat de orthodox Joodse leer onmogelijk op slaafse wijze gevolgd kan worden en dat je daarvoor kracht van Boven ontvangt, dan weet je niet wat je zegt, noch wat je bevestigt. De ware vrijheid is in Christus en daarbuiten is enkel slavernij en zitten we geketend aan de duivel doende de wil des vleses en der gedachten. De heer Klein is dus ook een volger van de leraars der wet, want zijn spraak maakt hem openbaar.

De heer Klein ziet overeenkomsten tussen orthodoxe Joden en reformatorische Christenen, en hij ziet ook verschillen. De overeenkomsten zijn dat ze beiden door de wet Gode denken te behagen, maar dat zegt hij niet. Reformatorisch betekent heden ten dage niets anders dan werkheiligheid. Reformatorische Christenen hebben geen Bijbelse papieren, want dat is een verzinsel van mensen. Je bent Christen (d.i. van Christus) of je bent het niet. Het woord "reformatorisch" doet in het geheel niet mee, net als het woord "orthodox". Het zijn allemaal etiketten door mensen verzonnen. Het verschil komt volgens de heer Klein openbaar in hun leefwijze en concentratie op het volledig bestuderen van de Joodse leer. Nog een verschil volgens de heer Klein is dat ze hun blik afwenden van een billboard met een schaars geklede dame. De Gods eer bedoelende kinderen van het Cheider wenden wel hun blik af van een billboard met een schaars geklede dame, maar wenden hun blik kennelijk niet af van de goden van Ajax, volgens rabbijn Groenewoudt. Het kan verkeren. Wat een ontzaggelijke poppenkast is het toch. Rabbijn Groenewoudt vertelt dus dat zijn leerlingen gek zijn van Ajax. Ook die rabbijn wil een leraar der wet zijn, niet verstaande wat hij zegt, noch wat hij bevestigt (1 Tim. 1:8). Het is alles de dood in de pot bij de orthodoxe Joden, maar ook bij het reformatorisch Christendom waartoe de heer Klein kennelijk behoort.

Jezus zegt tegen de Joden: "Gij onderzoekt (zie kanttekeningen) de Schriften, want gij meent in dezelve het eeuwige leven te hebben, en die zijn het die van Mij getuigen. En gij wilt tot Mij niet komen, opdat gij het leven moogt hebben. Ik neem geen eer van mensen; Maar Ik ken ulieden, dat gij de liefde Gods in uzelven niet hebt. Ik ben gekomen in de Naam Mijns Vaders, en gij neemt Mij niet aan; zo een ander komt in zijn eigen naam, dien zult gij aannemen. Hoe kunt gij geloven, gij die eer van elkander neemt, en de eer die van God alleen is, niet zoekt? (Joh. 5:39-44)". Hoe kan een Jood of een reformatorisch Christen geloven, die eer van elkander neemt, en de eer die van God alleen is niet zoekt? Doch tevergeefs eren zij Mij, lerende leringen die geboden zijn der mensen (Markus 7:7).
Wanneer eren we God?
Psalm 50 leert het ons: "En roep Mij aan in de dag der benauwdheid; Ik zal er u uithelpen, en gij zult Mij eren (Ps. 50:15)". Om de HEERE te eren moeten we eerst uit de benauwdheid zijn uitgeholpen, net als een Manasse. We moeten als een goddeloze gerechtvaardigd worden in de rechte straat. Christus moet ons geschonken worden vanachter Gods recht en Hij moet ons geworden zijn wijsheid van God, en rechtvaardigheid, en heiligmaking en verlossing. Opdat het zij, gelijk geschreven is: Die roemt, roeme in de Heere. (1 Kor. 1:30-31)." Het eren van God in Christus geschiedt dus uit het geloof (van Christus en vervolgens in Christus) door de liefde werkende, door de Heilige Geest Die de Zijnen is gegeven. Bij dat volk hebben de Vader en de Zoon woning gemaakt door de Heilige Geest.

