prof. dr. A. Aleman (GG), prof. dr. W.J. van Asselt (PKN), prof. dr. H.A. Bakker, prof. dr. J.H. van Bemmel (PKN), drs. P.B. Bouma, prof. dr. G. van den Brink (PKN), drs. G.A. van den Brink (HHK), dr. W.M. Dekker (PKN), dr. R.J.A. Doornenbal (NGK), dr. J. van Eck (PKN), dr. H. Goris (Rooms-Katholiek), dr. M.J. Kater (CGK), dr. M.J. Paul (PKN), dr. H.D. Peels (CGK), prof. dr. B.J.G. Reitsma (PKN), prof. dr. M. Sarot (Rooms-Katholiek), dr. J. van der Stoep, dr. B. van den Toren (PKN), dr. W. van Vlastuin (HHK) , prof. dr. A. Vos (PKN), dr. P. de Vries (HHK).
Wat opvalt is dat men het kennelijk over een oecumenisch geloof heeft, want het is een bont gezelschap van protestants tot rooms-katholiek, waarbij ook nog de hersteld hervormde redenaars G.A. van de Brink, Van Vlastuin en De Vries opvallen. Laatste twee predikanten participeren ook in XART (Universiteit Tilburg) en Refo500 (een platform wat de reformatie loochent) en zijn tevens verbonden aan het Hersteld Hervormd Seminarie waar ze theologiestudenten opleiden tot predikant. De PKN is ook ruim vertegenwoordigd, een kerkverband wat zich verbroederd heeft met Rome (dus met de antichrist) omdat de Lutherse wereldfederatie van kerken en de rooms-katholieke kerk een overeenkomst hebben gesloten over de rechtvaardigingsleer, en omdat de Lutheranen onderdeel zijn van de PKN.
Lees hier een fragment uit het betreffende boek met de verantwoording vooraf. Een heel scala aan onderwerpen komt voorbij, waarbij zelfs C.S. Lewis niet ontbreekt. C.S. Lewis is in 1931 bekeerd tot het christendom en schreef in 1950 zijn eerste occulte science fiction boek, uit de kronieken van Narnia serie, getiteld "De leeuw, de heks, en de garderobe". De narniaanse apologetiek ontbreekt dus niet. In de verantwoording schrijven de redactieleden dat er in ons taalgebied nog geen handboek was over apologetiek. Het leek hen dus nuttig dat er zo'n handboek zou verschijnen. De rede was dus de maatstaf en niet het ingeven van de Heilige Geest. Daar gaat het dus al verkeerd en dat blijkt verder. "Christenen weten zelf niet altijd hoe en wat te verantwoorden op vragen van buitenaf of binnenuit", zeggen ze verder. Vandaar dus dit handboek apologetiek. Laten we het echter maar houden bij wat de Heere Jezus zei tegen zijn discipelen: "En wanneer zij u heenbrengen zullen in de synagogen, en tot de overheden en de machten, zo zijt niet bezorgd, hoe of wat gij tot verantwoording zeggen, of wat gij spreken zult; Want de Heilige Geest zal u in dezelve ure leren, hetgeen gij spreken moet.", Lukas 12:11-12. Dat is de apologetiek die door de Heilige Geest wordt geschonken.
De redactieleden geven aan verantwoording te willen afleggen aan ieder die geïnteresseerd is in wat christenen geloven, hoe ze geloven en waarom ze dat niet kunnen laten. Dat geloven waarover men het heeft bevat dus een bandbreedte van PKN-protestants tot rooms-katholiek, getuige de schrijvers die aan het boek meewerken. In het eerste deel van dit handboek wordt aandacht gegeven aan weten en kennis, hoe we tot kennis komen en hoe daarbij bepaalde bronnen functioneren. Die bepaalde bronnen zijn dan de Bijbel en de christelijke traditie. Traditie doet echter in het geheel niet mee en heeft meer een link naar Rome waar de roomse traditie boven de Bijbel staat. Sola traditia behoorde niet tot de sola's van de reformatie, wel sola scriptura. Er wordt aandacht gegeven aan de redenen om te geloven en verantwoording daarvan te geven. Redenaars als Gert van den Brink, Maarten Kater en Rik Peels dragen hier hun steentje aan bij. Laatstgenoemde zelfs met een titel "Is geloof in God verantwoord?". Men stelt dus dat geloof gebaseerd is op redenen, of wel dat menselijke besluiten ten grondslag liggen aan het geloven. Arminius zou echt ronddansen van vreugde als hij dit soort Semi-Pelagiaanse leraars zou horen. Semi-Pelagianisme leert in essentie dat de mensheid beïnvloed wordt door de zonde, maar niet zodanig dat we niet meer vanuit onszelf met Gods genade kunnen samenwerken. Semi-Pelagianisme is in essentie gedeeltelijke verdorvenheid in tegenstelling tot volkomen verdorvenheid.
