Boerkaverbod en het RD commentaar

Het Reformatorisch Dagblad voorziet de abonnees opnieuw van een commentaar waarop het nodige is af te dingen. Ditmaal gaat het over het boerkaverbod wat is afgekondigd door de regering. De argumenten die het RD gebruikt om niet zomaar het boerkaverbod te omarmen zijn de volgende (zoals te lezen in het RD commentaar van 30 januari 2012):

Ook al is het zo dat de toenemende invloed van het islamitisch geloof reden geeft tot zorg, is het niet verstandig om het genomen besluit zonder meer te omarmen. Ook al zijn deskundigen het er niet over eens of het dragen van de boerka religieus is bepaald, het besluit raakt wel het punt van de vrijheid van godsdienst.

Onder het motto dat de islamisering begrensd moet worden, dreigt er in ons land bijna sluipend een ontwikkeling gaande te zijn die de godsdienstvrijheid onder druk zet. De recente politieke discussie over een verbod op het ritueel slachten past daar ook in. De vraag is of door degelijke besluiten met het badwater niet een kostbaar kind overboord wordt gezet.

COMMENTAAR
Tot twee keer toe komt het RD met de vrijheid van godsdienst als hét argument om het boerkaverbod tegen te staan, en ook om het ritueel slachten niet aan banden te leggen. Waar lezen we over de vrijheid van godsdienst in de Schrift? Vrijheid om afgoden te dienen is er niet. Er is maar één vrijheid: Ik ben de HEERE uw God, Die u uit Egypteland, uit het diensthuis, uitgeleid heb. Gij zult geen andere goden voor Mijn aangezicht hebben. Zie Exodus 20. De vrijheid van godsdienst waar het RD en ook de SGP mee zwaait is niet gegrond op Gods Woord. Als het gaat om kleding voor de vrouw, dan kan menig kerkmens nog een voorbeeld aan een moslimvrouw nemen. Vele kerkmensen lopen halfnaakt rond en weten zich ook al niet meer te kleden als ze naar Gods huis gaan. Dat geldt zowel mannen als vrouwen, jongens als meisjes.

Het tweede punt wat aangehaald wordt in het commentaar van het RD heeft betrekking op het ritueel slachten. Als we werkelijk geloven dat Christus het einde der Wet is, dan zullen we geen voorstander kunnen zijn van het ritueel slachten, al noemen de Joden dit geen ritueel slachten overigens. De Joden verwerpen Christus (ik spreek nu algemeen) en wensen de koosjere slacht voort te zetten. Christus is echter hét Paaslam dat geslacht is op Golgotha. Alle Oud Testamentische wetten zijn in Hem vervuld en door Hem volbracht. Handhaven van deze wetten als noodzakelijk om de godsdiensten te volbrengen, en dus nodig tot zaligheid, moeten krachtig verworpen worden. De overheid, als dienaresse Gods, dient hierin overeenkomstig Gods Woord te handelen zonder aanzien des persoons. Dat geldt nog meer voor hen die zich Christen noemen en voor kerken die zich op Gods Woord gronden en de overeenkomstige gereformeerde belijdenissen.

En Paulus dan die Timotheüs liet besnijden (Handelingen 16:3)? De besnijdenis had echter afgedaan, doch Paulus wilde de zwakgelovige Joden niet van zijn dienst bevreemden. De besnijdenis is niets zegt hij elders (Gal. 5:6). Paulus voerde niet als argument de vrijheid van godsdienst aan om Timotheüs te besnijden, zoals men in onze dagen wel doet. Hij wilde de zwakgelovige Joden, die in de overgang van Oude naar Nieuwe Testament leefden, niet van zich vervreemden. Laten we dus in dezen een Bijbels geluid laten horen!