De apostel Paulus zegt zelfs tegen de betoverde Galaten: "Hoe keert gij u wederom tot de zwakke en arme eerste beginselen, welke gij wederom van voren aan wilt dienen? Gij onderhoudt dagen, en maanden, en tijden, en jaren. Ik vrees voor u, dat ik niet enigszins tevergeefs aan u gearbeid heb." Wat moet dan van de Cheider beweging gezegd worden die in het geheel geen deel aan de genade in Christus hebben? Degenene die religieus zijn hebben al een antwoord: ze bedoelen Gods eer. Degenen die van God geleerd zijn zullen leren dat God buiten Christus een verterend vuur is. Het is onmogelijk Gode te behagen zonder het ware geloof, dat van God geschonken wordt. Het geloof is uit het gehoor, en het gehoor door het gepredikte Woord. Dan komt de Heilige Geest eerst te overtuigen van zonde, gerechtigheid en oordeel. Dan wordt je naakt aan de dijk gezet. Dan ga je de heilige God rechtvaardigen. In die weg komt de Heere Zich te openbaren. Doden zullen horen de stem van God, en die ze gehoord hebben zullen leven. De Heere verklaart je rein, en dan volgt er het aannemen van de Zoon van God en Zijn weldaden door het geschonken geloof. Christus heeft macht ontvangen om de zonde te vergeven op de aarde en Hij is het die de op Golgotha verworven gerechtigheid toepast in het uur der minne door Woord en Geest. De Heere heeft een uitgewerkte zaligheid voor een uitgewerkte zondaar, voor wie alle hoop gans ontvallen is. Onmogelijk om zalig te worden. De dood voor ogen. Uw doen is rein, Uw vonnis is gans rechtvaardig. Om dan uit de mond van Christus te horen: "Ik voor u, daar gij anders de eeuwige dood had moeten sterven." Als je die stem van de Zone Gods hebt gehoord in je leven, dan wil je alleen nog maar een drie-enig God, in Christus, grootmaken. In die weg worden joden en heidenen zalig gemaakt op de aarde.

Wordt de valse leer nog opgemerkt in onze dagen? Terdege biedt terdege een platform voor de valse religie. Het kan ook niet anders binnen de RD Media Groep. Zijn uw of jouw ogen al open gegaan voor het bedrog wat via de RD Media de gezinnen gestaag wordt ingedruppeld. Bijkans heel het refodom ligt aan het infuus van de valse leer, of dit nu vanaf de kansel of via de RD media tot ons komt. Er is amper nog van God geheiligde kennis te vinden, en daarom gaat het verloren liggende volk verloren. Alles wordt ingezegend. Ook de heer Klein zegent de Cheider beweging in. De apostel Paulus doet dat niet. De toegenegenheid zijns harten, en het gebed dat hij tot God voor Israël doet, is tot hun zaligheid. Want hij geeft hun getuigenis, dat zij een ijver tot God hebben, maar niet met verstand (Rom. 10:1-2). Paulus zegt niet dat ze kracht van Boven hebben ontvangen in hun ijver tot God. Hij snijdt het alles af. Alles buiten Christus doet geen nut ten dage der verbolgenheid. Alleen de gerechtigheid van Christus redt van de dood. Zie Spreuken 11:4. Als we niet als een goddeloze zijn gerechtvaardigd door God, dan hebben we geen deel aan de gerechtigheid van Christus, en ook geen deel aan Christus Zelf, en dan zijn we nog in onze zonden. Dan zijn we nog onder de wet, met al onze werkheiligheid, en zijn we een vervloekte omdat we niet doen AL hetgeen geschreven is in het boek der wet. Als we geen bevindelijke kennis hebben van die zaken dan zijn we met de Joden vijanden aangaande het Evangelie. De ware Jood is een Christen en de ware Christen is een Jood, want die is waarlijk een God lover!

We eindigen met een gedeelte uit Efeze 2 waar de apostel Paulus schrijft dat Jood en heiden één zijn in Christus: "Want Hij is onze Vrede, Die deze beiden (Jood en heiden) één gemaakt heeft, en de middelmuur des afscheidsels gebroken hebbende, heeft Hij de vijandschap in Zijn vlees tenietgemaakt, namelijk de wet der geboden in inzettingen bestaande; opdat Hij die twee (Jood en heiden) in Zichzelven tot één nieuwe mens zou scheppen, vrede makende, en opdat Hij die beiden met God in één lichaam zou verzoenen door het kruis, de vijandschap aan hetzelve gedood hebbende. En komende, heeft Hij door het Evangelie vrede verkondigd u die verre waart (heiden) en dien die nabij (joden) waren. Want door Hem hebben wij beiden de toegang door één Geest tot de Vader."

M.G. van der Hoeven