We gaan verder met het citeren uit de verantwoording in dit zogenaamd nuttige handboek. Het is bijvoorbeeld niet onlogisch om in God te geloven. De logica mag dus ook al mee doen, alsof het vanzelfsprekend is dat een mens in God gelooft? Er wordt verder in dit handboek nadrukkelijk aandacht gegeven aan de orthopraxie. Wat is dat nu weer? Orthopraxie is afgeleid van het Grieks en betekent recht (juist) handelen. Deze uitdrukking was mij volkomen vreemd en ik vond de volgende beschrijving hiervan: "Deze uitdrukking is aan het begin van de 20e eeuw ontstaan binnen de oecumenische beweging als woord om het juiste handelen aan te geven. Het zich gedragen naar de algemeen geldende regels en opvattingen. De uitdrukking is bedoeld als een tegenhanger van "orthodoxie". Men meende dat de vele kerksplitsingen die dikwijls voortkwamen uit leerstellige meningsverschillen zouden kunnen worden overwonnen wanneer men niet zozeer op de juiste leer, maar meer op het juiste handelen gericht zou zijn. De eenvoud van het liefdesgebod van Jezus Christus zou daarbij uitgangspunt moeten zijn." Dat we dus te maken hebben met een oecumenisch handboek moge duidelijk zijn.
Er komen, zo zeggen de redactieleden, ook 'hete hangijzers' aan de orde in dit oecumenische handboek zoals de aloude vraag waar het kwaad vandaan komt en vragen rond schepping en evolutie. De redactieleden schrijven: "Al wijst men evolutie af, dan kan men nochtans vanuit een wetenschappelijk model meedenken met de idee dat de ‘oerknal’ vanuit een apologetisch perspectief iets kan verantwoorden van het ‘in den beginne’, terwijl Genesis 1 met deze openingszin ons meeneemt naar de daden van onze Schepper, die vanuit Gods openbaring tot ons komen." Het is echt ontstellend om dit te lezen. We zien hier weer dat men de rede (al dat meedenken) van de gevallen mens wil verbinden met Gods openbaring (de Bijbel). Men zoekt aansluiting bij de evolutietheorie als mogelijkheid, ook al wijst men die zelf af. Tegen de ware gelovigen zegt de Heere Jezus dat zij Zijn getuigen zullen zijn tot aan het uiterste van de aarde (Hand. 1:8). De Heere Jezus heeft nergens geadviseerd om vanuit een wetenschappelijk model mee te denken met de gevallen mens die Gods schepping loochent!
De redactieleden schrijven verder: "Een bijbelse grondlijn is dat uiteindelijk onze afkomst komt te staan in het licht van de toekomst. Beide — afkomst en toekomst - zijn in wezen bepaald door de Persoon in Wie God Zichzelf op unieke en exclusieve wijze getoond heeft, Jezus Christus. Onze verhouding tot Hem blijkt beslissend te zijn. Hij was er bij toen hemel en aarde werden geschapen." Ook in deze zinsnede druipt het arminianisme er vanaf met de uitspraak dat onze verhouding tot Hem beslissend is. Het is echt een geloof van beneden naar boven wat hier geleerrd wordt. Daarnaast staat er een ronduit goddeloze uitspraak over Jezus Christus, doordat gezegd wordt dat Hij erbij was toen hemel en aarde werden geschapen. De apostel Johannes leert dat alle dingen door het Woord (Gods Zoon) gemaakt zijn, en dat zonder Hem geen ding gemaakt is, dat gemaakt is (Johannes 1:3). Dat is geheel wat anders dan erbij zijn! Ze eindigen met het waarom van hun verantwoording met 1 Petrus 3:15 uit de Herziene Statenvertaling (HSV). Over de HSV hebben we diverse artikelen op deze website gepubliceerd, dus daar gaan we nu niet opnieuw op in, echter geeft dit wel aan dat alle auteurs van dit oecumenische handboek geen enkel probleem met deze valse bijbelvertaling hebben! Ds. G.A. van den Brink houdt de jeugd al voor dat hij twee Bijbels heeft: de SV of de HSV. Dat kunt u terugvinden op www.youtube.com. Ze eindigen met de woorden: "Het is ons een vreugde geweest om vanuit verschillende christelijke achtergronden samen te werken in dit project. Wij hopen vurig ‘tot uw dienst’." Dit soort projecten zijn alleen maar om de heren theologen van de straat te houden, en is niet dan een wederstaan van de Heilige Geest met al deze redeneerkunsten.
Men spreekt over verschillende christelijke achtergronden. Er wordt samengewerkt met roomse theologen Harm Goris en Marcel Sarot, die verbonden zijn aan de Universiteit van Tilburg. Hier het officiële stuk wat weergeeft de relatie tussen de Catholic School of Theology Tilburg, kardinaal Eijk en het Vaticaan (Holy See ofwel Heilige Stoel). Marcel Sarot is hoogleraar fundamentele (roomse) theologie. Hij is diaken binnen de RKK en dient in de St. Martin parochie in Utrechtse Heuvelrug. Hij is ook lid van de directie van de Katholieke Vereniging voor Oecumene Willibrord en Athanasius. Harm Goris is universitair docent systematische roomse theologie en filosofie, en blijft hopen dat de paus condooms vrijgeeft.
Harm Goris heeft ook zelf het besluit genomen om te geloven en voor hem zijn God en Allah ook gelijk. "Moslims vereren Jezus alleen anders. Natuurlijk vind ik mijn manier de beste, anders zou ik geen christen zijn. Ik denk dat moslims een onvolledig beeld van Jezus hebben. Lees hier het artikel in het ND. Bernhard Reitsma roept in een column over het geloof in het ND uit: "Wat is dat toch met christenen? Het lijkt alsof ze elkaar steeds beter gaan begrijpen. Er is de Nationale Synode, waar christenen van allerlei kerken en tradities praten over wat hen bindt. We hebben de EO en Opwekking, waar die christenen hun geloof samen beleven."
Dr. Benno van den Toren is benoemd tot bijzonder hoogleraar Theologie van de Charismatische Vernieuwing aan de Faculteit der Godgeleerdheid van de Vrije Universiteit te Amsterdam. Deze leerstoel is in 1991 gevestigd door de Charismatische Werkgemeenschap Nederland (CWN), i.s.m. de Katholieke Charismatische Vernieuwing (KCV). Dr. Van den Toren volgde op 1 januari 2010 prof. dr. Kees van der Kooi op, die van 2003 tot en met 2007 deze functie bekleedde en sinds 2008 hoogleraar Westerse systematische theologie is aan de VU. De afgelopen twee jaar verzorgden de rooms-katholieke professoren dr. Patrick Lens uit België en dr. Norbert Baumert uit Oostenrijk gastcolleges voor de Leerstoel.
Dit boek is dus een openbare uiting van theologen die gewoon hun gang kunnen gaan en kerkelijk geen strobreed in de weg worden gelegd.
Met al dit soort professorische oecumenische tovenaars wordt dus een handboek "christelijke" apologetiek geschreven, hetgeen echter niet meer is dan
een arminiaans-rooms gedrocht. Het boek is zelfs opgenomen voor het vak apologetiek van de theologiestudie aan het Hersteld Hervormd Seminarium, zie
de volgende
link.
De verantwoording aan het begin van dit boek en de inhoudsopgave achterin zeggen al genoeg! Lezen van dit soort boeken
is zinloos tijdverdrijf. Op grond van Gods Woord dienen dit soort auteurs, die zich ontpoppen als valse leraars door de samenwerking met Rome, onder de tucht gezet
te worden en per direct geweerd te worden van de kansels. Tegen dit ongoddelijk ijdel roepen dienen we ons te stellen en er een afkeer van te hebben (1 Tim. 6:20, 2 Tim. 2:16).
Onder dit ongoddelijk ijdelroepen verstaat de apostel Paulus de spitsvondige krakelingen van de bedriegelijke leraars, die door hen met grote heftigheid en
roepen zonder stichting worden gevoerd. Dat kunt u lezen bij de kanttekeningen van 1 Tim. 6:20. Dit is met recht van toepassing op al de auteurs
van dit oecumenische handboek apologetiek. Veel van de auteurs hebben de gereformeerde belijdenis ondertekend, maar loochenen deze met deelname
aan dit soort boeken. Dit soort handboeken zijn niet meer dan ijdele kunsten. Als Gods Geest werkelijk vaardig zou worden over deze auteurs dan zouden
ze dit boek en al hun boeken bijeen brengen en ze verbranden in aller tegenwoordigheid (Hand. 19:19).
M.G. van der Hoeven
Ga naar home pagina "Het gekrookte riet"